Al enige jaren eisen de ernst en de omvang van de verstoringen van de openbare orde
en geweldplegingen rondom wedstrijden in het Nederlands betaald voetbal onverminderd
de aandacht op van de overheid en de voetbalorganisaties. De (gewelds)incidenten die
rondom bepaalde wedstrijden plaatsvinden, vinden niet alleen plaats op wedstrijddagen
in of rond de stadions, maar ook op andere plaatsen en tijden zoeken voetbalvandalen
de confrontatie met rivaliserende hooligans of de politie.
Uitgangspunt bij de aanpak van voetbalvandalisme is dan ook een ketenbenadering. In
het Kader voor beleid Voetbal en Veiligheid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is de bestrijding van voetbalvandalisme
benoemd als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten, politie, openbaar
ministerie (OM), Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), voetbalclubs en rijksoverheid
(de ‘voetbalketen’). In dit beleidskader is het kader voor de samenwerking geschetst
en zijn de taken en verantwoordelijkheden van betrokken partijen voor, tijdens en
na afloop van de wedstrijden, evenals gezamenlijke en individuele beleidsdoelstellingen
en tolerantiegrenzen benoemd.
Op lokaal niveau werken gemeente, de politie, het OM en de Betaald Voetbalorganisatie
(BVO) samen in de preventie en aanpak van voetbalvandalisme tijdens en rondom lokale
wedstrijden. De burgemeester heeft als verantwoordelijke voor de openbare orde en
veiligheid de regierol bij het maken van gerichte ketenafspraken in de lokale driehoek
en met de BVO. Voor de veiligheidssituatie in het stadion en op het bijbehorend terrein
is primair de BVO verantwoordelijk. De BVO’s, de stadionbeheerders en de KNVB hebben
de mogelijkheid om ten behoeve van de veiligheid in en rondom het stadion een civielrechtelijk
stadionverbod op te leggen en/of een civielrechtelijke boete aan de voetbalvandalen.
De KNVB heeft daarnaast de taak om preventieve maatregelen te nemen en om de BVO’s
te stimuleren tot het nemen van maatregelen.
Het optreden van de politie en het OM is aanvullend op en ligt in het verlengde van
de door de KNVB en de BVO’s te nemen preventieve maatregelen. OM en politie geven
hoge prioriteit aan de opsporing en vervolging van de daders van voetbalgerelateerde
delicten.
Gegeven de ketensamenwerking bij de bestrijding van voetbalvandalisme en voetbalgerelateerd
geweld is het van belang te beschikken over een betrouwbare verzameling van gegevens
met betrekking tot voetbalvandalisme en voetbalgerelateerd geweld. Bij het Centraal
Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) wordt alle relevante informatie, waaronder
persoonsgegevens, met betrekking tot voetbalvandalisme en voetbalgerelateerd geweld
conform de geldende privacywetgeving, verzameld ten behoeve van de politie, het OM,
de KNVB en de BVO. Het CIV verkrijgt zijn gegevens van de partners in de voetbalketen.
Het OM kan te allen tijde een beroep doen op het CIV om geïnformeerd te worden over
de situatie van de lokale BVO of het lokale stadion.
Voetbalvandalisme en voetbalgerelateerd geweld zijn geen juridisch gedefinieerde begrippen;
er bestaat geen afzonderlijk delict ‘voetbalvandalisme’. In de voetbalketen is afgesproken
om één en dezelfde definitie van voetbalvandalisme te hanteren en daarvoor de door
het CIV van de nationale politie gehanteerde definitie te gebruiken. Onder voetbalvandalisme
wordt (ook) in deze aanwijzing verstaan: ‘gedragingen van personen alleen of in groepsverband
in relatie tot het voetbal, die te maken hebben met verstoring van de openbare orde
en veiligheid en/of het plegen van strafbare feiten’. Ook voetbalgerelateerd geweld
valt daarmee binnen de reikwijdte van de term voetbalvandalisme.
Deze definitie is opgesteld in het ketenverband van het betaald voetbal en betreft
derhalve alleen incidenten rondom het betaald voetbal. Dat neemt niet weg dat bepalingen
uit hoofdstuk 2 ook van toepassing kunnen zijn op delicten gerelateerd aan amateurvoetbal.
Politie en OM registreren in de bedrijfsprocessensystemen wanneer sprake is van voetbalgerelateerde
delicten (maatschappelijke classificatie ‘voetbalvandalisme’).