2.1. Aansluitingenregister
De netbeheerder identificeert de aansluitingen en geplande aansluitingen op het eigen
net door aan elke aansluiting of geplande aansluiting één unieke EAN-code toe te kennen.
De netbeheerder deelt de aangeslotene desgevraagd mee welke EAN-code aan diens aansluiting
is toegekend.
De netbeheerders hebben gezamenlijk een centraal register, hierna te noemen het centraal
aansluitingenregister, waarin elke netbeheerder zijn register, bedoeld in 2.1.3, beheert.
De netbeheerder beheert voor het eigen net een register, hierna te noemen het aansluitingenregister,
waarin per aansluiting of geplande aansluiting geïdentificeerd door de EAN-code van
de aansluiting, bedoeld in 2.1.1, voor zover beschikbaar voor geplande aansluitingen, de volgende gegevens zijn vastgelegd:
-
a. de naam van de aangeslotene met wie de aansluit- en transportovereenkomst is gesloten;
-
b. de EAN-code van de aansluiting;
-
c. de EAN-code van het netgebied waarin de aansluiting zich bevindt;
-
d. de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder;
-
e. de adresgegevens behorend bij het overdrachtspunt van de aansluiting;
-
f. de identificatie van de actuele leverancier behorende bij de desbetreffende aansluiting
(bedrijfs-EAN-code);
-
g. de identificatie van de actuele programmaverantwoordelijke op de desbetreffende aansluiting
(bedrijfs-EAN-code);
-
h. een kenmerk dat de fysieke status van de aansluiting weergeeft;
-
i. een kenmerk dat de administratieve status van de aansluiting weergeeft;
-
j. een kenmerk dat de leveringsrichting op de aansluiting weergeeft;
-
k. in geval van een elektriciteitsaansluiting, waarachter zich een of meer productie-installaties
bevinden: de aard van die productie-installaties aangeduid met het brandstoftype;
-
l. de aanduiding of de aansluiting behoort tot de categorie grootverbruik, kleinverbruik
of artikel 1 lid 2 of lid 3 van de Elektriciteitswet 1998;
-
m. in geval van een elektriciteitsaansluiting: een registratie van de verblijfsfunctie
of complexbepaling;
-
n. in geval van een elektriciteitsaansluiting tot en met 3x80A: de doorlaatwaarde van
de aansluiting, aangeduid als het aantal beschikbaar gestelde fasen vermenigvuldigd
met de nominale waarde van de overstroombeveiliging per fase;
-
o. in geval van een gasaansluiting tot en met 40 m3(n)/uur of een profielgrootverbruikaansluiting: de aansluitcapaciteit van de aansluiting,
aangeduid als de G-waarde van de meetinrichting die zich bij de aansluiting bevindt;
-
p. de wijze waarop de desbetreffende aansluiting wordt bemeten;
-
q. de profielcategorie voor elektriciteit respectievelijk de afnamecategorie voor gas
die van toepassing is op de desbetreffende aansluiting;
-
r. in geval van aansluitingen waarbij de allocatie met behulp van profielen plaatsvindt:
het standaardjaarverbruik, in geval van een elektriciteitsaansluiting onderscheiden
naar normaaluren en laaguren indien de aansluiting over een meetinrichting met telwerken
voor normaaluren en laaguren beschikt;
-
s. een kenmerk dat de allocatiemethode op de aansluiting weergeeft.
In aanvulling op 2.1.3 neemt de netbeheerder in het aansluitingenregister ten aanzien van kleinverbruikaansluitingen
de volgende gegevens op:
-
a. de capaciteitstariefcode;
-
b. in geval van een aansluiting die is voorzien van een kleinverbruikmeetinrichting die
op afstand uitleesbaar is: een kenmerk dat weergeeft of de aangeslotene de mogelijkheid
om op afstand uit te lezen administratief heeft laten uitzetten;
-
c. [Vervallen]
-
d. het identificatienummer van de meetinrichting;
-
e. in geval van een gasaansluiting: een kenmerk dat weergeeft of de meting door de kleinverbruikmeetinrichting
wordt gecorrigeerd voor temperatuur;
-
f. per telwerk van de meetinrichting, bedoeld onder d, de volgende gegevens:
-
1° in geval van elektriciteit: de telwerkindicatie;
-
2° in geval van elektriciteit en uitsluitend voor een niet op afstand uitleesbare meetinrichting:
of dit het telwerk normaal of het telwerk laag of een combinatie daarvan betreft;
-
3° in geval van elektriciteit en uitsluitend voor een niet op afstand uitleesbare meetinrichting:
de energierichting van het telwerk;
-
4° de meeteenheid;
-
5° het aantal posities voor de komma;
-
6° de vermenigvuldigingsfactor;
-
g. in geval van een aansluiting die is voorzien van een kleinverbruikmeetinrichting die
op afstand uitleesbaar is: een kenmerk dat weergeeft of de kleinverbruikmeetinrichting
gelet op externe factoren van technische aard al dan niet op afstand uitleesbaar is.
In aanvulling op 2.1.3 neemt de netbeheerder in het aansluitingenregister ten aanzien van grootverbruikaansluitingen
met inbegrip van de aansluitingen bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid van de Elektriciteitswet 1998, de volgende gegevens op:
-
a. de bedrijfs-EAN-code van de meetverantwoordelijke dan wel, indien sprake is van een
aansluiting waarbij op grond van 2.1.3.5 van de Netcode elektriciteit geen comptabele meetinrichting aanwezig is of indien sprake is van een aansluiting
zoals bedoeld in B3.4.7, de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder;
-
b. in geval van aansluitingen waarbij eenmaal per jaar het verbruik wordt bepaald: de
maand waarin de verbruiksbepaling plaatsvindt;
-
c. in geval van een elektriciteitsaansluiting groter dan 3x80A: het op de aansluiting
gecontracteerde transportvermogen [kW];
-
d. in geval van aansluitingen van telemetriegrootverbruikers gas: het jaarverbruik telemetriegrootverbruikers
(uitgedrukt in m3(n;35,17));
-
e. in geval van aansluitingen van telemetriegrootverbruikers gas: het maxverbruik (uitgedrukt
in m3(n;35,17)/uur).
De velden, bedoeld in 2.1.3 onderdeel f en g, kunnen door de netbeheerder alleen worden gemuteerd in opdracht van een leverancier
op de door de leverancier aangegeven datum.
In uitzondering op 2.1.6 kan een netbeheerder de velden, bedoeld in 2.1.3 onderdeel f en g, muteren zonder opdracht van een leverancier ter uitvoering van het besluit, bedoeld
in artikelen 16, achtste lid, en 95f, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikelen 10a, vierde lid en 47, tweede lid, van de Gaswet.
De netbeheerder effectueert wijzigingen in het aansluitingenregister op de mutatiedatum
op tijdstip 00:00 uur (in geval van elektriciteit) en op tijdstip 06:00 uur (in geval
van gas). Een leverancier, programmaverantwoordelijke en meetverantwoordelijke die
voor een bepaalde dag is vermeld in het aansluitingenregister voldoet vanaf deze volledige
dag aan de voorwaarden die aan de betreffende marktpartij worden gesteld.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet hebben het recht de voor hen relevante onderdelen van de door de andere
netbeheerders beheerde aansluitingenregisters in te zien. Zij kunnen de andere netbeheerders
verzoeken hen gegevens met betrekking tot een individuele programmaverantwoordelijke
met een volledige erkenning te verstrekken.
2.2. Wijzigen en opvraag van stamgegevens
De netbeheerder verzendt uiterlijk de werkdag volgend op de dag dat één of meerdere
gegevens in het aansluitingenregister zijn gewijzigd de stamgegevens van de desbetreffende
aansluiting aan de leverancier en de programmaverantwoordelijke en vermeldt daarbij:
-
a. de reden van verzending van de stamgegevens, te weten: "wijziging stamgegevens";
-
b. de aanduiding van het desbetreffende mutatieproces, indien het betreft:
-
(i) een leverancierswitch, een inhuizing, of een switch van programmaverantwoordelijke;
-
(ii) een meterwissel, of
-
(iii) een verzoek tot wijziging van de allocatiemethode;
-
c. de datum waarop het aansluitingenregister door de netbeheerder is gemuteerd;
-
d. de gegevens, bedoeld in 2.1.3, met uitzondering van onderdeel a;
-
e. het referentienummer van de leverancier in het geval dat de stamgegevens worden verzonden
bij een mutatieproces, waarbij de leverancier een referentienummer heeft opgegeven
in de betreffende melding.
De netbeheerder vermeldt in de stamgegevens in aanvulling op 2.2.1 de gegevens, bedoeld in 2.1.4, ingeval van een wijziging van het aansluitingenregister die betrekking heeft op
een kleinverbruikaansluiting.
De netbeheerder vermeldt in de stamgegevens in aanvulling op 2.2.1 de gegevens, bedoeld in 2.1.5, ingeval van een wijziging van het aansluitingenregister die betrekking heeft op
een grootverbruikaansluiting.
De netbeheerder verzendt de stamgegevens, bedoeld in 2.2.3, tevens aan de meetverantwoordelijke.
In het bericht, bedoeld in 2.2.3, dient in plaats van het in 2.2.1, onderdeel b, genoemde te worden gelezen: indien het een wijziging van leverancier of programmaverantwoordelijke
of meetverantwoordelijke ten gevolge van een leverancierswitch, een inhuizing, een
uithuizing, een eindelevering, een switch van programmaverantwoordelijke of een meetverantwoordelijkeswitch
of een wisseling of wijziging van meetinrichting betreft, de identificatie van het
desbetreffende mutatieproces.
In afwijking van 2.2.1 verzendt de netbeheerder geen stamgegevens indien als gevolg van het proces 3.12
uitsluitend de gegevens, genoemd in 2.1.3, onderdeel a, wijzigen.
De actuele leverancier, actuele programmaverantwoordelijke dan wel, indien het een
grootverbruikaansluiting betreft, actuele meetverantwoordelijke, of een leverancier,
programmaverantwoordelijke of meetverantwoordelijke die beschikt over een machtiging
van de aangeslotene om eenmalig de stamgegevens op te vragen kan bij de netbeheerder
de stamgegevens van de betreffende aansluiting opvragen. De opvraag stamgegevens bevat
de volgende onderdelen:
-
a. de bedrijfs-EAN-code van de opvragende partij;
-
b. de EAN-code van de aansluiting;
-
c. de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder;
-
d. indien de opvragende leverancier, programmaverantwoordelijke of meetverantwoordelijke
dat wenst op te geven: het referentienummer van de opvragende leverancier, programmaverantwoordelijke
of meetverantwoordelijke.
Naar aanleiding van de opvraag stamgegevens controleert de netbeheerder of:
-
a. de opvraag stamgegevens volledig en syntactisch correct is;
-
b. de EAN-code van de aansluiting voor komt in het aansluitingenregister;
-
c. de opvragende leverancier opgenomen is in het leveranciersregister, dan wel de opvragende
programmaverantwoordelijke een volledige erkenning heeft volgens het programmaverantwoordelijken-register,
dan wel de opvragende meetverantwoordelijke beschikt over een erkenning als bedoeld
in bijlage 4 van de Meetcode elektriciteit of bijlage 3 van de Meetcode gas RNB.
De netbeheerder voert de opvraag stamgegevens niet uit en bericht het besluit de opvraag
stamgegevens niet uit te voeren uiterlijk de werkdag na ontvangst van de opvraag stamgegevens
aan de opvragende leverancier, programmaverantwoordelijke of meetverantwoordelijke,
indien één of meer van de controles, genoemd in 2.2.8, een negatief resultaat opleveren. In het bericht wordt vermeld:
-
a. de bedrijfs-EAN-code van de opvragende partij;
-
b. de EAN-code van de aansluiting;
-
c. de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder;
-
d. de reden van het niet uitvoeren van de opvraag stamgegevens:
-
1° de opvraag stamgegevens is niet volledig of syntactisch onjuist;
-
2° de EAN-code van de aansluiting is onbekend;
-
3° de opvragende leverancier komt niet voor in het leveranciersregister, dan wel de opvragende
programmaverantwoordelijke komt niet voor in het programmaverantwoordelijken-register,
dan wel de opvragende meetverantwoordelijke beschikt niet over een erkenning;
-
e. indien aangeleverd in de opvraag: het referentienummer van de opvragende leverancier,
programmaverantwoordelijke of meetverantwoordelijke.
Het antwoord op de opvraag stamgegevens, bedoeld in 2.2.7, bevat de volgende onderdelen:
-
a. de gegevens, bedoeld in 2.1.3, met uitzondering van onderdeel a;
-
b. indien de opvraag van stamgegevens betrekking heeft op een kleinverbruikaansluiting:
de gegevens, bedoeld in 2.1.4;
-
c. indien de opvraag van stamgegevens betrekking heeft op een grootverbruikaansluiting:
de gegevens, bedoeld in 2.1.5;
-
d. reden van verzending van stamgegevens, te weten: opvraag stamgegevens;
-
e. de datum waarop de stamgegevens betrekking hebben;
-
f. indien aangeleverd in de opvraag: het referentienummer van de opvragende leverancier,
programmaverantwoordelijke.
De netbeheerder verstuurt de in 2.2.10 bedoelde stamgegevens, die betrekking hebben op de dag voorafgaand aan de dag van
ontvangst van de opvraag, zo snel mogelijk doch uiterlijk de werkdag na ontvangst
van de opvraag stamgegevens aan de opvragende leverancier, programmaverantwoordelijke
of meetverantwoordelijke, indien alle controles, bedoeld in 2.2.8, een positief resultaat opleveren.
De regionale netbeheerders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inrichting en
het beheer van een register, hierna te noemen het EAN-codeboek, dat bestaat uit:
-
a. een openbaar register dat voor een ieder toegankelijk is ten behoeve van het achterhalen
van de juiste EAN-code op basis van adresgegevens voor het (laten) uitvoeren van mutatieprocessen,
bedoeld in hoofdstukken drie en vier;
-
b. een gesloten register dat voor leveranciers, netbeheerders en programmaverantwoordelijken
toegankelijk is en, in aanvulling op de functie, bedoeld in onderdeel a, additionele
gegevens van de aansluiting bevat.
De regionale netbeheerders stellen in het openbare gedeelte van het EAN-codeboek,
bedoeld in 2.3.1 onderdeel a, per aansluiting de volgende gegevens beschikbaar:
De regionale netbeheerders stellen in het gesloten gedeelte van het EAN-codeboek,
bedoeld in 2.3.1 onderdeel b, per aansluiting in aanvulling op de gegevens, bedoeld in 2.3.2, de volgende gegevens beschikbaar:
De gegevens, bedoeld in 2.3.2 en 2.3.3, worden door de regionale netbeheerders online beschikbaar gesteld.
2.5. Het contracteindegegevensregister
De regionale netbeheerders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inrichting en
het beheer van een register, hierna te noemen het contracteindegegevensregister. Dit
contracteindegegevensregister is alleen van toepassing op aansluitingen die vallen
onder de werking van:
De leverancier vraagt bij de kleinverbruiker een machtiging om de gegevens omtrent
de leveringsovereenkomst, bedoeld in 2.5.3, in het contracteindegegevensregister, bedoeld in 2.5.1, op te nemen.
Een leverancier, die levert aan kleinverbruikers, stelt per actuele en toekomstige
leveringsovereenkomst met een kleinverbruiker die hiervoor een machtiging, bedoeld
in 2.5.2, heeft afgegeven, de volgende contractgegevens ter beschikking voor opname in het
in 2.5.1 bedoelde register:
-
a. de EAN-code van de aansluiting;
-
b. de einddatum van de leveringsovereenkomst indien van toepassing;
-
c. de opzegtermijn;
-
d. de bedrijfs-EAN-code van de leverancier.
De gegevens in het in 2.5.1 bedoelde register worden tenminste eenmaal per vijf werkdagen geactualiseerd.
De contracteindegegevens van een bepaalde kleinverbruiker, bedoeld in 2.5.3, zijn uitsluitend opvraagbaar door een leverancier die beschikt over een machtiging
daartoe van de desbetreffende kleinverbruiker.
2.6. Het toegankelijk meetregister
De regionale netbeheerders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inrichting en
het beheer van een register, hierna te noemen het toegankelijk meetregister.
De regionale netbeheerders stellen, per EAN-code van een kleinverbruikaansluiting,
in het toegankelijk meetregister, bedoeld in 2.6.1, de volgende gegevens beschikbaar:
De gegevens van een bepaalde kleinverbruiker in het toegankelijk meetregister, bedoeld
in 2.6.2, zijn uitsluitend opvraagbaar door:
-
a. de leverancier die op dat moment een leveringsovereenkomst heeft met de desbetreffende
kleinverbruiker;
-
b. de leverancier van de desbetreffende kleinverbruiker, waarvan de leveringsovereenkomst
is beëindigd, tot het moment waarop de eindfactuur of een dispuut over de eindstand
is afgehandeld;
-
c. een andere dan de in onderdeel a of b bedoelde leverancier indien deze beschikt over
de in 3.1.1.1 of 3.3.1.1 bedoelde machtiging van de desbetreffende kleinverbruiker.
2.7. Het netbeheerdersregister
De regionale netbeheerders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inrichting en
het beheer van een register, hierna te noemen het netbeheerdersregister.
De regionale netbeheerders stellen in het netbeheerdersregister, bedoeld in 2.7.1, aan leveranciers, programmaverantwoordelijken en meetverantwoordelijken de volgende
gegevens online beschikbaar:
-
a. de bedrijfsnaam;
-
b. de handelsna(a)m(en);
-
c. de bedrijfs-EAN-codes waarmee hij zich in het berichtenverkeer identificeert;
-
d. de EAN-codes van zijn netgebieden;
-
e. de adresgegevens;
-
f. het bankrekeningnummer ten behoeve van de afdracht in het leveranciersmodel;
-
g. het BTW-nummer;
-
h. het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel;
-
i. de gegevens van de contactpersonen.
In het netbeheerdersregister, bedoeld in 2.7.1, wordt van de gegevens, bedoeld in 2.7.2, tevens de begindatum en, indien bekend, de einddatum van de geldigheid van de gegevens
per gegeven vastgelegd.
Bij een nieuwe registratie in het netbeheerdersregister, bedoeld in 2.7.1, stelt de netbeheerder de gegevens, bedoeld in 2.7.2, onderdelen a tot en met h tenminste één maand en de gegevens, bedoeld in 2.7.2 onderdeel i tenminste vijf werkdagen
voor de beoogde ingangsdatum beschikbaar in netbeheerdersregister onder vermelding
van de eerste geldigheidsdatum van de gegevens.
Bij de wijziging van een bestaande registratie in het netbeheerdersregister, bedoeld
in 2.7.1, stelt de netbeheerder wijzigingen in de gegevens, bedoeld in 2.7.2, onderdelen a tot en met h tenminste één maand en wijzigingen in de gegevens, bedoeld in 2.7.2 onderdeel i tenminste
vijf werkdagen voor de beoogde wijzigingsdatum beschikbaar in het netbeheerdersregister
onder vermelding van de ingangsdatum van de wijzigingen.
In aanvulling op het beschikbaar stellen van de gegevens, bedoeld in 2.7.4 en 2.7.5, communiceert de netbeheerder de gegevens overeenkomstig de termijnen, bedoeld in
2.7.4 en 2.7.5, rechtstreeks aan de leveranciers, geregistreerd in het leveranciersregister,
bedoeld in 2.8.1.
De gegevens, bedoeld in 2.7.2 en 2.7.3, worden bewaard voor een termijn van minstens zeven jaar, ingaande vanaf de datum
van beëindiging van de geldigheid van de gegevens.
Een regionale netbeheerder kan de geldigheid van zijn gegevens in het netbeheerdersregister
laten beëindigen onder voorwaarde dat:
-
a. er in het aansluitingenregister geen actieve aansluitingen zijn opgenomen met verwijzingen
naar de bedrijfs-EAN-code van de betreffende netbeheerder, en;
-
b. er geen verplichtingen op gebied van facturering en afdracht, als bedoeld in paragraaf 8.2, meer bestaan tussen de netbeheerder en enig leverancier.
2.8. Het leveranciersregister
De regionale netbeheerders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inrichting en
beheer van een register, hierna te noemen het leveranciersregister.
De leveranciers stellen in het leveranciersregister, bedoeld in 2.8.1, aan de netbeheerders, programmaverantwoordelijken en meetverantwoordelijken, voor
zover van toepassing voor elektriciteit en gas afzonderlijk per bedrijfs-EAN-code,
de volgende gegevens online beschikbaar:
-
a. de bedrijfs-EAN-code waarmee de leverancier zich in het berichtenverkeer identificeert;
-
b. de datum van dagtekening;
-
c. de bedrijfsnaam;
-
d. de handelsna(a)men;
-
e. aan welke categorie(ën) de leverancier levert of wil gaan leveren, onderscheiden naar
kleinverbruikers waarvoor een leveringsvergunning vereist is, kleinverbruikers waarvoor
geen leveringsvergunning vereist is en grootverbruikers;
-
f. de adresgegevens;
-
g. het bankrekeningnummer;
-
h. het BTW-nummer;
-
i. het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel;
-
j. voor zover er sprake is van levering aan kleinverbruikers waarvoor een leveringsvergunning
vereist is: het nummer van het Besluit op grond waarvan de Autoriteit Consument en
Markt hem voor het betreffende product een leveringsvergunning voor kleinverbruikers
heeft verstrekt;
-
k. de gegevens van de contactpersonen;
-
l. indien de bedrijfs-EAN-code eerder gebruikt is door een andere leverancier, een verklaring
met ingang van welke datum de leverancier met instemming van de oude leverancier,
alle rechten en plichten ter zake overneemt respectievelijk heeft overgenomen.
In het leveranciersregister, bedoeld in 2.8.1, wordt van de gegevens, bedoeld in 2.8.2, tevens de begindatum en, indien bekend, de einddatum van de geldigheid van de gegevens
per gegeven vastgelegd.
Bij een nieuwe registratie in het leveranciersregister, bedoeld in 2.8.1, stelt de leverancier de gegevens, bedoeld in 2.8.2, onderdelen a tot en met j en l tenminste één maand en de gegevens, bedoeld in 2.8.2 onderdeel k tenminste vijf werkdagen
voor de beoogde ingangsdatum beschikbaar in het leveranciersregister onder vermelding
van de eerste geldigheidsdatum van de gegevens.
Bij de wijziging van een bestaande registratie in het leveranciersregister, bedoeld
in 2.8.1, stelt de leverancier wijzigingen in de gegevens, bedoeld in 2.8.2, onderdelen a tot en met j en l tenminste één maand en wijzigingen in de gegevens, bedoeld in 2.8.2 onderdeel k tenminste
vijf werkdagen voor de beoogde wijzigingsdatum beschikbaar in het leveranciersregister
onder vermelding van de ingangsdatum van de wijzigingen. De leveranciers geven opnieuw
een verklaring als bedoeld in 2.8.2, onderdeel l, af indien de wijzigingen daartoe
aanleiding geven.
In aanvulling op het beschikbaar stellen van de gegevens, bedoeld in 2.8.4 en 2.8.5, communiceert de leverancier de gegevens overeenkomstig de termijnen, bedoeld in
2.8.4 en 2.8.5, rechtstreeks aan de netbeheerders, geregistreerd in het netbeheerdersregister,
bedoeld in 2.7.1.
De gegevens, bedoeld in 2.8.2 en 2.8.3, worden bewaard voor een termijn van minstens zeven jaar, ingaande vanaf de datum
van beëindiging van de geldigheid van de gegevens.
Een leverancier kan de geldigheid van zijn gegevens in het leveranciersregister laten
beëindigen onder voorwaarde dat:
-
a. er in het aansluitingenregister geen actieve aansluitingen zijn opgenomen met verwijzingen
naar de bedrijfs-EAN-code van de betreffende leverancier, en;
-
b. de leverancier aan alle verplichtingen op gebied van facturering en afdracht, als
bedoeld in paragraaf 8.2, heeft voldaan.
2.10. Controle van de naam van de aangeslotene in het aansluitingenregister
De netbeheerder is gerechtigd om maximaal twee keer per jaar een controle van de naamsgegevens
van de aangeslotene, bedoeld in 2.1.3 onderdeel a, uit te voeren.
De netbeheerder vraagt voor de uitvoering van de controle, bedoeld in 2.10.1, per leverancier de naamsgegevens van de aangeslotenen op voor alle kleinverbruikaansluitingen
waarvoor de leverancier in het aansluitingenregister verantwoordelijk is. In afwijking
van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
De leverancier stuurt de naamsgegevens van de aangeslotenen voor alle gevraagde aansluitingen
naar de netbeheerder.
De netbeheerder controleert de ontvangen naamsgegevens van de leverancier ten opzichte
van de geregistreerde naam in het aansluitingenregister en stuurt de gegevens van
de aansluitingen waarvoor verschillen in naam zijn geconstateerd aan de leverancier.
De leverancier stuurt voor de aansluitingen waarbij de netbeheerder een verschil in
naam heeft geconstateerd een wijziging naam of verblijfsfunctie of complexbepaling
overeenkomstig paragraaf 3.12 aan de netbeheerder.
Voor elke controle, waarbij het percentage geconstateerde verschillen in naam groter
is dan één procent van het totaal aantal kleinverbruikaansluitingen in de controle,
is de netbeheerder voor de leverancier waarbij dit is geconstateerd gerechtigd een
extra controle uit te voeren in aanvulling op het maximale aantal controles in de
periode, bedoeld in 2.10.1.
2.11. Wijzigen en opvraag van gegevens van het primaire deel van de meetinrichting
De meetverantwoordelijke stuurt een opvraag gegevens van het primaire deel van de
meetinrichting naar de netbeheerder en vermeldt daarbij:
-
a. de EAN-code van de aansluiting;
-
b. de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder;
-
c. de bedrijfs-EAN-code van de meetverantwoordelijke;
-
d. indien de opvragende meetverantwoordelijke dat wenst op te geven: het referentienummer
van de meetverantwoordelijke.
Naar aanleiding van de ontvangen opvraag gegevens van het primaire deel van de meetinrichting
controleert de netbeheerder of:
-
a. de melding volledig en syntactisch correct is;
-
b. de EAN-code van de aansluiting voor komt in zijn aansluitingenregister;
-
c. de meetverantwoordelijke geregistreerd staat in het MV-register.
De opvraag gegevens van het primaire deel van de meetinrichting wordt niet uitgevoerd
als één of meer van de controles, bedoeld in 2.11.2, een negatief resultaat opleveren. De netbeheerder bericht dit uiterlijk de werkdag
na ontvangst van de opvraag gegevens van het primaire deel van de meetinrichting aan
de opvragende meetverantwoordelijke en vermeldt daarbij:
-
a. de EAN-code van de aansluiting;
-
b. de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder;
-
c. de EAN-code van de opvragende meetverantwoordelijke;
-
d. de reden van het niet uitvoeren van de opvraag:
-
1° de opvraag van de gegevens van het primaire deel van de meetinrichting is niet volledig
of syntactisch onjuist;
-
2° de EAN-code van de aansluiting is onbekend;
-
3° de meetverantwoordelijke komt niet voor in het MV-register.
-
e. indien aangeleverd in de opvraag: het referentienummer van de meetverantwoordelijke;
De netbeheerder stuurt de volgende gegevens uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst
van de opvraag, bedoeld in 2.11.1, aan de opvragende meetverantwoordelijke indien alle controles, bedoeld in 2.11.2, een positief resultaat opleveren en de opvraag betrekking heeft op een elektriciteitsaansluiting:
-
a. de EAN-code van de aansluiting;
-
b. de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder;
-
c. de bedrijfs-EAN-code van de meetverantwoordelijke;
-
d. het tijdstip van verzending van het bericht;
-
e. het product dat op de desbetreffende aansluiting wordt geleverd, zijnde: elektriciteit;
-
f. de benodigde technische gegevens van de aansluiting;
-
g. indien aangeleverd in de opvraag: het referentienummer van de meetverantwoordelijke;
De netbeheerder stuurt de volgende gegevens uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst
van de opvraag, bedoeld in 2.11.1, aan de opvragende meetverantwoordelijke indien alle controles, bedoeld in 2.11.2, een positief resultaat opleveren en de opvraag betrekking heeft op een gasaansluiting:
-
a. de EAN-code van de aansluiting;
-
b. de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder;
-
c. de bedrijfs-EAN-code van de meetverantwoordelijke;
-
d. het tijdstip van verzending van het bericht;
-
e. het product dat op de desbetreffende aansluiting wordt geleverd, zijnde: gas;
-
f. de benodigde technische gegevens van de aansluiting;
-
g. indien aangeleverd in de opvraag: het referentienummer van de meetverantwoordelijke;
De netbeheerder verzendt uiterlijk de werkdag volgend op de dag dat één of meer technische
gegevens van het primaire deel van de meetinrichting zijn gewijzigd, de desbetreffende
gegevens aan de meetverantwoordelijke en vermeldt daarbij:
-
a. de reden van verzending van de gegevens, te weten ‘wijziging gegevens’;
-
b. indien het een elektriciteitsaansluiting betreft: de gegevens bedoeld in 2.11.4, met uitzondering van onderdeel g;
-
c. indien het een gasaansluiting betreft: de gegevens bedoeld in 2.11.5, met uitzondering van onderdeel g.
2.12. Blokkeren van automatische mutaties op grootverbruikaansluitingen
Een aangeslotene met een grootverbruikaansluiting elektriciteit met een aansluitcapaciteit
groter dan of gelijk aan 10 MVA of een grootverbruikaansluiting gas met de afnamecategorie
GGV heeft het recht om zijn aansluiting door de netbeheerder in het aansluitingenregister
te laten blokkeren voor de automatische verwerking van mutatieprocessen, bedoeld in
hoofdstuk vier.
Een aangeslotene mandateert een leverancier om de blokkade op automatische verwerking,
bedoeld in 2.12.1, tijdelijk op te laten heffen.
Een leverancier, die beschikt over een mandaat van een aangeslotene bedoeld in 2.12.2 om een mutatie bedoeld in hoofdstuk vier door te voeren, verzoekt de netbeheerder
om de blokkade voor automatische mutaties voorafgaand aan het indienen van een melding
van een mutatie tijdelijk op te heffen. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
Na het uitvoeren van de mutatie, bedoeld in 2.12.3, wordt de aansluiting door de netbeheerder opnieuw geblokkeerd voor automatische
mutaties.
2.13. Aansluitingenregister landelijk gastransportnet
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet beheert voor aansluitingen van direct
aangeslotenen op het landelijk gastransportnet die exclusief gas afnemen voor eigen
verbruik, een register, hierna te noemen het aansluitingenregister landelijk gastransportnet.
In dit register worden per aansluiting de volgende gegevens vastgelegd:
-
a. de EAN-code van de aansluiting;
-
b. de naam van de direct aangeslotene;
-
c. de identificatie van de programmaverantwoordelijke(n) op de desbetreffende aansluiting
(bedrijfs-EAN-code);
-
d. de naam van de programmaverantwoordelijke(n);
-
e. de identificatie van de leverancier(s) behorende bij de desbetreffende aansluiting
(bedrijfs-EAN-code);
-
f. de naam van de leverancier(s);
-
g. de ingangsdatum van de bij de aansluiting behorende relatie(s) programmaverantwoordelijke(n)
enerzijds en de leverancier(s) anderzijds;
-
h. opmerkingen (vrij tekstveld).
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet informeert de leverancier en de
programmaverantwoordelijke ten minste eenmaal per jaar schriftelijk over de voor de
leverancier respectievelijk programmaverantwoordelijke relevante stamgegevens van
de hen betreffende aansluitingen als bedoeld in 2.13.1.