De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Handelende mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu en na overleg met
de Minister van Defensie en gedeputeerde staten van de provincies ten aanzien van
de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.6 en 2.7, handelende mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu en in overeenstemming
met de Minister van Defensie en gedeputeerde staten van de provincies ten aanzien
van artikel 2.5, handelende na overleg met gedeputeerde staten van de provincies ten aanzien van
artikel 3.5 en handelende in overeenstemming met gedeputeerde staten van de provincies ten aanzien
van artikel 3.28, eerste en tweede lid;
Gelet op verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in
het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
(PbEG 1997, L 61) en verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 6 mei 2006, houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten
door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEU 2006, L 166);
Gelet op verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de handel
in zeehondenproducten (PbEU 2009, L 286);
Gelet op verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 november 1991 houdende een verbod
op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap
van pelzen en produkten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten
uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet
stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen (PbEG
L 308);
Gelet op richtlijn 83/129/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de invoer in de Lid-Staten van huiden van
bepaalde zeehondenjongen en daarvan vervaardigde produkten (PbEG 1983, L 91);
Gelet op verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van
22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding
van invasieve uitheemse soorten (PbEU 2014, L 317);
Gelet op verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningen-systeem
voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (PbEU 2005, L 347);
Gelet op verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van de
Europese Unie van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers
die hout en houtproducten op de markt brengen (PbEU 2010, L 295);
Gelet op de artikelen 2.9, zevende en achtste lid, 3.3, tweede lid in samenhang met artikel 1.3, vijfde lid, en derde lid, 3.8, tweede lid in samenhang met artikel 1.3, vijfde lid, en derde lid, 3.10, tweede lid in samenhang met artikel 3.8, 3.15, tweede lid, 3.22, tweede lid, 3.25, tweede lid, 3.28, tweede lid, onderdeel a, en zevende lid, 3.30, derde, vierde en negende lid, 3.34, derde lid in samenhang met artikel 1.3, vijfde lid, en vijfde lid, 3.37, eerste en tweede lid, 3.40, 4.8, eerste en tweede lid, 6.2, eerste, tweede en derde lid, en 7.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet natuurbescherming;
Gelet op de artikelen 2.7, derde lid, 2.8, eerste lid, 2.9, zesde lid, 3.2, eerste
lid, onderdeel c, 3.18, tweede lid, 3.19, tweede lid, 3.21, vierde lid, 3.22, tweede
lid, 3.26, derde lid, artikel 3.27, tweede lid, 3.28, vierde en vijfde lid, en 3.29
van het Besluit natuurbescherming;
Gelet op de artikelen 2.2, eerste lid, en 10.1, eerste lid, van de Wet dieren, artikel 5.14, derde lid, onderdeel a, en zevende lid, van de Wet inkomstenbelasting
2001, artikel 95 van de Wet inrichting landelijk gebied, artikel 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 13, eerste lid, onderdeel b, 15 en 19, eerste lid, onderdeel a, van de Landbouwwet, artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2°, van de Wet op de economische delicten, de artikelen 8, achtste lid, 9, vijfde lid, 14, vierde lid, 22, tweede lid en 28a, tweede lid, van de Wet wapens en munitie, artikel 9, tweede lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, artikel 4.4, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 en artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten
inrichtingen;