In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b.
NIPT: niet-invasieve prenatale test;
c.
subsidiejaar: jaar ten behoeve waarvan de projectsubsidie wordt verstrekt;
d.
TRIDENT-2: onderzoek naar de implementatie van NIPT als eerste test voor de detectie van foetaal trisomie 21, 18 en 13 in het kader van de prenatale screening op down-, edwards- en patausyndroom;
e.
universitair medisch centrum: universitair medisch centrum dat een vergunning heeft op grond van de Wet op het bevolkingsonderzoek voor het uitvoeren van TRIDENT-2.
Artikel 2. (toepasselijkheid Kaderregeling)
De Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS is niet van toepassing met uitzondering van de artikelen 1.1, 1.7, 3.5, 5.1 tot en met 5.4, 5.7, 5.11, 7.2, eerste lid, onder b en 7.8, eerste tot en met derde en vijfde lid.
Artikel 3. (subsidiabele activiteiten)
Artikel 4. (subsidievoorwaarde: eigen betaling zwangere vrouw)
Een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt indien een universitair medisch centrum aan de desbetreffende zwangere vrouw een bedrag van € 175 in rekening heeft gebracht.
Artikel 5. (subsidiebedrag)
De subsidie bestaat uit een bedrag dat wordt berekend door de werkelijke kosten van het aantal NIPT’s, bedoeld in artikel 3, dat in het subsidiejaar is verricht, te verminderen met de totaal in rekening gebrachte eigen bijdrage van de zwangere vrouwen, bedoeld in artikel 4 en het verschil tussen de werkelijke opbrengsten en de kosten van de NIPT’s, bedoeld in artikel 6. Het verschil tussen de werkelijke opbrengsten en de kosten van de NIPT’s, bedoeld in artikel 6 bedraagt ten minste € 0.
Artikel 6. (bij NIPT in overige gevallen kostendekkend tarief)
Een universitair medisch centrum dat een NIPT verricht anders dan bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, brengt daarvoor een vergoeding in rekening die ten minste kostendekkend is.
Artikel 7. (subsidieperiode en aanvraagtermijn 2017)
Artikel 8. (aanvraag tot subsidieverlening)
Artikel 9. (subsidieverlening en bevoorschotting)
Artikel 10. (aanvraag tot subsidievaststelling)
3 De subsidieontvanger legt rekening en verantwoording af aan de hand van een activiteitenverslag en een financieel verslag. In aanvulling op artikel 7.8, eerste lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS:
a. bevat het activiteitenverslag een opgave van het aantal in het subsidiejaar verrichte NIPT’s en
b. overlegt de subsidieontvanger tevens een assurancerapport over de opgave van het aantal in het subsidiejaar verrichte NIPT’s.
4 De in het derde lid, onder b, bedoelde rapport en de controleverklaring, die blijkens artikel 1.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, onderdeel is van het financieel verslag, zijn opgesteld door een accountant overeenkomstig een door de minister vastgesteld model met inachtneming van een door de minister vastgesteld accountantsprotocol, bekend gemaakt op de website www.rijksoverheid.nl/kaderregeling-subsidies-ocw-szw-vws.
5 Indien het aantal NIPT’s, bedoeld in het derde lid, onder a, is verricht en volledig is voldaan aan de voorwaarden en de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de totale gerealiseerde kosten van het verrichten van de NIPT, verminderd met de totale in rekening gebrachte bedragen aan de zwangere vrouwen, bedoeld in artikel 4, en met de overige ontvangsten, bedoeld in artikel 6.
Artikel 11. (DAEB vestigen)
1 Het verrichten van de NIPT bij zwangere vrouwen als bedoeld in deze regeling wordt aangewezen als een dienst van algemeen economisch belang in de zin van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.
Artikel 12. (inwerkingtreding)
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2017 en vervalt met ingang van 1 april 2023.
Artikel 13. (citeertitel)
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling NIPT.