Bijlage Themabesluit subsidiethema 2016 – technologie en inclusiviteit
[Regeling vervallen per 10-09-2022]
Aanleiding en context van het subsidiethema
[Regeling vervallen per 10-09-2022]
De laatste tijd wordt er veel geschreven en gepubliceerd over de gevolgen van technologie
en robotisering voor de arbeidsmarkt. In die discussie heb je optimisten en pessimisten.
De optimisten zijn van mening dat er weliswaar banen verdwijnen, maar dat er ook weer
nieuwe banen zullen ontstaan. De pessimisten zijn van mening dat de ontwikkelingen
in de technologie en robotisering dusdanig zijn dat robots het werk overnemen en er
dus niet meer voor iedereen werk of een baan is. De discussie concentreert zich vooral
op de bedreigingen van technologie en robotisering. Maar er zit ook een andere kant
aan het verhaal: welke kansen en mogelijkheden bieden technologische ontwikkelingen
en robotisering? En bieden technologische ontwikkelingen en robotisering specifiek
kansen voor de arbeidsparticipatie van mensen met een verstandelijke, psychische of
lichamelijke beperking? In deze notitie willen we vooral ingaan op deze laatste vraag.
Welke technologische ontwikkelingen zijn er en welke mogelijkheden en kansen bieden
deze ontwikkelingen voor de arbeidsparticipatie van mensen met een verstandelijke,
psychische of lichamelijke beperking? Welke technologische ontwikkelingen zouden gestimuleerd
moeten worden zodat mensen met een beperking hier ook optimaal van profiteren?
Er zijn globaal twee benaderingen over de verhouding mens, computer en robots. De
WRR-studie ‘De robot de baas’ geeft aan dat het bij de benadering Artificial Intelligence (kunstmatige intelligentie) erom gaat ‘mensen te vervangen door machines, maar bij
Intelligence Augmentation (verhoogde intelligentie) is het de bedoeling om het leren en innoveren van mensen
beter en krachtiger te maken door gebruik te maken van computers’1. Eveneens blijkt uit de WRR studie dat er steeds meer toepassingen zijn waarbij de
robot meer naast de mens komt te staan, in plaats van dat de robot de plaats inneemt
van de mens. De techniek is inmiddels al zover gevorderd dat er ook robots zijn waarbij
sociale interactie mogelijk is (denk aan Alice2), of robots die mensen vaardigheden en taken kunnen leren via serious gaming, speciaal
ontwikkelde brillen etc.
Wat technologische ontwikkelingen betekenen voor mensen met beperkingen in relatie
tot arbeid en wat dat betekent voor de arbeidsdeskundige praktijk wordt door TNO en
de VU onderzocht in opdracht van het bestuur van AKC3. Naast de betekenis voor de arbeidsdeskundige praktijk is het ook interessant te
kijken naar wat het betekent voor de ontwikkeling van de voorzieningen voor mensen
met een beperking. Mensen met een beperking kunnen een beroep doen op voorzieningen
om te kunnen blijven werken of om werken mogelijk te maken. Voor bijvoorbeeld de zintuigelijke
beperkingen (visueel, auditief) zijn er vele ontwikkelingen op technologisch gebied,
waardoor mensen met een dergelijke beperking nu veelal beter aan het werk zijn dan
voorheen het geval was. Denk aan de sterk ontwikkelde spraakcomputer voor blinden
en slechtzienden en de monitorarm voor slechtzienden waarmee het beeldscherm in de
goede positie gezet kan worden. Op auditief gebied wordt nu veelal nog gebruik gemaakt
van een doventolk. Dit is een relatief dure voorziening die in de toekomst wellicht
vervangen zou kunnen worden door een gebarenrobot. Bovenstaande voorbeelden zijn zogenaamde
technische voorzieningen waardoor mensen (weer) in staat zijn hun werk te doen. Andere
voorzieningen zijn gericht op toegankelijkheid van het werk, de organisatie van het
werk of de begeleiding in het werk. De vraag is of technologische ontwikkelingen ook
mogelijkheden bieden om dit type voorzieningen te vervangen.
Op het terrein van de cognitieve (verstandelijke, psychische) beperkingen zijn er
veel minder voorbeelden te vinden van mogelijke voorzieningen. Juist de ontwikkelingen
op het gebied van robotisering zouden hier soelaas kunnen bieden. Robots waarbij sociale
interactie mogelijk is zouden mensen met een beperking in het autistisch spectrum
kunnen helpen emoties te herkennen, of mensen kunnen helpen die ondersteuning nodig
hebben in het werk, zoals licht verstandelijk beperkten. Een interessante vraag bijvoorbeeld
is of nieuwe technologie een gehele of gedeeltelijke vervanger zou kunnen zijn voor
de jobcoach.
Bij veel technologische ontwikkelingen is het de vraag of de investering opweegt tegen
de aard en omvang van het gebruik. Daarom willen we met dit subsidiethema ook zicht
krijgen op welke technologische ontwikkelingen nu kansrijk zijn om gestimuleerd te
worden. Het lijkt daarbij van belang te kijken naar de kosten en baten van bepaalde
voorzieningen en/of ondersteuning op dit moment enerzijds en de kosten en baten van
een mogelijke investering in technologische ontwikkeling anderzijds.
Gemeenten, werkgevers en UWV staan voor een grote uitdaging mensen met een beperking
aan het werk te krijgen en/of te houden. Het inzetten van voorzieningen die de beperking
van mensen opheft of vermindert speelt in de mogelijkheid tot arbeidsparticipatie
een belangrijke rol. Technologische ontwikkelingen spelen een belangrijke rol in de
ontwikkelingen van die voorzieningen. UWV en gemeenten hebben op dit moment weinig
zicht op de verschillende technologische ontwikkelingen die er zijn op het gebied
van voorzieningen voor mensen met een beperking. Daarnaast lijkt de focus ook meer
te liggen op technologie voor de zorg, dan op het terrein van werk en inkomen. Ook
is er geen zicht op de mate waarin deze ontwikkelingen bijdragen tot een hogere arbeidsparticipatie
en een eventuele kostenreductie ten opzichte van het huidige aanbod van voorzieningen.
Voor gemeenten, werkgevers en UWV is een dergelijk inzicht zeer waardevol om te bepalen
waar in de toekomst op ingezet zou moeten en kunnen worden. Met dit subsidiethema
wil UWV een bijdrage leveren aan dit hiaat aan kennis. Daarbij lijkt het relevant
onderscheid te maken in de (ontwikkeling van) voorzieningen ten aanzien van drie typen
beperkingen: a) zintuiglijke beperkingen, b) fysieke beperkingen en 3) cognitieve
(psychische of verstandelijke) beperkingen.
De UWV onderzoekssubsidies zijn in zijn algemeenheid bedoeld voor de bevordering van
werkbehoud, re-integratie of arbeidsparticipatie van personen met een langdurige ziekte
of handicap4. Met de onderzoekssubsidies wil UWV een stimulans geven aan ontwikkelingen op dit
gebied.
Doelstelling van het subsidiethema
[Regeling vervallen per 10-09-2022]
UWV stelt via deze oproep onderzoekssubsidie beschikbaar om zicht te krijgen op hoe
technologie de inclusiviteit bevordert of kan bevorderen. Daartoe willen we zicht
krijgen op wat er nu wordt ingezet aan (technische) voorzieningen voor mensen met
een beperking, en welke bijdrage technologische ontwikkelingen kunnen hebben voor
de arbeidsparticipatie en de verhouding kosten en baten van de voorzieningen (doel
1). Daarnaast wil UWV met deze onderzoekssubsidie bijdragen aan inzicht in welke stappen
gezet kunnen worden als het gaat om het stimuleren en toepassen van technologische
ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen én welke partijen hierin stappen
kunnen en willen zetten (doel 2).
Gezien het eerder geschetste onderzoekshiaat zou onderzoek binnen dit subsidiethema
zich kunnen richten op de beantwoording van de volgende vragen:
-
− Welke voorzieningen worden op dit moment ingezet voor mensen met een visuele, auditieve
en cognitieve beperking?;
-
− Welke technologische ontwikkelingen zijn op dit moment op deze voorzieningen van toepassing?
En welke ontwikkelingen zijn op korte termijn te verwachten?5;
-
− Welke bijdragen kunnen deze technologische ontwikkelingen leveren als het gaat om
de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking?;
-
− Welke bijdragen kunnen deze technologische ontwikkelingen leveren als het gaat om
de kosten en baten van de voorzieningen?;
-
− Welke (toepassingen van) technologische ontwikkelingen zijn op het terrein van werk
in inkomen veelbelovend om te stimuleren? En welke partijen kunnen en willen hier
stappen in zetten?
UWV houdt nadrukkelijk de optie open om andere vragen dan bovenstaande voorbeelden
mee te nemen in het onderzoeksvoorstel, mits deze passen in de hierboven genoemde
doelstellingen van dit subsidiethema. Andere (innovatieve) kennisvragen worden beoordeeld
in het kader van die doelstellingen.