3.2. Kosten gedekt door het transporttarief
Het transporttarief dient ter dekking van de kosten van de door de netbeheerder beheerde
infrastructuur voorzover deze kosten geen deel uitmaken van de aansluitkosten.
De kosten, welke worden bepaald conform de normen en eisen van de Autoriteit Consument
en Markt, worden ingedeeld in twee categorieën:
-
a. de transportafhankelijke kosten, zijnde:
-
1° de afschrijvingslasten van de netinfrastructuur;
-
2° een redelijk rendement op het geïnvesteerde vermogen in de netinfrastructuur;
-
3° de kosten van aanleg en instandhouding van de netinfrastructuur;
-
4° de kosten van inkoop van energie voor de dekking van netverliezen, het oplossen van
fysieke congestie, het toepassen van congestiemanagement en de handhaving van de spannings-
en blindvermogenshuishouding;
-
5° de gecascadeerde kosten van netten op een hoger spanningsniveau;
-
6° de operationele kosten in verband met het voorgaande;
-
7° in geval van de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet: de kosten als bedoeld
in artikel 3.2.2a;
-
8° in geval van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet: de kosten ten behoeve
van de centrale filtering als bedoeld in artikel 2.15. derde lid, van de Netcode elektriciteit.
-
b. de transportonafhankelijke kosten, zijnde:
-
1° de kosten van verwerking van meetgegevens (hoofdstuk 5 en 6 van de Informatiecode elektriciteit en gas);
-
2° de kosten voor beheer van het aansluitingregister;
-
3° de kosten voor allocatie, reconciliatie en validatie;
-
4° de kosten voor factureren, klantenservice, incasso en klanten- en contractadministratie;
-
5° de kosten voor het invullen van dataverzoeken van de Autoriteit Consument en Markt;
en
-
6° de kosten voor het afhandelen van switch- en verhuisberichten.
3.2.2a.
[Toekomstige wijziging(en) op 01-12-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]
In aanvulling op artikel 3.2.1 dient het transporttarief van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet
tevens ter bestrijding van de kosten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet
maakt ten behoeve van de taken en werkzaamheden genoemd in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder p, van de Elektriciteitswet 1998, alsmede al hetgeen naast deze taken en werkzaamheden nodig is tot nakoming van in
ENTSO-E-verband aangegane verplichtingen en tot nakoming van internationale verplichtingen
voortkomend uit Verordening (EU) 2019/943 en de in hoofdstuk VII van Verordening (EU) 2019/943 bedoelde netcodes en richtsnoeren, te onderscheiden in:
-
a. kosten regel- en noodvermogen en primaire reserve;
-
b. kosten black-start mogelijkheden;
-
c. kosten verband houdend met het bewaken en handhaven van de robuustheidsfunctie van
het landelijk hoogspanningsnet;
-
d. kosten van overige taken en werkzaamheden ten behoeve van het systeembeheer;
-
e. interne operationele kosten voor zover toerekenbaar aan de system operator van de
netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;
-
f. de kosten in verband met de garantstelling als bedoeld in artikel 1.2.5.10 van de Meetcode elektriciteit;
-
g. de kosten zoals bedoeld in artikel 11.1, vierde lid van de Netcode elektriciteit.
Voor de transport-afhankelijke kosten wordt de volgende indeling van netvlakken gehanteerd:
-
a. Extra hoogspanning (EHS) ≥ 220 kV(met inbegrip van transformator EHS/HS)
-
b. Hoogspanning (HS) ≥ 110 kV en < 220 kV
-
c. Tussenspanning (TS) ≥ 25 kV en < 110 kV (met inbegrip van transformator HS/TS)
-
d. Trafo HS+TS / MS
-
e. Middenspanning (MS) > 1 kV en < 25 kV
-
f. Trafo MS/LS
-
g. Laagspanning (LS) ≤ 1 kV
De 50 / 25 kV-netten kunnen op grond van de specifieke netconfiguratie en in het verleden
gevoerde beleid aan de netvlakken HS of MS worden toegerekend en voor de overige artikelen
als zodanig worden beschouwd.
Met betrekking tot de 1 tot en met 25 kV-netten kan op grond van de specifieke netconfiguratie
en in het verleden gevoerde beleid in de kostentoerekening onderscheid worden gemaakt
tussen een netvlak MS-transport en een netvlak MS-distributie.
Indien een netbeheerder van een of meer van de in 3.2.4 geboden mogelijkheden gebruik wil maken, wordt het voornemen hiertoe aan de Autoriteit
Consument en Markt ter kennis gebracht, tegelijk met het voorstel voor de tarieven
als bedoeld in artikel 41b van de Elektriciteitswet 1998. Wijzigingen zijn van toepassing met ingang van de datum waarop ook nieuw vastgestelde
tarieven in werking treden.
In de verhouding tussen netbeheerders onderling geldt met betrekking tot de toerekening
van de transportafhankelijke kosten van de netten op de in artikel 3.2.3 genoemde spanningsniveaus, dat:
-
a. in geval van een aansluiting tussen netten op verschillend spanningsniveau die niet
door dezelfde netbeheerder worden beheerd, de kosten van het net op het hogere spanningsniveau
op overeenkomstige wijze als bepaald in artikel 3.6.3 worden toegerekend aan het net op het lagere spanningsniveau;
-
b. in geval van een aansluiting tussen netten op gelijk spanningsniveau die niet door
dezelfde netbeheerder worden beheerd, de betrokken netbeheerders in onderling overleg
een kostentoerekening vaststellen;
-
c. in geval van een aansluiting tussen netten op verschillend spanningsniveau die niet
door dezelfde netbeheerder worden beheerd, de werkelijke kosten van fysieke congestie
in die aansluiting worden toegerekend aan het net op het lagere spanningsniveau;
-
d. in geval van een aansluiting tussen netten op gelijk spanningsniveau die niet door
dezelfde netbeheerder worden beheerd, de betrokken netbeheerders in onderling overleg
vaststellen aan welk net de werkelijke kosten van fysieke congestie in die aansluiting
worden toegerekend.
3.3. De tariefstructuur van het transporttarief
De transporttarieven zijn:
-
a. het tarief voor transport, niet zijnde het onder b genoemde transport, beschreven
in de paragrafen 3.4 – 3.8;
-
b. het tarief voor het transport van blindenergie, beschreven in paragraaf 3.9.
Het in 3.3.1, onder a, genoemde tarief valt uiteen in een transportafhankelijk tarief,
beschreven in de paragrafen 3.4 – 3.7, en een transportonafhankelijk tarief, beschreven in paragraaf 3.8.
Een streng van lichtmasten wordt voor de toepassing van het transporttarief beschouwd
als één aansluiting waarbij de indeling in een transporttariefcategorie, conform artikel 3.7.2, wordt gebaseerd op (de som van) het gecontracteerd transportvermogen voor afname
van de lichtmasten in deze streng. Daarbij wordt een “streng van lichtmasten” gedefinieerd
als:
Een aantal lichtmasten, niet zijnde een OV-installatie, dat wordt gevoed vanuit dezelfde
laagspanningsrail in een transformatorstation en waarover slechts één aangeslotene
kan beschikken.
3.6. Het transportafhankelijke tarief – kostentoerekening aan verbruikers volgens
het cascade-beginsel
Voor de kostentoerekening aan verbruikers worden kosten van een net op een hoger spanningsniveau
toegerekend aan een net op een lager spanningsniveau naar rato van het aandeel van
laatstgenoemd net in de totale afname van energie en/of vermogen van het eerstgenoemde
net (het cascade-beginsel), zulks met inachtneming van het hierna, onder 3.6.2, bepaalde.
Voor de toepassing van het cascade-beginsel ten aanzien van de kosten van de in 3.4.1, onder a en b bedoelde netten wordt de voorcalculatorische vastgestelde opbrengst van het LUP op
die kosten in mindering gebracht.
De verdeelsleutels voor de kostentoerekening volgens het cascade-beginsel zijn de
volgende:
-
a. voor de toerekening van de kosten van het EHS-netvlak aan HS-netvlakken geldt: (Afname
van HS af EHS) / (Afname van HS af EHS + Afname verbruikers op EHS);
-
b. voor de toerekening van toegerekende kosten van HS-netvlakken aan aangesloten TS-netvlakken
geldt: (Afname van TS af HS) / (Afname van TS af HS + Afname verbruikers op HS + Afname
van Trafo-HS/MS af HS);
-
c. voor de toerekening van toegerekende kosten van HS-netvlakken aan aangesloten Trafo
HS+TS / MS geldt: (Afname van Trafo HS/MS af HS) / (Afname van TS af HS + Afname verbruikers
op HS + Afname van Trafo HS/MS af HS);
-
d. voor de toerekening van toegerekende kosten van TS-netvlakken aan aangesloten Trafo
HS+TS / MS geldt: (Afname van Trafo TS/MS af TS) / (Afname van Trafo TS/MS af TS +
Afname verbruikers op TS);
-
e. voor de toerekening van toegerekende kosten van Trafo HS+TS / MS aan aangesloten MS-netvlakken
geldt: (Afname van MS af HS+TS / MS Trafo) / (Afname verbruikers op HS+TS / MS Trafo
+ Afname van MS af HS+TS/MS Trafo);
-
f. voor de toerekening van toegerekende kosten van MS-netvlakken aangesloten op LS-netvlakken
geldt: (Afname van LS af MS/LS Trafo) / (Afname verbr. op MS + Afname verbr. op MS/LS
Trafo + Afname van LS af MS/LS Trafo);
-
g. voor de toerekening van de kosten van Trafo MS / LS aan aangesloten LS-netvlakken
geldt: (Afname van LS af MS/LS Trafo) / (Afname verbruikers op MS/LS Trafo + Afname
van LS af MS/LS Trafo).
Voor de toepassing van de onder 3.6.3 uitgedrukte verdeelsleutels wordt:
-
a. ingeval van een net boven MS-niveau uitgegaan van de som van de individuele kWmax
gemeten op de aansluiting van het net met een lager spanningsniveau op het net met
een hoger spanningsniveau, waarbij uitsluitend het vermogen dat van het net met het
hoge spanningsniveau naar het net met het lage spanningsniveau wordt geteld;
-
b. ingeval van een net op of onder MS-niveau uitgegaan van het saldo van de energie,
uitgedrukt in kWh, die wordt uitgewisseld tussen een net op een hoger spanningsniveau
en een net op een lager spanningsniveau, met een minimum van nul.
3.7. Het transportafhankelijke tarief – het transportafhankelijke verbruikers transporttarief
(TAVT)
Met inachtneming van artikel 3.2.4 en 3.2.5 worden voor de bepaling van het transportafhankelijke verbruikers-transporttarief
(TAVT) de volgende tariefcategorieën onderscheiden:
-
a1. EHS
-
a2. HS
-
b. TS
-
c. Trafo HS+TS / MS
-
d. MS
-
e. Trafo MS / LS
-
f. LS
-
g. LS geschakeld
Verbruikers worden ingedeeld in de onder 3.7.1 genoemde categorieën volgens onderstaande regels:
-
a. een verbruiker met een gecontracteerd transportvermogen voor afname en met een geschakelde
aansluiting, beneden een door de netbeheerder bepaalde minimumgrens wordt ingedeeld
in de tariefcategorie LS geschakeld;
-
b. een verbruiker met een gecontracteerd transportvermogen voor afname beneden een door
de netbeheerder bepaalde minimumgrens wordt ingedeeld in de tariefcategorie LS;
-
c. een verbruiker met een gecontracteerd transportvermogen voor afname boven de onder
b bedoelde ondergrens doch beneden een door de netbeheerder bepaalde middengrens wordt
ingedeeld in de tariefcategorie Trafo MS/LS;
-
d. een verbruiker met een gecontracteerd transportvermogen voor afname boven de onder
c bedoelde middengrens doch beneden een door de netbeheerder bepaalde bovengrens wordt
ingedeeld in de tariefcategorie MS;
-
e. een verbruiker met een gecontracteerd transportvermogen voor afname boven de onder
d genoemde bovengrens wordt ingedeeld in de tariefcategorie die behoort bij het werkelijke
spanningsniveau waarop hij is aangesloten.
De grenzen genoemd in 3.7.2 komen overeen met de grenzen in de tabel in 2.3.3c. De verdeling van de aangeslotenen over de categorieën voor het gecontracteerd transportvermogen
voor afname als bedoeld in artikel 3.7.2 kan echter afwijken van die voor de gewenste
aansluitcapaciteit als bedoeld in artikel 2.3.3 in die zin dat aangeslotenen voor het gecontracteerd transportvermogen voor afname
op verzoek van de aangeslotene in een lagere categorie kunnen worden ingedeeld dan
voor de gewenste aansluitcapaciteit.
3.7.4.
