Hoofdstuk 2. Doelstelling, landen, doelgroep, juridische verankering en staatssteunkader
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
2.1. Doelstelling DTIF, landen
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Het DTIF beoogt de optimalisering van het publieke financieringsinstrumentarium, ofwel,
het faciliteren van toegang tot financiering voor Ondernemingen ten behoeve van directe
buitenlandse investeringen en/of exporteren, met als uitgangspunt het leveren van
een bijdrage aan werkgelegenheid en duurzame economische groei in Nederland.
Economische groei en werkgelegenheid zijn onlosmakelijk verbonden met handhaving van
de Nederlandse positie in de internationale handels- en investeringsstromen. Ruim
30% van ons inkomen wordt in het buitenland verdiend, handel bedraagt 72% van het
BNP en levert 2,2 miljoen voltijdbanen op. De ambitie van overheid en bedrijfsleven
is handhaving van de positie op ‘traditionele’ markten en versterking van de positie
op ‘nieuwe’ markten. Een noodzakelijke, en in belang toenemende, factor bij deze ambitie
is toegang tot financiering voor export- en investeringen. Dit is bovenal, maar niet
uitsluitend, een uitdaging voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) en speelt in versterkte
mate op ‘minder traditionele’ markten: financiers kunnen of willen niet altijd de
noodzakelijke (volledige) financiering verstrekken. Uit onderzoek blijkt bovendien
dat het percentage afgewezen aanvragen van MKB-(handels)kredieten in Nederland tot
de hoogste in Europa behoort.
De Nederlandse overheid heeft, op voorwaarde van additionaliteit (er is sprake van
marktfalen) een rol om financiering voor internationaal ondernemen te faciliteren
en private financiering te katalyseren. Van marktfalen wordt geacht sprake te zijn
indien aangetoond wordt dat geen (volledige) financiering via de markt verkregen kan
worden, terwijl er sprake is van een solide business plan. In deze gevallen kan mogelijk
aanspraak worden gemaakt door Ondernemingen en Investeringsfondsen op financiering
van de Minister in het kader van het DTIF.
Het DTIF integreert bestaande faciliteiten van het non-ODA financieringsinstrumentarium,
te weten de Faciliteit Opkomende Markten (FOM) en Finance for International Business
(FIB), en introduceert directe exportfinanciering voor kleine transacties op de DTIF-landen
(tot euro 5 miljoen). Ten opzichte van de voorlopers worden de criteria verruimd:
zowel kleine als grotere transacties (maximale financiering tot euro 15 miljoen) zijn
mogelijk en zowel het MKB als grotere bedrijven verkijgen toegang. Inmiddels worden
er geen nieuwe FOM en FIB aanvragen meer in behandeling genomen.
Aldus biedt het DTIF ruimere mogelijkheden op een grotere groep landen en combineert
dit met helderheid, flexibiliteit en maatwerk. Doel is om – in combinatie met het
Dutch Good Growth Fund (DGGF), dat vergelijkbare financieringsvormen biedt als het
DTIF – een zo breed mogelijk landenbereik te realiseren, in al deze landen soortgelijke
faciliteiten te bieden, en daarmee te stimuleren dat het Nederlandse bedrijfsleven
internationaal over vrijwel de hele wereld kan ondernemen. Waardoor effectiever en
efficiënter ingespeeld wordt op de behoeftes van de bedrijven en potentiële private
financiers.
Het DTIF zal via twee onderdelen tot uitvoering worden gebracht, te weten via:
-
1. Financiering van activiteiten van Ondernemingen/Investeringsfondsen die investeringen
willen doen in DTIF-landen;
-
2. Financiering van Ondernemingen/Investeringsfondsen die willen exporteren naar DTIF-landen.
Het DTIF gaat open op alle landen, afgezien van de DGGF landen en Nederland. Aangezien
in regelgeving ‘Nederland’ Europees Nederland betekent, gelden de Caribische landen
van het Koninkrijk evenals Bonaire, Sint Eustatius en Saba als DTIF land. Bij een
concrete aanvraag voor het DTIF bepaalt Invest International Public Programmes B.V.,
in samenspraak met BZ, of de aanvraag al dan niet voor honorering in aanmerking komt.
Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
-
• Aanvragen ten behoeve van transacties in een land waarop een sanctieregime van de
Veiligheidsraad en/of van de EU van toepassing is, zullen met extra zorg beoordeeld
worden. In geen geval mag de beoogde transactie leiden tot overtreding of ontduiking
van de sancties of tot ondergraving van het Nederlandse beleid t.a.v. het onder sancties
vallende land. Het VR- en EU-sanctiebeleid wordt – uiteraard – in alle gevallen gehandhaafd.
-
• Vigerend exportbeleid en restricties die hieruit voortvloeien, zoals betreffende export
van strategische en ‘dual use’ goederen, worden in alle gevallen gehandhaafd.
-
• Voorts kan de verlangde financiering worden geweigerd indien verstrekking niet verenigbaar
is met het beleid ten aanzien van de buitenlandse betrekkingen, de buitenlandse handel
en de ontwikkelingssamenwerking, zoals onder andere kenbaar uit de memories van toelichting
bij de begrotingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, uit het verkeer met
de Staten-Generaal, uit de bekendmaking van beleidsregels of uit andere geschikte
vormen van bekendmaking of mededeling.
Deze beleidsregels hebben uitsluitend betrekking op bovengenoemd onderdeel 1.
2.1.1. DTIF onderdeel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
DTIF onderdeel 1 biedt (deels via Investeringsfondsen) financieringsmogelijkheden
aan Ondernemingen met een goed investeringsplan waarbij niet alleen gekeken wordt
naar de financiële prestaties, maar ook wordt getoetst of het bedrijf en de investering
voldoen aan de eisen van (Internationaal) maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO).
Uitgangspunt is dat uitsluitend activiteiten gefinancierd worden waar een goede business
case aan ten grondslag ligt en die rendabel zijn.
Daarnaast geldt dat (in ieder geval) geen financiering kan worden aangevraagd voor
investeringen in vastgoed. Op https://www.investinternational.nl staat een nadere
toelichting hierbij.
2.3. Juridische verankering
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Financiering in het kader van DTIF onderdeel 1 wordt verstrekt in de vorm van een
subsidiebeschikking, al dan niet in samenhang met een uitvoeringsovereenkomst.
De totstandkoming van de subsidiebeschikking wordt beheerst door het publiekrecht,
de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst door het privaatrecht. In het geval van een
uitvoeringsovereenkomst wordt de subsidie verleend onder de opschortende voorwaarde
dat binnen een in de beschikking bepaalde termijn de beoogde overeenkomst tot stand
komt.
2.4. Staatssteunkader
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Randvoorwaarde is dat de financiering binnen de bedding van de Europese staatssteunregels
blijft.
Er is geen sprake van staatssteun als de minister bij de toekenning van financieringen
toepassing geeft aan het ‘principe van de investeerder in een markteconomie’ of binnen
de grenzen van de De-minimisverordening blijft. Binnen de grenzen van de Algemene
groepsvrijstellingsverordening is er sprake van geoorloofde staatssteun. Het gaat
hierbij om de risicofinancieringssteun voor MKB ondernemingen zoals opgenomen in artikel
21 en 22 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. Steun voor met de uitvoer
verband houdende activiteiten (‘exportsteun’) is hiermee ook uitgesloten.