Transport vindt plaats op grond van een met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
te sluiten overeenkomst en houdt in dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
gas aangeboden op een entrypunt in het landelijk gastransportnet inneemt en op een
exitpunt ter beschikking stelt. Entrycapaciteit en exitcapaciteit kunnen onafhankelijk
van elkaar bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet worden gecontracteerd.
-
1. Ter uitvoering van artikel 12b, lid 2a, onder sub b en c, van de Gaswet, wordt het volgende bepaald.
-
2. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet informeert de netgebruikers op geschikte
wijze over de actuele lijst van haar entry- en exitpunten, ingedeeld naar relevante
marktsegmenten en publiceert de actuele lijst op haar website.
-
3. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet stelt entrypunten en exitpunten
vast op grond van objectieve, transparante en niet-discriminerende voorwaarden en
met inachtneming van de belangen van netgebruikers.
-
4. Onder het vaststellen van entry- en exitpunten in dit artikel, wordt mede begrepen
het laten vervallen van entry- en exitpunten.
-
5. Indien het entry- of exitpunt vervalt vanwege het wegvallen van fysieke gasstromen
of er een entry-of exitpunt ontstaat vanwege nieuwe fysieke gasstromen, is de procedure
als in dit artikel bepaald niet van toepassing.
-
6. Een voornemen tot wijziging van de vaststelling van interconnectiepunt(en) dat leidt
tot het laten vervallen van alle interconnectiepunten tussen twee entry-exitsystemen
(marktintegratie), zal tenminste 18 maanden voor de geplande invoeringsdatum bekend
worden gemaakt door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet in samenwerking
met de andere transmissiesysteembeheerder(s). Deze bekendmaking vindt plaats door
publicatie van het voornemen op de website van de netbeheerder en door toezending
van het voornemen aan de ACM.
-
7. Het voornemen, bedoeld in lid 6, bevat tenminste:
-
a. een analyse van de kosten en baten van het laten vervallen van de betrokken interconnectiepunten;
-
b. een analyse van de financiële gevolgen van het laten vervallen van de betrokken interconnectiepunten
voor de netgebruikers van de betrokken entry-exitsystemen. De netbeheerder van het
landelijk gastransportnet maakt de financiële gevolgen inzichtelijk aan de hand van
een naar jaar gespecificeerde berekening voor een periode van tenminste vijf jaren;
-
c. informatie over de technische en operationele voorzieningen die ten behoeve van het
laten vervallen van de betrokken interconnectiepunten moeten worden getroffen en de
afspraken die daarover zijn gemaakt met de andere transmissiesysteembeheerder(s).
-
8. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet stelt netgebruikers in de gelegenheid
om binnen zes weken na publicatie van het voornemen een schriftelijke reactie te geven
op het voornemen. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zendt een afschrift
van de ontvangen reacties op het voornemen aan de ACM.
-
9. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet geeft niet eerder uitvoering aan
het voornemen dan nadat:
-
a. de ACM heeft beoordeeld of het laten vervallen van de betrokken interconnectiepunten
plaatsvindt overeenkomstig de in lid 3 genoemde criteria;
-
b. de ACM en de betrokken buitenlandse nationale regulerende instantie(s) hebben vastgesteld
welke technische en operationele maatregelen getroffen dienen te worden door de betrokken
transmissiesysteembeheerders;
-
c. de ACM en de betrokken buitenlandse nationale regulerende instantie(s), hebben vastgesteld
of en, zo ja, welke vergoedingsmaatregel vanwege het kostenveroorzakingsprincipe dient
te worden getroffen ter vergoeding van het transport van gas tussen de betrokken transmissiesysteembeheerders.
De vergoedingsmaatregel beperkt de nadelige effecten op de inkomsten van de betrokken
transmissiesysteembeheerders en voorkomt ongeoorloofde kruissubsidiëring tussen netgebruikers.
Verder draagt de vergoedingsmaatregel bij aan kostenreflectieve tarieven.
-
10. Het in lid 9 in de onderdelen a, b en c genoemde zal binnen een termijn van 12 maanden
worden uitgevoerd of sneller indien dat mogelijk is. De overschrijding van deze termijn
laat de verplichting van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet om niet
eerder uitvoering te geven aan het voornemen dan nadat het in lid 9 in de onderdelen
a, b en c is doorlopen, onverlet. De ACM zal de uitkomsten van de in lid 9 in de onderdelen
a tot en met c bedoelde onderzoeken, op geschikte wijze bekendmaken.
-
11. De ACM legt de verplichting op tot het betalen van een jaarlijkse vergoeding door
een transmissiesysteembeheerder (waaronder ook interconnector-beheerder) aan een andere
transmissiesysteembeheerder (waaronder ook interconnector-beheerder) indien:
-
– een interconnectiepunt is komen te vervallen en
-
– de situatie zich voordoet waarbij de ACM en de betrokken buitenlandse nationale regulerende
instantie(s) niet in de gelegenheid is (zijn) gesteld om een vergoedingsmaatregel
te treffen ter vergoeding van het transport van gas tussen de betrokken transmissiesysteembeheerders
overeenkomstig lid 9 onder c en
-
– de ACM heeft vastgesteld dat het vervallen van dat interconnectiepunt leidt tot ongeoorloofde
kruissubsidiëring tussen netgebruikers.
De hoogte van de jaarlijkse vergoeding wordt vastgesteld door voor elke dag van het
betreffende kalenderjaar waar de jaarlijkse vergoeding op ziet, het gealloceerde gasvolume
dat op die dag door het vervallen interconnectiepunt stroomt te vermenigvuldigen met
het entry- en/of exittarief dat de ACM voor het kwartaal waarin die dag valt heeft
vastgesteld in het besluit bedoeld in artikel 82, vijfde lid, van de Gaswet. Het resulterend bedrag wordt gedeeld door het aantal dagen in dat kwartaal. Bij
entrygas dient het gasvolume vermenigvuldigd te worden met het entrytarief, bij exitgas
dient het gasvolume vermenigvuldigd te worden met het exittarief.
-
12. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet het voornemen heeft om, anders
dan vanwege marktintegratie, een entry- of exitpunt vast te stellen, dan geldt de
hiernavolgende procedure:
-
a. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet meldt dit voornemen aan de ACM uiterlijk
twee maanden voordat zij uitvoering wil geven aan dit voornemen.
-
b. De ACM beoordeelt dit voornemen op een materieel effect voor de netgebruikers en deelt
de uitkomst van deze beoordeling met de netgebruikers.
-
c. Indien er sprake is van een materieel effect zal de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet in overleg treden met de netgebruikers.
-
d. Indien er sprake is van een materieel effect zal de ACM binnen een termijn van drie
maanden of sneller indien dat mogelijk is:
-
1°. beoordelen of het vaststellen van het entry- of exitpunt plaatsvindt overeenkomstig
de in lid 3 genoemde criteria;
-
2°. vaststellen of en, zo ja, welke compenserende maatregel vanwege het kostenveroorzakingsprincipe
dient te worden getroffen teneinde ongeoorloofde kruissubsidiëring tussen netgebruikers
te voorkomen. De compenserende maatregel draagt bij aan kostenreflectieve tarieven.
-
12. De jaarlijkse vergoeding zoals bedoeld in lid 11 wordt gebaseerd op de gealloceerde
transportcapaciteit die volgt uit transportovereenkomsten van de betalende transmissiesysteembeheerder
(waaronder ook interconnector-beheerder) die gesloten zijn vanaf 1 oktober 2025. De
jaarlijkse vergoeding kan worden gebaseerd op transportcapaciteit die volgt uit overeenkomsten
gesloten vanaf 1 januari 2026 indien:
-
– het doorrekenen van de vergoeding aan de klanten van de betalende transmissiesysteembeheerder
(waaronder ook interconnector-beheerder) afhankelijk is van goedkeuring van een betrokken
nationaal regulerende instantie en
-
– het verlengen van de behandeltermijn door die nationaal regulerende instantie ertoe
leidt dat de vergoeding niet voor 1 oktober 2025 aan klanten kan worden doorberekend.
-
13. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet geeft niet eerder uitvoering aan
haar voornemen, bedoeld in lid 11, dan dat de procedure in lid 11, onderdelen a tot
en met d is doorlopen.
2.1.2. Entry- en exitcapaciteit
Omschrijving
Gecontracteerde entrycapaciteit geeft het recht om op een entrypunt een hoeveelheid
gas per uur in het landelijk gastransportnet in te voeden. Gecontracteerde exitcapaciteit
geeft het recht om op een exitpunt een hoeveelheid gas per uur aan het landelijk gastransportnet
te onttrekken.
Contractering en toewijzing
Entry- en exitcapaciteit wordt onderscheiden in verschillende capaciteitsproducten.
De capaciteitsproducten verschillen wat betreft de aanvangsdatum en aanvangstijd,
de duur waarvoor entry- of exitcapaciteit wordt gecontracteerd en de prijs die op
het capaciteitsproduct van toepassing is.
Op interconnectiepunten biedt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet overeenkomstig
artikel 9 van NC-CAM standaard jaarcapaciteitsproducten, standaard kwartaalcapaciteitsproducten,
standaard maandcapaciteitsproducten, standaard dagcapaciteitsproducten en standaard
within-day-capaciteitsproducten aan. Deze standaard capaciteitsproducten worden gecontracteerd
en aan erkende programmaverantwoordelijken toegewezen door middel van een veiling
als bepaald in NC-CAM.
Op binnenlandse entry- en exitpunten worden jaarcapaciteitsproducten, kwartaalcapaciteitsproducten,
maandcapaciteitsproducten, dagcapaciteitsproducten en within-day-capaciteitsproducten onderscheiden. Jaar-, kwartaal-, maand-, dag- en within-day-capaciteitsproducten hebben op binnenlandse entry- en exitpunten dezelfde aanvangsdatum,
aanvangstijd en duur als de standaard capaciteitsproducten zoals beschreven in artikel
9 van NC-CAM, met uitzondering van jaarcapaciteitsproducten die elke gasmaand kunnen
aanvangen. Op binnenlandse entry- en exitpunten, niet zijnde exitpunten die de verbinding
vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet, worden
deze capaciteitsproducten gecontracteerd en aan erkende programmaverantwoordelijken
of aangeslotenen met exitcapaciteit toegewezen volgens het first come first served principe. Op binnenlandse exitpunten die de verbinding vormen tussen het landelijk
gastransportnet en een regionaal gastransportnet wordt de exitcapaciteit gecontracteerd
overeenkomstig het bepaalde in 2.1.2b tot en met 2.1.2e.
Indien een erkende programmaverantwoordelijken of aangeslotenen met exitcapaciteit
op binnenlandse entry- en exitpunten op dezelfde dag op een entry- of exitpunt entry-
of exitcapaciteit contracteert in een willekeurige combinatie van kwartaal-, maand-
en dagcapaciteitsproducten, zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
op verzoek van de erkende programmaverantwoordelijken of aangeslotenen met exitcapaciteit
per schijf van gelijke hoeveelheid gecontracteerde entry- of exitcapaciteit het volgende
doen:
-
a. Indien de te betalen prijs voor de combinatie van gecontracteerde kwartaal-, maand-
en dagcapaciteitsproducten hoger is dan de prijs van een jaarcapaciteitsproduct, dan
wordt voor die schijf het jaarcapaciteitsproduct gecontracteerd, mits de daartoe benodigde
capaciteit op het betreffende entry- of exitpunt beschikbaar is;
-
b. Indien de te betalen prijs voor de combinatie van gecontracteerde maand- en dagcapaciteitsproducten
binnen één gaskwartaal hoger is dan de prijs voor het betreffende kwartaalcapaciteitsproduct,
dan wordt het betreffende kwartaalcapaciteitsproduct gecontracteerd, mits de daartoe
benodigde capaciteit op het betreffende entry- of exitpunt beschikbaar is; of
-
c. Indien de te betalen prijs voor de combinatie van gecontracteerde dagcapaciteitsproducten
binnen één maand hoger is dan de te betalen prijs voor het maandcapaciteitsproduct,
dan wordt het betreffende maandcapaciteitsproduct gecontracteerd, mits de daartoe
benodigde capaciteit op het betreffende entry- of exitpunt beschikbaar is.
Afschakelbare entry- en exitcapaciteit
Entry- en exitcapaciteit kunnen door de landelijke netbeheerder van het gastransport
in de vorm van afschakelbare transportcapaciteit worden aangeboden. Gecontracteerde
afschakelbare entrycapaciteit geeft het voorwaardelijke recht om op een entrypunt
een hoeveelheid gas per uur in het landelijk gastransportnet in te voeden. Gecontracteerde
afschakelbare exitcapaciteit geeft het voorwaardelijke recht om op een exitpunt een
hoeveelheid gas per uur aan het landelijk gastransportnet te onttrekken. De netbeheerder
van het landelijk gastransportnet biedt afschakelbare entrycapaciteit of exitcapaciteit
slechts aan indien vaste entrycapaciteit of vaste exitcapaciteit niet meer beschikbaar
is. Van afschakelbare entry- of exitcapaciteit kan uitsluitend gebruik worden gemaakt
indien de netgebruikers van het landelijk gastransportnet die op het betreffende entrypunt
of exitpunt beschikken over vaste entry- of exitcapaciteit dan wel eerder gecontracteerde
afschakelbare entry- of exitcapaciteit, niet (volledig) van hun entrycapaciteit respectievelijk
exitcapaciteit gebruik maken. Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, kan de
netgebruiker op het desbetreffende entry- of exitpunt (deels) worden afgeschakeld.
Het afschakelen zal worden uitgevoerd in de volgorde van de volgens 5.1.6 vastgelegde
tijdstempels, en bij gelijke tijdstempels naar rato van de nominaties.
Overige voorwaarden
Op binnenlandse entry- en exitpunten zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
onverwijld, met inachtneming van 2.1.12, naar mate er bestaande vaste entrycapaciteit of bestaande vaste exitcapaciteit beschikbaar
komt, de gecontracteerde afschakelbare capaciteit opwaarderen naar vaste entrycapaciteit
respectievelijk vaste exitcapaciteit. Het opwaarderen zal worden uitgevoerd in de
volgorde van de volgens 5.1.6 vastgelegde tijdstempels.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet houdt exitcapaciteit aan ten behoeve
van exitpunten die gekoppeld zijn aan de aansluiting van een direct aangeslotene.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet houdt uitsluitend exitcapaciteit
aan die gecontracteerd is voor de duur van een jaar een kwartaal of een maand. De
exitcapaciteit voor een direct aangeslotene wordt aangehouden tot uiterlijk één maand
voor het aflopen van de al gecontracteerde exitcapaciteit op het betreffende exitpunt.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaalt voor alle exitpunten die
de verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet
gezamenlijk de planparameters en publiceert deze voorafgaand aan elk kalenderjaar
op zijn website. De planparameters omvatten de plancapaciteit, de plancapaciteit profielafnemers,
de standaardcapaciteit profielafnemers, de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers
en de exitcapaciteit benodigd voor pieklevering, als bedoeld en onder omstandigheden
zoals omschreven in artikel 2, eerste lid, van het Besluit leveringszekerheid Gaswet. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet publiceert de wijze waarop de
planparameters worden bepaald op haar website. Bij de bepaling als bedoeld in de vorige
twee volzinnen geldt dat de som van de plancapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit
telemetriegrootverbruikers gelijk is aan de plancapaciteit. De standaardcapaciteit
profielafnemers plus de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers wordt geheel gecontracteerd
door de gezamenlijke erkende programmaverantwoordelijken met erkenning LB. De standaardcapaciteit
profielafnemers en plancapaciteit telemetriegrootverbruikers worden in de vorm van
vaste exitcapaciteit gecontracteerd. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet
verdeelt de standaardcapaciteit profielafnemers, plus de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers
over de erkende programmaverantwoordelijken met erkenning LB op basis van gegevens
uit de aansluitingenregisters van de regionale netbeheerders volgens de methodiek
van 2.1.2d respectievelijk 2.1.2e.
-
1 De regionale netbeheerders doen aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
maandelijks uiterlijk op de zesde werkdag volgende op de eerste kalenderdag van de
maand opgave van de volgende gegevens voor de aansluitingen direct aan gesloten op
het regionaal gastransportnet, geldend per eerste kalenderdag van die maand, per exitpunt
per erkende programmaverantwoordelijke per leverancier:
-
2 Uiterlijk op de tiende werkdag van de vierde maand na afloop van de maand waarop de
gegevens betrekking hebben verstrekken de regionale netbeheerders de genoemde gegevens
nogmaals aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, waarbij zij correcties
verwerken die zijn aangebracht naar aanleiding van opmerkingen die zijn ingediend
door erkende programmaverantwoordelijken en leveranciers bij de regionale netbeheerders.
-
3 De regionale netbeheerders zenden op dezelfde dagen de genoemde gegevens tevens naar
de desbetreffende erkende programmaverantwoordelijken. Erkende programmaverantwoordelijken
zijn gehouden de conform dit artikel door de regionale netbeheerder in de eerste maand
verstrekte gegevens bij ontvangst te controleren op plausibiliteit en eventuele vermeende
fouten zo spoedig mogelijk, doch in elk geval vijf werkdagen vóór de verstrekking
van nieuwe gegevens in de vierde maand conform dit artikel, te melden bij de regionale
netbeheerder.
-
5 De regionale netbeheerder draagt er zorg voor dat informatie, die aan de netbeheerder
van het landelijk gastransportnet, erkende programmaverantwoordelijken en leveranciers
wordt verschaft, consistent is.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaalt de in een maand door elke
erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB ten behoeve van profielafnemers
en voor het netverlies gecontracteerde hoeveelheid exitcapaciteit, op basis van de
volgens artikel 2.1.2b en 2.1.2c vastgestelde respectievelijk verstrekte gegevens dan wel informatie uit de aansluitingenregisters
van de regionale netbeheerders als volgt:
Waarbij de maandelijkse fractie voor de profielafname wordt bepaald met:
waarin:
OVPV,netgebied,profiel = De OV-exitcapaciteit voor profielafnemers van een bepaalde erkende programmaverantwoordelijke
voor een bepaald netgebied
SJVCat, PV, netgebied = De som van de standaardjaarverbruiken voor alle profielafnemers met een bepaalde
afnamecategorie voor een bepaalde erkende programmaverantwoordelijke voor een bepaald
netgebied.
Cat = Afnamecategorie
JVGMN,PV,netgebied = De som van de uurlijkse netverliesvolumes
SCprofiel,land = De standaardcapaciteit profielafnemers
PCprofiel,land = De plancapaciteit profielafnemers
PCpiek = De piekcapaciteit, zijnde dat deel van de plancapaciteit profielafnemers dat is
bedoeld voor de pieklevering aan kleinverbruikers volgens artikel 2, eerste lid, van het Besluit leveringszekerheid Gaswet
FGx,maand = De maximale uurfractie voor de profielenmethodiek conform bijlage 3 van de Informatiecode elektriciteit en gas voor afnamecategorie x bij de referentietemperatuur behorend bij de onderhavige maand
MCprofiel,land = De modelcapaciteit voor alle profielafnemers in Nederland, bepaald met de bovenstaande
formule (d.w.z. door het product van het standaardjaarverbruik per categorie en maximale
uurfractie te sommeren over alle erkende programmaverantwoordelijken en alle netgebieden).
FFprofiel = De fitfactor profielafnemers
De berekening wordt uitgevoerd volgens het volgende stappenplan:
Stap
|
Door
|
Frequentie
|
Bepaling grootheid
|
Actie
|
1a
|
LNB
|
jaar
|
PC
PCtelemetrie
PCprofiel
|
Bepaal de plancapaciteit, plancapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers
|
1b
|
LNB
|
jaar
|
SCprofiel
|
Bepaal de standaardcapaciteit profielafnemers door de piekcapaciteit voor kleinverbruikers
af te trekken van de plancapaciteit profielafnemers.
|
2a
|
RNB
|
maand
|
Aantal profielafnemers,
som SJV
|
Bepaal het aantal profielafnemers per profielcategorie en de som van de standaardjaarverbruiken
per profielcategorie.
|
2b
|
RNB
|
maand
|
Jaarverbruik GMN
|
|
2c
|
RNB
|
maand
|
|
Stuur de resultaten van stap 2a en 2b naar de LNB
|
3a
|
LNB
|
maand
|
MCprofiel, land
|
Bepaal de modelcapaciteit.
|
3b
|
LNB
|
maand
|
FFprofiel
|
Bepaal de fitfactor voor profielafnemers (FFprofiel) door de standaardcapaciteit profielafnemers (SCprofiel) te delen door de modelcapaciteit.
|
4
|
LNB
|
maand
|
OVPV,netgebied,profiel
|
Bepaal per erkende programmaverantwoordelijke per netgebied de gecontracteerde capaciteit
voor profielafnemers door per maand de maximale profielfractie (volgens bijlage 3
van de Informatiecode elektriciteit en gas) bij de voor die maand geldende referentietemperatuur
te vermenigvuldigen met de som van het standaardjaarverbruik per erkende programmaverantwoordelijke
en met de fitfactor voor profielafnemers.
|
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet bepaalt de in een maand door elke
erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB ten behoeve van telemetriegrootverbruikers
gecontracteerde hoeveelheid exitcapaciteit, op basis van de volgens artikel 2.1.2b en 2.1.2c vastgestelde respectievelijk verstrekte gegevens dan wel informatie uit de aansluitingenregisters
van de regionale netbeheerders als volgt:
Met:
waarin:
OVPV,netgebied,telemetrie = De OV-exitcapaciteit voor telemetriegrootverbruikers van een bepaalde erkende programmaverantwoordelijke
voor een bepaald netgebied
pftelemetrie = De profielfactor telemetriegrootverbruik.
GCPV, netgebied = De som van de maxverbruiken van alle telemetriegrootverbruikers waarvoor een erkende
programmaverantwoordelijke in een bepaald netgebied de programmaverantwoordelijkheid
uitoefent.
GCx(PV, netgebied) = Maxverbruik voor telemetriegrootverbruiker x waarvoor een erkende programmaverantwoordelijke
de programmaverantwoordelijkheid uitoefent in een bepaald netgebied
GCland = De som van de maxverbruiken van alle telemetriegrootverbruikers in het land = som
van GCPV, netgebied van alle erkende programmaverantwoordelijken en voor alle netgebieden
PCtelemetrie = De plancapaciteit telemetriegrootverbruikers
FFtelemetrie = Fitfactor telemetriegrootverbruikers
De berekening wordt uitgevoerd volgens het volgende stappenplan:
Stap
|
Door
|
Frequentie
|
Bepaling grootheid
|
Actie
|
1
|
LNB
|
jaar
|
PC
PCtelemetrie
PCprofiel
|
Bepaal de plancapaciteit, plancapaciteit profielafnemers en de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers
(dit is dezelfde actie als stap 1a in lid 2.1.2d).
|
2a
|
RNB
|
maand
|
GCPV,netgebied
|
Bepaal per netgebied de som van de maxverbruiken van alle telemetriegrootverbruikers
per erkende programmaverantwoordelijke.
|
2b
|
RNB
|
maand
|
|
Stuur de resultaten van stap 2a naar de LNB.
|
3
|
LNB
|
maand
|
GCland
|
Bepaal de som over alle RNB-exitpunten van GCPV,netgebied.
|
4
|
LNB
|
maand
|
FFtelemetrie
|
Bepaal de fitfactor telemetriegrootverbruikers door PCtelemetrie te delen door GCland.
|
5
|
LNB
|
maand
|
|
Publiceer FFtelemetrieop de website.
|
6
|
LNB
|
maand
|
|
Bepaal per erkende programmaverantwoordelijke per netgebied de gecontracteerde capaciteit
telemetriegrootverbruikers per maand door de som van GCPV,netgebied en het FFtelemetrie te vermenigvuldigen met de profielfactor telemetriegrootverbruik pftelemetrie.
|
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet publiceert de te hanteren fitfactor
profielafnemers, de fitfactor telemetriegrootverbruikers, de referentietemperaturen,
de profielfracties voor profielafnemers en de profielfactoren telemetriegrootverbruik
op zijn website.
Voor profielafnemers achter een niet OV-exitpunt reserveert de netbeheerder van het
landelijk gastransportnet voldoende exitcapaciteit.
2.1.2h. Wheelingcapaciteit
Omschrijving wheeling
Op entry- en exitpunten die op dezelfde locatie liggen, biedt de netbeheerder van
het landelijk gastransportnet, naast de entry- en exitcapaciteit beschreven in 2.1.2, ook wheelingcapaciteit aan. Gecontracteerde wheelingcapaciteit geeft het recht om
op een entrypunt een hoeveelheid gas per uur in het landelijk gastransportnet in te
voeden en op een op dezelfde locatie gelegen exitpunt weer aan het landelijk gastransportnet
te onttrekken tegen een gereduceerd entry- en exittarief. De hoeveelheid in een uur
in te voeden gas dient gelijk te zijn aan de hoeveelheid te onttrekken gas in hetzelfde
uur. De gecontracteerde wheelingcapaciteit wordt door de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet geregistreerd in een separaat portfolio.
Contractering en toewijzing
Wheelingcapaciteit wordt gecontracteerd en aan erkende programmaverantwoordelijken
toegewezen volgens het first come first served principe. Wheelingcapaciteit kan vanaf
1 januari 2014 niet worden gecontracteerd tussen een binnenlands entry- of exitpunt
en een interconnectiepunt. Wheelingcapaciteit die is gecontracteerd voor 1 januari
2014 zal worden gerespecteerd. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet biedt
wheelingcapaciteit slechts aan indien de aangeboden wheelingcapaciteit niet van invloed
is op de aangeboden entry- en exitcapaciteit als bedoeld in artikel 2.1.2. Wheelingcapaciteit wordt onderscheiden in jaar-, kwartaal- en maandcapaciteitsproducten.
De combinatie van entry- en exitpunten waarvoor wheelingcapaciteit wordt aangeboden
wordt door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet op zijn website gepubliceerd.
2.1.3. Backhaul entry- en exitcapaciteit
[Vervallen per 01-01-2019]
2.1.5. Wheeling
[Vervallen per 01-01-2019]
2.1.6. Shorthaul
[Vervallen per 01-01-2019]
-
3 Indien de betalingsverplichting op het entry- of exitpunt waar capaciteit naar toe
wordt verplaatst, lager is dan de betalingsverplichting op het oorspronkelijke entry-
of exitpunt, dan blijft de oorspronkelijke betalingsverplichting in stand.
-
4 Diversion, bedoeld in het eerste lid, kan voor een jaar-, kwartaal- of maandcapaciteitsproduct
worden gecontracteerd.
-
3 Indien de betalingsverplichting op het entry- of exitpunt waar capaciteit naar toe
verplaatst wordt, lager is dan de betalingsverplichting op het oorspronkelijke entry-
of exitpunt, dan blijft de oorspronkelijke betalingsverplichting in stand.
-
4 Diversion, bedoeld in het eerste lid, kan voor een jaar-, kwartaal-, maand- of dag
capaciteitsproduct worden gecontracteerd.
De status van de door middel van diversion verplaatste entry- of exitcapaciteit zal
niet worden aangetast tenzij deze verplaatsing de status van de entry- of exitcapaciteit
van een andere erkende programmaverantwoordelijke zou aantasten.
Omschrijving
Verlegging geeft het recht om exitcapaciteit van een binnenlands exitpunt voor een
bepaalde periode te verplaatsen naar een ander binnenlands exitpunt.
Contractering en toewijzing
Een erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit kan een
verzoek voor verlegging indienen bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet beoordeelt het verzoek voor verlegging.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet honoreert het verzoek voor verlegging
indien het verzoek voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
-
a. De verlegging is gerelateerd aan onderhoud of incidenten aan de zijde van de aangeslotene
die leiden tot merkbare beperking van technisch operationele en tijdelijke aard in
de mogelijkheid om gas te onttrekken op het exitpunt waar de erkende programmaverantwoordelijke
of aangeslotene met exitcapaciteit exitcapaciteit heeft gecontracteerd;
-
b. De verlegging heeft betrekking op een aaneengesloten periode die niet langer is dan
de vooraf bepaalde duur van de merkbare beperking bedoeld in onderdeel a;
-
c. De erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit kan de gecontracteerde
exitcapaciteit op het exitpunt waar de merkbare beperking, als bedoeld in onderdeel
a, zich voordoet, geheel of gedeeltelijk benutten op een ander exitpunt binnen het
portfolio van de erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit;
-
d. De erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit heeft in
het kalenderjaar waarop het verzoek tot verlegging betrekking heeft minder dan tweemaal
gebruik gemaakt van verlegging op een specifiek exitpunt;
-
e. De te verleggen gecontracteerde exitcapaciteit is beschikbaar op het exitpunt waar
de gecontracteerde exitcapaciteit naar toe moet worden verlegd; en
-
f. De erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit heeft het
verzoek voor verlegging zo spoedig mogelijk nadat zij op de hoogte was van de (aanstaande)
merkbare beperking ingediend.
Overige voorwaarden
De status van de door middel van verlegging verplaatste exitcapaciteit zal niet worden
aangetast tenzij deze verplaatsing de status van de exitcapaciteit van een andere
erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit zou aantasten.
2.1.9. Aanpassen gecontracteerde transportcapaciteit bij opstarten of uitbreiden
gasinstallaties
Bij het opstarten of het uitbreiden van gasinstallaties met een aansluiting op het
landelijk gastransportnet kan een erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene
met transportcapaciteit de netbeheerder van het landelijk gastransportnet verzoeken
om initieel een geschatte hoeveelheid transportcapaciteit te contracteren voor een
periode van ten hoogste vier opeenvolgende gasmaanden en de gecontracteerde transportcapaciteit
na afloop van deze periode bij te stellen naar het maximum van de gebruikte capaciteit
per maand.
De aanpassing of uitbreiding als bedoeld in artikel 2.1.9.1 wordt vastgelegd in een aparte overeenkomst tussen enerzijds de netbeheerder van
het landelijk gastransportnet en anderzijds de erkende programmaverantwoordelijke
of aangeslotene met transportcapaciteit, met daarin opgenomen de geschatte transportcapaciteit.
De geschatte transportcapaciteit dient een redelijke beoordeling te zijn van de benodigde
transportcapaciteit en dient binnen een gasmaand constant te zijn. De geschatte transportcapaciteit
vormt de basis voor de (voorlopige) berekening van het in rekening te brengen bedrag
bij de erkende programmaverantwoordelijke of de aangeslotene met transportcapaciteit.
De erkende programmaverantwoordelijke of de aangeslotene met transportcapaciteit mag
de geschatte transportcapaciteit overschrijden. Als hiervoor vooraf toestemming van
de netbeheerder van het landelijk gastransportnet benodigd is, zal dit opgenomen worden
in de overeenkomst.
Het overdragen van transportcapaciteit of het gebruik van transportcapaciteit conform
2.1.10 met betrekking tot de geschatte transportcapaciteit als bedoeld in artikel 2.1.9.2, is alleen mogelijk voor de gehele geschatte transportcapaciteit en voor de gehele
periode waarvoor de transportcapaciteit wordt geschat.
Na afloop van de periode van ten hoogste vier maanden waarvoor de transportcapaciteit
is geschat, bepaalt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet voor elke gasmaand
van de periode een waarde voor de transportcapaciteit in de betreffende gasmaand.
Deze waarde is gelijk aan het maximum van de gebruikte transportcapaciteit in die
maand, zoals gemeten op basis van de Meetcode gas LNB. De erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met transportcapaciteit sluit
een herziene overeenkomst met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet waarmee
deze transportcapaciteit wordt gecontracteerd en afgerekend op grond van het bepaalde
in artikel 3.6 tot en met 3.10 van de Tarievencode gas. Indien geen toestemming vooraf
is vereist voor het overschrijden van de geschatte transportcapaciteit is de waarde
van de transportcapaciteit in de herziene overeenkomst gelijk aan de gebruikte transportcapaciteit.
Indien wel vooraf toestemming is vereist voor het overschrijden van de geschatte transportcapaciteit
is de waarde van de transportcapaciteit in de herziene overeenkomst gelijk aan de
gebruikte transportcapaciteit voor zover de erkende programmaverantwoordelijke of
aangeslotene met transportcapaciteit vooraf toestemming heeft gevraagd en ontvangen
van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet om de geschatte transportcapaciteit
te overschrijden.
Indien er sprake is van overschrijding van de geschatte transportcapaciteit waarvoor
de erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met transportcapaciteit toestemming
heeft gevraagd, maar niet heeft gekregen, of waarvoor voorafgaande toestemming vereist
was maar welke niet is gevraagd, wordt deze overschrijding aangemerkt als een overschrijding
bedoeld in artikel 3.10 van de Tarievencode gas, en als zodanig afgerekend na afloop
van de periode van ten hoogste vier maanden waarvoor de transportcapaciteit wordt
geschat. Dit geldt eveneens indien toestemming is verleend voor overschrijding, maar
de erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met transportcapaciteit meer
transportcapaciteit gebruikt dan waarvoor toestemming was verkregen.
2.1.10. Overdracht van transportcapaciteit of het gebruiksrecht
Een erkende programmaverantwoordelijke of een aangeslotene met exitcapaciteit heeft
het recht gecontracteerde transportcapaciteit of het gebruik van transportcapaciteit
(verder: gebruiksrecht) over te dragen aan een andere erkende programmaverantwoordelijke
of aangeslotene met exitcapaciteit. Het overdragen van transportcapaciteit of het
gebruiksrecht is mogelijk tussen een aangeslotene met exitcapaciteit en een erkende
programmaverantwoordelijke voor zover het de exitcapaciteit op het exitpunt van de
aangeslotene met exitcapaciteit betreft of tussen erkende programmaverantwoordelijken
onderling. Het overdragen van transportcapaciteit of het gebruiksrecht heeft betrekking
op gecontracteerde transportcapaciteit of het gebruiksrecht voor één of meer gasdagen
of voor één of meer gasmaanden in de toekomst gelegen.
Beide partijen dienen gezamenlijk bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
een verzoek in tot het overdragen van transportcapaciteit of het gebruiksrecht. Met
de overdracht wordt het portfolio van de partij die het gebruiksrecht krijgt overgedragen
uitgebreid. In verband met artikel B1.10, lid 1 van de Transportcode gas LNB, toetst de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
of de actuele kredietruimte van deze partij nog toereikend is alvorens medewerking
te verlenen aan de overdracht. Wordt een verzoek ingediend door middel van het elektronisch
boekingsplatform, dan zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de bevestiging
van de medewerking nog dezelfde dag verzenden; een verzoek ingediend door middel van
het standaard formulier zal binnen 4 werkdagen worden bevestigd. De overgedragen transportcapaciteit
of het overgedragen gebruiksrecht kunnen op zijn vroegst door de overnemende partij
worden gebruikt op de gasdag nadat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
de bevestiging heeft verzonden. De overnemende partij draagt op het betreffende entry-
of exitpunt programmaverantwoordelijkheid.
De overgedragen capaciteit wordt als een nieuw contract geregistreerd waarbij het
type capaciteitsproduct, zoals bedoeld in artikel 2.1.2, wordt overgenomen uit het oorspronkelijke contract.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal de erkende programmaverantwoordelijke
of de aangeslotene met exitcapaciteit ter bevestiging van de medewerking een e-mail
sturen met een link naar de nieuwe overeenkomsten. Indien geen gebruik is gemaakt
van het elektronisch boekingsplatform, wordt de overdracht bevestigd per brief of
e-mail met daarbij de nieuwe overeenkomsten.
Door alleen het gebruiksrecht over te dragen verkrijgt de overnemende erkende programmaverantwoordelijke
het recht om de transportcapaciteit op het betreffende entry- of exitpunt te gebruiken.
Het tarief voor het transport wordt ongewijzigd bij de partij die het gebruiksrecht
heeft overgedragen in rekening gebracht.
Wordt de overeenkomst betreffende transport (tussentijds) beëindigd en is het gebruiksrecht
geheel of gedeeltelijk overgedragen, dan eindigt tevens dit gebruiksrecht. De netbeheerder
van het landelijk gastransportnet zal in dat geval de partij die het gebruiksrecht
overgedragen heeft gekregen van de partij die de transportcapaciteit rechtstreeks
bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft gecontracteerd de mogelijkheid
bieden de transportcapaciteit behorende bij het gebruiksrecht te contracteren. Na
melding door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet dient de betreffende
partij binnen drie werkdagen te besluiten of hij van deze mogelijkheid gebruik wenst
te maken.
Diversion zoals beschreven in 2.1.7 kan niet worden gecontracteerd met betrekking tot het gebruiksrecht dat een erkende
programmaverantwoordelijke overgedragen heeft gekregen.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal medewerking aan het overdragen
van het gebruiksrecht bevestigen door middel van een e-mail.
Kosten verband houdende met het gebruiksrecht worden door de netbeheerder van het
landelijk gastransportnet in rekening gebracht bij de erkende programmaverantwoordelijke
die het gebruiksrecht overgedragen heeft gekregen. Kosten die verband houden met het
gebruiksrecht zijn kosten in verband met overschrijdingen van de gecontracteerde capaciteit,
kosten voortkomend uit de balancering en kosten gerelateerd aan het verrekenen van
correcties op allocaties
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet waardeert gecontracteerde afschakelbare
transportcapaciteit zoals beschreven in 2.1.2 en 2.1.2h op naar vaste gecontracteerde transportcapaciteit tenzij de erkende programmaverantwoordelijke
binnen uiterlijk vijf werkdagen na het sluiten van de betreffende overeenkomst bij
de netbeheerder van het landelijk gastransportnet aangeeft dat hij voor deze overeenkomst
niet in aanmerking wenst te komen voor het opwaarderen van de gecontracteerde afschakelbare
transportcapaciteit.
Voor exitpunten die gekoppeld zijn aan de aansluiting van een verbruiker op het landelijk
gastransportnet zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de verzoeken
tot het contracteren van exitcapaciteit van twee of meer partijen, die samen de totaal
beschikbare exitcapaciteit op het betreffende exitpunt overschrijden, onder de volgende
voorwaarden accepteren:
-
– de verbruiker heeft schriftelijk verklaard dat de maximale afname op het betreffende
exitpunt nimmer de totaal beschikbare exitcapaciteit zal overschrijden; en
-
– ieder van de verzoeken van een van de partijen is kleiner dan of gelijk aan de totaal
beschikbare exitcapaciteit.
2.1.14. Teruggeven van gecontracteerde entry- en exitcapaciteit
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal in overeenstemming met artikel
2.2.4 van Bijlage 1 bij de Verordening het teruggeven van gecontracteerde, vaste entry-
en exitcapaciteit op interconnectiepunten faciliteren. De entry- en exitcapaciteit
kan worden teruggegeven voor een periode van een jaar (beginnende op 1 oktober), een
kwartaal of een maand. De aangeboden entry- en exitcapaciteit dient gedurende de gehele
teruggaveperiode constant te zijn. Gedurende de periode tussen het teruggeven van
de entry- en exitcapaciteit en het sluiten van de bijbehorende veiling kan de erkende
programmaverantwoordelijke de betreffende entry- en exitcapaciteit niet op andere
wijze verhandelen. Ingeval meerdere erkende programmaverantwoordelijken entry- en
exitcapaciteit teruggeven, maar niet alle teruggegeven entry- en exitcapaciteit volledig
kan worden geheralloceerd, zal herallocatie over deze erkende programmaverantwoordelijke
plaatsvinden op volgorde van diens tijdstip van aanvraag voor teruggave van de entry-
en exitcapaciteit. Indien en voor zover teruggegeven entry- en exitcapaciteit door
de netbeheerder van het landelijk gastransportnet opnieuw wordt verkocht, wordt de
teruggeven entry- en exitcapaciteit niet in rekening gebracht.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal in overeenstemming met artikel
2.2.2 van Bijlage 1 bij de Verordening zo nodig het recht op het gebruik van entry-
of exitcapaciteit terugkopen.
In Bijlage 2 wordt vastgelegd op welke wijze de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
de omvang van de technische, vaste entry- en exitcapaciteit en de overboekcapaciteit
bepaalt.
Wanneer, ten gevolge van nominaties boven de technische capaciteit, de systeemintegriteit
van het landelijk gastransportnet gevaar loopt, zal de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet op interconnectiepunten een terugkoopveiling starten om het voorziene
knelpunt te voorkomen. De terugkoopveiling houdt in dat erkende programmaverantwoordelijken
voor de betreffende uren het gebruik van hun transportrechten aanpassen.
Vanuit het boekingsplatform wordt 3 uur voor het uur (T) waarin het knelpunt optreedt
een notificatie verzonden aan erkende programmaverantwoordelijken. In deze notificatie
wordt aangegeven:
-
– op welk(e) entry- en/of exitpunt(en) de terugkoopveiling betrekking heeft;
-
– voor welke uurhoeveelheid en flowrichting terugkoop plaatsvindt;
-
– de aaneengesloten uren waarvoor terugkoop plaatsvindt.
De erkende programmaverantwoordelijke die wenst deel te nemen aan de terugkoopveiling
dient zijn bieding(en) te plaatsen tussen T-2¾ en T- 2¼. De erkende programmaverantwoordelijke
dient een bieding te doen zodanig dat:
-
– bij gecontracteerde entry- of exitcapaciteit in de flowrichting van de terugkoop de
nominatie wordt verhoogd (tot maximaal de gecontracteerde entry- of exitcapaciteit);
-
– bij gecontracteerde entry- of exitcapaciteit tegen de flowrichting van de terugkoop
in de nominatie wordt verlaagd.
De veiling start op T-2¼ uur en vindt plaats conform het veilingalgoritme ‘uniform
price auction’ als gedefinieerd in NC-CAM, echter met de volgende afwijkingen:
-
– de terugkoopveiling kan op elk willekeurig uur van de gasdag starten;
-
– de periode waarvoor de veiling plaatsvindt, kent geen standaard duur;
-
– de terugkoopveiling kent geen gereguleerd tarief en heeft een bodemprijs van nul;
-
– de erkende programmaverantwoordelijke geeft in de bieding(en) een minimumprijs aan
die hij wenst te ontvangen.
Direct na de terugkoopveiling ontvangen erkende programmaverantwoordelijken die een
succesvolle bieding hebben geplaatst hiervan bericht en zijn deze erkende programmaverantwoordelijken
verplicht de in het bericht genoemde hoeveelheid voor de betreffende uren te hernomineren
vóór uur T-2, oftewel de erkende programmaverantwoordelijke dient de nominatie op
T-2 ten opzichte van de nominatie geldend op T-3 aan te passen conform de hoeveelheid
in het bericht met het veilingresultaat.
Alvorens de terugkoopveiling te starten zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
verifiëren of het voorziene knelpunt op andere wijze is op te lossen. Daartoe zal
de netbeheerder van het landelijk gastransportnet onderzoeken of het voorziene knelpunt
door het nemen van operationele maatregelen kan worden opgelost en zal de netbeheerder
van het landelijk gastransportnet zo nodig met de aangrenzende netbeheerders overleggen
of het voorziene knelpunt onderling is op te lossen.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal jaarlijks aan de Autoriteit
Consument en Markt alle noodzakelijke informatie verstrekken om de werking van de
overboekings- en terugkoopregeling te kunnen beoordelen.