[Vervallen per 26-04-2025]
De tariefdragers voor het TAVT voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in
artikel 3.7.1, zijn voor afname:
De tariefdragers voor het TAVT voor verbruikers met een bedrijfstijd (totaal aantal
afgenomen kWh’s per jaar / maximaal afgenomen vermogen per jaar) van maximaal 600
uur in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, zijn voor afname:
Onder week, genoemd in onderdeel a, subonderdeel 2° en onderdeel b, subonderdeel 2°,
wordt verstaan een kalenderweek, die loopt van maandag 06:00 uur tot de volgende maandag
06:00 uur. Week 1 is de week, waarin de eerste donderdag van het jaar valt.
Op basis van het ingeschatte gebruik, dat wordt afgerekend met deze tariefdragers,
dient een deel van de kosten, die met toepassing van artikel 3.6.3 worden toegerekend aan de in die tariefcategorieën genoemde netvlakken, met de in
dit artikel genoemde tariefdragers te worden gedekt.
De kWmaxgewogen wordt bepaald door elke kwartierwaarde van een maand of een week te vermenigvuldigen
met de wegingsfactor van het desbetreffende moment van belasting, overeenkomstig Bijlage
B en van de resulterende reeks de hoogste waarde te nemen.
3.7.7.
[Vervallen per 26-04-2025]
De tariefdragers voor het TAVT voor verbruikers in de tariefcategorie, genoemd in
3.7.1, onder d, zijn voor afname:
-
a. kWgecontracteerd voor gecontracteerd transportvermogen voor afname ter dekking van 25% van de kosten
die met toepassing van 3.6.3 worden toegerekend aan het in die tariefcategorie genoemde netvlak;
-
b. kWmax per maand ter dekking van 25% van de kosten die met toepassing van 3.6.3 worden toegerekend aan het in die tariefcategorie genoemde netvlak;
-
c. kWh ter dekking van 50% van de kosten die met toepassing van 3.6.3 worden toegerekend aan het in die tariefcategorie genoemde netvlak.
De tariefdragers voor het TAVT voor verbruikers in de tariefcategorie, genoemd in
3.7.1, onder e, zijn voor afname:
-
a. kWgecontracteerd voor gecontracteerd transportvermogen voor afname gelijk aan het tarief genoemd 3.7.9, onder a, plus een verhoging ter dekking van de kosten die met toepassing van 3.6.3 zijn toegerekend aan Trafo MS / LS;
-
b. kWmaxper maand gelijk aan het tarief genoemd 3.7.9, onder b;
-
c. kWh gelijk aan het tarief genoemd 3.7.9, onder c.
Voor de in 3.7.9 en 3.7.10, telkens onder a, genoemde tariefdrager wordt uitgegaan van een waarde voor het gecontracteerd transportvermogen
voor afname die voor onbepaalde tijd geldt.
De tariefdragers voor het TAVT, die met toepassing van 3.6.3 worden toegerekend aan verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in 3.7.1 onder f en g, zijn voor afname:
Met betrekking tot de tariefdrager, genoemd in 3.7.12, onder a, geldt dat:
-
a. dubbeltariefverbruikers een op die tariefdrager gebaseerd gedifferentieerd tarief
betalen al naar gelang sprake is van verbruik gedurende laaguren of verbruik gedurende
normaaluren. De relatieve verhouding tussen de tarieven voor normaal uren en laaguren
is door de netbeheerder te bepalen.
-
b. enkeltariefverbruikers een op die tariefdrager gebaseerd tarief betalen waarbij de
netbeheerder de verhouding van het enkeltarief ten opzichte van het normaaltarief
kan bepalen.
Het TAVT voor verbruikers met een aansluiting met een doorlaatwaarde kleiner dan of
gelijk aan 3x80A wordt berekend door de totale toegerekende transportafhankelijke
kosten te delen door de som van het aantal aansluitingen per afnemerscategorie vermenigvuldigd
met de rekencapaciteit van deze afnemerscategorie (zie tabel). De rekencapaciteit
wordt gebruikt om de capaciteitsafhankelijke tarieven voor de onderscheiden afnemerscategorieën
te bepalen.
Tabel: rekencapaciteit
Afnemerscategorie
|
Doorlaatwaarde van de aansluiting
|
Rekencapaciteit [kW]
|
1
|
t/m 1x6A geschakeld
|
0,05
|
2
|
1-fase aansluitingen t/m 1x10A
|
0,5
|
3
|
1-fase >1x10A en 3-fase t/m 3x25A
|
4
|
4
|
> 3x25A t/m 3x35A2
|
20
|
5
|
> 3x35A t/m 3x50A
|
30
|
6
|
> 3x50A t/m 3x63A
|
40
|
7
|
>3x63A t/m 3x80A
|
50
|
2 Of 3x40A indien een schakelautomaat wordt toegepast.
Bij aangeslotenen met een aansluiting met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk
aan 3x80A in de tariefcategorie, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel f, en waarachter zich uitsluitend één of meer elektriciteitsproductie-eenheid/eenheden
bevind(t)(en) en geen ander verbruik dan het eigen verbruik van de desbetreffende
elektriciteitsproductie-eenheid/eenheden, wordt geen TAVT in rekening gebracht.
De netbeheerder stelt, na overleg met de in zijn gebied actieve vergunninghouders,
de laaguren en de normaaluren vast en gaat daarbij uit van de in het verleden gehanteerde
schakeltijden.
In afwijking van de artikelen 3.7.5, 3.7.5a, 3.7.9, 3.7.10 en 3.7.12, onderdeel a, zijn de tariefdragers voor het TAVT voor verbruikers die overeenkomstig artikel
7.1b van de Netcode elektriciteit een aansluit- en transportovereenkomst zijn overeengekomen
met een variabel recht op transport van elektriciteit:
-
a. voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdelen a1 en a2, kWmaxgewogen per maand waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.5, onderdeel a, subonderdeel 2°;
-
b. voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdelen b en c, kWmax per maand waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.5, onderdeel b, subonderdeel 2°
-
c. voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdelen a1 en a2, met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur kWmaxgewogen per week waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.5a, onderdeel a, subonderdeel 2°;
-
d. voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel b en c, met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur kWmax per week waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.5a, onderdeel b, subonderdeel 2°;
-
e. voor verbruikers in de tariefcategorie, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel d, kWmax per maand waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.9, onderdeel b en kWh waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.9,
onderdeel c;
-
f. voor verbruikers in de tariefcategorie, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel e, kWmax per maand waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.10, onderdeel b, en kWh waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel
3.7.10, onderdeel c;
-
g. voor verbruikers in de tariefcategorie, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel f, met een aansluiting met een doorlaatwaarde groter dan 3x80A, kWh waarvoor het tarief
gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.12, onderdeel a, tweede aandachtstreepje.
In afwijking van de artikelen 3.7.5 en 3.7.5a, zijn de tariefdragers voor het TAVT voor verbruikers die overeenkomstig artikel
7.1c van de Netcode elektriciteit een aansluit- en transportovereenkomst zijn overeengekomen
met een tijdsduurgebonden recht op transport van elektriciteit:
-
a. voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel a1 en a2, kWmaxgewogen per maand waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.5, onderdeel b, subonderdeel 2°;
-
b. voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel a1 en a2, met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur, kWmaxgewogen per week waarvoor het tarief gelijk is aan 100% van het tarief bedoeld in artikel 3.7.5a, onderdeel b, subonderdeel 2°.
In afwijking van de artikelen 3.7.5, 3.7.5a, 3.7.9, 3.7.10 en 3.7.12, onderdeel a, zijn de tariefdragers voor het TAVT voor verbruikers die overeenkomstig
artikel 7.1d van de Netcode elektriciteit een aansluit- en transportovereenkomst zijn
overeengekomen met een tijdsblokgebonden recht op transport van elektriciteit:
-
a. voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel b en c:
-
b. voor verbruikers in de tariefcategorieën, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel b en c met een bedrijfstijd van maximaal 600 uur:
-
c. voor verbruikers in de tariefcategorie, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel d en e:
-
1°. t/24 maal kWgecontracteerd voor gecontracteerd transportvermogen voor afname waarvoor het tarief gelijk is aan
het tarief als bedoeld in artikel 3.7.9, respectievelijk 3.7.10, beide onderdeel a, waarbij t het gemiddelde aantal uren per etmaal is dat de verbruiker
recht heeft op transport van elektriciteit;
-
2°. kWmax per maand waarvoor het tarief gelijk is aan het tarief als bedoeld in artikel 3.7.9, respectievelijk 3.7.10, beide onderdeel b; en
-
3°. kWh waarvoor het tarief gelijk is aan het tarief bedoeld in artikel 3.7.9, respectievelijk 3.7.10, beide onderdeel c;
-
d. voor verbruikers in de tariefcategorie, genoemd in artikel 3.7.1, onderdeel f, met een aansluiting met een doorlaatwaarde groter dan 3x80A: