Besluit elektronische deponering handelsregister

Geraadpleegd op 29-12-2025.
Toekomstige tekst vanaf 01-01-2026.
Ga naar eerste onderdeel, gewijzigd per 01-01-2026.

Besluit van 14 april 2016, houdende regels in verband met de deponering van bescheiden in het handelsregister langs elektronische weg (Besluit elektronische deponering handelsregister)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 15 februari 2016, nr. WJZ / 16020769;

Gelet op artikel 19a van de Handelsregisterwet 2007;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 maart 2016, nr. W15.16.0028/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 11 april 2016, nr. WJZ / 16051186;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • boekjaar: boekjaar als bedoeld in artikel 10a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • SBR: Standard Business Reporting, een nationale standaard voor de digitale uitwisseling van bedrijfsmatige rapportages waarmee door middel van een gemeenschappelijke rapportagetaal gegevens eenmalig op een gestandaardiseerde wijze worden vastgelegd waardoor zij eenvoudig hergebruikt kunnen worden voor verschillende rapportages;

  • uitgevende instelling: uitgevende instelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1a

[Wijziging per 01-01-2026. Ga naar volgende gewijzigde onderdeel.]

SBR ondersteunt het formaat, genoemd in artikel 3 van de Gedelegeerde verordening (EU) 2019/815 van de commissie van 17 december 2018 tot aanvulling van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de specificatie van een uniform elektronisch verslagleggingsformaat.

Artikel 2

[Wijziging per 01-01-2026. Ga naar volgende gewijzigde onderdeel.]

  • 1 Een rechtspersoon waarop artikel 395a, eerste lid, of 396, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, deponeert de bescheiden, bedoeld in artikel 3, langs elektronische weg via SBR, te beginnen met de bescheiden die zien op het boekjaar ingaande op of na 1 januari 2016.

  • 2 Een rechtspersoon waarop artikel 397, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, deponeert de bescheiden, bedoeld in artikel 3, langs elektronische weg via SBR, te beginnen met de bescheiden die zien op het boekjaar ingaande op of na 1 januari 2017.

  • 3 Een rechtspersoon die geen rechtspersoon is als bedoeld in de artikelen 395a, eerste lid, 396, eerste lid, of 397, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, deponeert de bescheiden, bedoeld in artikel 3, langs elektronische weg via SBR, te beginnen met de bescheiden die zien op het boekjaar ingaande op of na 1 januari 2025.

  • 4 In afwijking van het tweede lid deponeert een rechtspersoon waarop artikel 397, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, de bescheiden, bedoeld in artikel 3, langs elektronische weg via SBR, te beginnen met de bescheiden die zien op het boekjaar ingaande op of na 1 januari 2025, indien die rechtspersoon:

    • a. is verbonden in een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de rechtspersoon die aan het hoofd staat van die groep:

      • 1°. een rechtspersoon is die geen rechtspersoon is als bedoeld in de artikelen 395a, eerste lid, 396, eerste lid, of 397, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; of

      • 2°. een uitgevende instelling is;

    • b. onder de reikwijdte van paragraaf 4.3.4 van het Handelsregisterbesluit 2008 valt; of

    • c. een jaarrekening deponeert die op grond van artikel 362, eerste lid, tweede volzin, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld naar de normen van een van de andere lidstaten van de Europese Unie.

Artikel 3

[Wijziging per 01-01-2026. Ga naar volgende gewijzigde onderdeel.]

Dit besluit is van toepassing op de bescheiden die bij het handelsregister gedeponeerd worden op grond van:

  • a. artikel 394, eerste en vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • b. de artikelen 403, eerste lid, onderdeel g, voor zover het betreft de stukken of vertalingen, en 408, eerste lid, onderdeel e, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 3a

[Wijziging per 01-01-2026. Ga naar volgende gewijzigde onderdeel.]

De bescheiden, bedoeld in artikel 3, worden in hetzelfde formaat gedeponeerd.

Artikel 4

[Wijziging per 01-01-2026. Ga naar volgende gewijzigde onderdeel.]

Artikel 2 is niet van toepassing op een uitgevende instelling als bedoeld in artikel 5:25o van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 5

[Wijziging per 01-01-2026.]

De Kamer van Koophandel stelt een online service zelf deponeren jaarrekening beschikbaar die het mogelijk maakt de bescheiden, bedoeld in artikel 3, langs elektronische weg via SBR bij het handelsregister te deponeren.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit elektronische deponering handelsregister.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 14 april 2016

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Uitgegeven de vijfentwintigste april 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur