Regeling aanvraag plaatsing op een andere dan de ambtenaar opgedragen functie

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 20-12-2016 t/m 07-02-2023

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 4 juli 2016, nr. DGP/ARBVW 2016-777969, houdende de mogelijkheid tot wijziging van de functie op aanvraag van de ambtenaar

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 In de aanvraag maakt de ambtenaar aannemelijk dat hij gedurende ten minste één jaar voorafgaand aan de aanvraag, feitelijke werkzaamheden heeft verricht die wezenlijk afwijken van zijn huidige functie dan wel overeenkomen met een werkterrein, een aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit.

  • 2 De periode van één jaar als bedoeld in het eerste lid vangt niet eerder aan dan de dag waarop de ambtenaar in een LFNP-functie is geplaatst of aangesteld.

Artikel 3

  • 1 Het bevoegd gezag wijst de aanvraag toe, indien de feitelijke werkzaamheden, bedoeld in artikel 2:

    • a. zijn opgedragen;

    • b. gedurende ten minste één jaar voorafgaand aan de aanvraag tot wijziging van de functie dan wel wijziging of toekenning van het werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit zijn verricht;

    • c. wezenlijk afwijken van de huidige functie dan wel van een werkterrein, een aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit van de ambtenaar, en

    • d. niet van kennelijk tijdelijke aard zijn.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wijst het bevoegd gezag de aanvraag af, indien een zwaarwegend dienstbelang zich tegen plaatsing op de andere functie verzet, dan wel indien de ambtenaar verzoekt niet tot plaatsing op een andere functie over te gaan, en geeft daarbij toepassing aan artikel 5.

Artikel 4

  • 1 Indien het bevoegd gezag op basis van de aanvraag besluit om de ambtenaar een andere functie dan wel een werkterrein, een aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit toe te kennen overeenkomstig de feitelijk opgedragen werkzaamheden, legt het bevoegd gezag dit in een besluit vast.

  • 2 Aan de ambtenaar wordt de andere functie dan wel het werkterrein, het aandachtsgebied of de specifieke functionaliteit opgedragen met ingang van de dag waarop de aanvraag is ingediend.

Artikel 5

  • 1 Indien het bevoegd gezag besluit om de ambtenaar geen andere functie dan wel geen ander werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit toe te kennen, wordt de opdracht gegeven om de feitelijke werkzaamheden, voor zover deze afwijken van de huidige functie dan wel van een werkterrein, een aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit, te staken. Het bevoegd gezag legt deze beslissing vast in een besluit.

  • 2 Indien de feitelijke werkzaamheden die voldoen aan de criteria van artikel 3, eerste lid, zijn verricht op een schaalniveau dat uitgaat boven het schaalniveau van de functie van de ambtenaar, beslist het bevoegd gezag dat de ambtenaar eenmalig een uitkering ontvangt. Deze uitkering bedraagt het verschil tussen het naasthogere salarisbedrag in de naasthogere salarisschaal en het salarisbedrag dat de ambtenaar gedurende de periode van de opgedragen werkzaamheden heeft ontvangen, vermenigvuldigd met het aantal hele kalendermaanden dat de werkzaamheden zijn uitgeoefend.

  • 4 Dit artikel is niet van toepassing indien het bevoegd gezag de aanvraag afwijst op grond van het eerste lid van artikel 3.

Artikel 6

Voorafgaand aan een besluit als bedoeld in de artikelen 3, 4 of 5 stelt het bevoegd gezag de ambtenaar in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 7

In individuele gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, kan het bevoegd gezag een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 8

Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze regeling een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk aan het overleg met de Commissie, bedoeld in artikel 2 van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraag plaatsing op een andere dan de ambtenaar opgedragen functie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven