1
|
Het Burgerservicenummer (pseudoniem);
|
2
|
De in een numerieke ID omgezette naam van de ambulancedienst;
|
3
|
Het (rit)nummer waarmee een patiënt binnen een organisatie wordt aangeduid;
|
4
|
Het geslacht van de patiënt;
|
5
|
Geboortejaar en -maand van de patiënt;
|
6
|
Gegevens over de fysieke toestand van de patiënt voordat het ongeval plaatsvond;
|
7
|
De locatie van het ongeval, uitgedrukt in postcode (bestaande uit 4 cijfers);
|
8
|
Gegevens over type ongeval;
|
9
|
De datum en het tijdstip van het ongeval;
|
10
|
De type zorgaanbieder die de patiënt verwijst of heeft verwezen naar de spoedeisende
hulp;
|
11
|
De type zorgverlener van behandeling van de patiënt voordat diegene op de spoedeisende
hulp is aangekomen;
|
12
|
De inzet van een mobiel medisch team;
|
13
|
Type vervoer van de patiënt naar de spoedeisende hulp;
|
14
|
De datum en het tijdstip waarop de melding van het ongeval is ontvangen door de meldkamer;
|
15
|
De datum en het tijdstip waarop de ambulance is vertrokken naar de patiënt;
|
16
|
De datum en het tijdstip waarop de ambulance is gearriveerd bij de patiënt;
|
17
|
De datum en het tijdstip waarop de ambulance met de patiënt is vertrokken naar het
ziekenhuis;
|
18
|
De datum en het tijdstip waarop de meting van vitale parameters van de patiënt plaatsvond
bij aankomst;
|
19
|
Gegevens over de fysieke toestand van de patiënt gedurende de verlening van zorg door
de ambulancemedewerkers;
|
20
|
De uitvoering van prehospitale intubatie;
|
21
|
De datum en het tijdstip waarop de patiënt is gearriveerd op de spoedeisende hulp;
|
22
|
De in een numerieke ID omgezette naam waarmee de organisatie wordt aangeduid binnen
de Landelijke Trauma Registratie;
|
23
|
De activatie van het traumateam van het ziekenhuis;
|
24
|
De datum en het tijdstip waarop de meting van vitale parameters van de patiënt plaatsvond
bij aankomst op de afdeling voor spoedeisende hulp van het ziekenhuis;
|
25
|
De fysieke toestand van de patiënt gedurende de levering van zorg op de afdeling voor
spoedeisende hulp (systolische bloeddruk, ademfrequentie, bewustzijn, INR, BE);
|
26
|
De datum en het tijdstip waarop de eerste spoedinterventie plaatsvond;
|
27
|
De datum en het tijdstip waarop de eerste CT-scan plaatsvond;
|
28
|
De datum en het tijdstip waarop de patiënt is vertrokken van de afdeling voor spoedeisende
hulp van het ziekenhuis;
|
29
|
De bestemming van de patiënt na vertrek van de afdeling voor spoedeisende hulp van
het ziekenhuis;
|
30
|
Het aantal dagen dat de patiënt zich bevindt of bevond op de afdeling voor intensive
care van het ziekenhuis;
|
31
|
Het aantal dagen dat de patiënt is beademd op de afdeling voor intensive care van
het ziekenhuis;
|
32
|
Een omschrijving van de gestelde letseldiagnosen;
|
33
|
De datum en het tijdstip waarop de patiënt is ontslagen uit het ziekenhuis;
|
34
|
De type bestemming van de patiënt na ontslag uit het ziekenhuis;
|
35
|
Score op de Glasgow Outcome Scale bij ontslag uit het ziekenhuis;
|
36
|
Een aanduiding van het hoogste niveau van ziekenhuiszorg dat aan de patiënt is verleend;
|
37
|
De datum en het tijdstip waarop de patiënt is overleden;
|
38
|
De uitvoering van een obductie op de overleden patiënt.
|