Tabaks- en rookwarenbesluit

Geraadpleegd op 07-11-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m 30-06-2023

Besluit van 14 oktober 2015, houdende samenvoeging van de algemene maatregelen van bestuur op basis van de Tabakswet tot één besluit (Besluit uitvoering Tabakswet)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 7 juli 2015, kenmerk 767940-136602-WJZ;

Gelet op de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3d, 7, eerste en tweede lid, 9, vierde lid en 10, eerste en tweede lid, van de Tabakswet;

Gelet op richtlijn 2015/1139/EU tot wijziging van Richtlijn 2012/9/EU wat de datum van omzetting en de uiterste datum van de overgangsperiode betreft (PbEU 2015, L 185);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 augustus 2015, No.W13.15.0233/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 oktober 2015, kenmerk 767933-136602-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • cigarillo: een type kleine sigaar die per stuk niet meer dan drie gram weegt;

  • gecombineerde gezondheidswaarschuwing: een gezondheidswaarschuwing die bestaat uit een combinatie van een waarschuwende tekst en een corresponderende foto of illustratie, als bepaald bij of krachtens dit besluit;

  • gezondheidswaarschuwing: een waarschuwing betreffende de negatieve effecten op de menselijke gezondheid van een product of betreffende andere ongewenste gevolgen van de consumptie ervan, met inbegrip van waarschuwende teksten, gecombineerde gezondheidswaarschuwingen, algemene waarschuwingen en informatieve boodschappen, als bepaald bij of krachtens dit besluit;

  • leeftijdsverificatiesysteem: een informatieverwerkend systeem dat overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens dit besluit op elektronische wijze de leeftijd van de consument bevestigt;

  • nieuwsoortig tabaksproduct: een tabaksproduct dat:

    • a. niet onder een van de volgende categorieën valt: sigaret, shagtabak, pijptabak, waterpijptabak, sigaar, cigarillo, pruimtabak, snuiftabak, of tabak voor oraal gebruik, en

    • b. na 19 mei 2014 in de handel wordt gebracht;

  • rookloos tabaksproduct: een tabaksproduct dat niet via een proces van verbranding wordt geconsumeerd, waaronder pruimtabak, snuiftabak en tabak voor oraal gebruik;

  • shagtabak: tabak die door consumenten of detaillisten kan worden gebruikt voor het maken van sigaretten;

  • sigaret: een tabaksrolletje dat geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding en:

    • a. dat geschikt is om als zodanig te worden gerookt en die geen sigaar of cigarillo is, alsmede

    • b. dat door middel van een eenvoudige niet-industriële handeling in een huls van sigarettenpapier wordt geschoven of met sigarettenpapier wordt omhuld;

  • snuiftabak: een rookloos tabaksproduct dat via de neus geconsumeerd kan worden;

  • voor roken bestemd tabaksproduct: een ander tabaksproduct dan een rookloos tabaksproduct;

  • waterpijptabak: een voor roken bestemd tabaksproduct dat geconsumeerd kan worden door middel van een waterpijp, niet zijnde shagtabak;

  • wet: Tabaks- en rookwarenwet.

§ 2. Producteisen

Artikel 2.1

  • 1 De maximumemissieniveaus van een in de handel gebrachte of geproduceerde sigaret voldoen aan artikel 3, eerste lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 De maximumemissieniveaus van shagtabak zijn zodanig dat het niveau in een sjekkie van 750 mg niet meer bedraagt dan:

    • a. 12 mg teer;

    • b. 1,2 mg nicotine; en

    • c. 12 mg koolmonoxide.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden methoden van onderzoek aangewezen die bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of met betrekking tot shagtabak of een sigaret aan de in het eerste en tweede lid gestelde eisen is voldaan.

  • 4 Bij ministeriële regeling kunnen andere maximumemissieniveaus voor tabaksproducten worden vastgesteld ter uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 2.2

  • 3 Onze Minister deelt de lijst van erkende laboratoria met de Europese Commissie. De Europese Commissie maakt deze lijst openbaar.

  • 4 Laboratoria die door de bevoegde autoriteiten van een andere staat van de Europese Economische Ruimte zijn erkend om verificatie van metingen, als bedoeld in artikel 4 van de tabaksproductenrichtlijn te verrichten, worden gelijkgesteld met laboratoria die krachtens dit artikel zijn aangewezen of erkend.

Artikel 2.3

Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld met betrekking tot de ingrediënten en de presentatie van tabaksproducten. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten tabaksproducten.

Artikel 2.4

  • 1 Bij ministeriële regeling worden ter bescherming van de volksgezondheid of ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld aan het ontwerp van een elektronische sigaret en een elektronische sigaret zonder nicotine en aan een navulverpakking, navulverpakking zonder nicotine, patroon zonder nicotine en de ingrediënten van nicotinehoudende en niet-nicotinehoudende vloeistof.

  • 2 Het is verboden andere smaakbepalende additieven te gebruiken als ingrediënten van nicotinehoudende en niet-nicotinehoudende vloeistoffen en van andere onderdelen van elektronische dampwaar dan die zijn aangewezen bij ministeriële regeling.

  • 3 Aan de smaakbepalende additieven kan bij ministeriële regeling een minimum- of een maximumaantal te combineren smaakbepalende additieven en een minimum- of een maximumhoeveelheid van smaakbepalende additieven worden gesteld.

  • 4 Bij ministeriële regeling kunnen methoden van onderzoek worden aangewezen die bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of met betrekking tot nicotinehoudende en niet-nicotinehoudende vloeistoffen en andere onderdelen van elektronische dampwaar al dan niet aan de krachtens het tweede of derde lid gestelde eisen is voldaan.

§ 3. Verpakkingseisen

Artikel 3.1

Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld met betrekking tot de presentatie, verschijningsvorm en inhoud van een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van tabaksproducten. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen verschillende tabaksproducten.

Artikel 3.2

  • 1 Een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten bevatten een algemene waarschuwing, een informatieve boodschap en een gecombineerde gezondheidswaarschuwing.

  • 2 Het eerste lid geldt niet voor een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van een sigaar niet zijnde een cigarillo, indien deze onmiddellijk vóór 20 mei 2016 in de handel was, dit product vóór 20 mei 2016 bij Onze Minister is aangemeld en de buitenverpakking en verpakkingseenheid daarvan een algemene waarschuwing en de waarschuwende tekst en een verwijzing naar de informatie over het stoppen met roken van een gecombineerde gezondheidswaarschuwing bevatten.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn nadere regels gesteld over de aanduidingen op een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten, waarbij voor verschillende voor roken bestemde tabaksproducten verschillende eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de aanduidingen, de grootte en de positie van de gezondheidswaarschuwing.

  • 4 Bij ministeriële regeling worden eisen gesteld aan een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van shagtabak en een sigaret met betrekking tot geur, smaak en de intensiteit van de rook. Ter uitvoering van het bij of krachtens de tabaksproductenrichtlijn bepaalde kunnen deze eisen bij ministeriële regeling van toepassing worden verklaard op andere tabaksproducten dan sigaretten en shagtabak.

Artikel 3.3

Bij ministeriële regeling worden ter bescherming van de volksgezondheid of ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld met betrekking tot aanduidingen op een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van rookloze tabaksproducten en aanverwante producten.

Artikel 3.4

  • 1 In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 3.1 tot en met 3.3 worden bij ministeriële regeling eisen gesteld met betrekking tot de ruimte op en in de verpakkingseenheid en de buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten die niet in beslag wordt genomen door de algemene waarschuwing, de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing. Voor sigaretten en shagtabak wordt daarbij een standaard verpakkingseenheid en een standaard buitenverpakking voorgeschreven.

  • 2 De eisen hebben betrekking op:

    • a. de kleur;

    • b. de aanduidingen;

    • c. andere elementen waarmee onderscheid kan worden gemaakt tussen verschillende verpakkingen en merken van voor roken bestemde tabaksproducten;

    • d. de wijze waarop de kleur en de aanduidingen op de verpakkingseenheid en buitenverpakking wordt aangebracht; en

    • e. de vormgeving van de verpakkingseenheid en de buitenverpakking.

§ 4. Rapportageverplichtingen

Artikel 4.1

  • 1 Producenten en importeurs van tabaksproducten stellen Onze Minister een redelijke termijn vóór de beoogde datum van het in Nederland in de handel brengen van een nieuw of gewijzigd tabaksproduct, hiervan in kennis.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van de Tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld aan de bij te voegen gegevens en bescheiden en de wijze waarop de gegevens en bescheiden worden verstrekt.

Artikel 4.2

  • 1 Producenten en importeurs van tabaksproducten verstrekken aan Onze Minister jaarlijks gegevens en bescheiden met betrekking tot de markt voor hun producten en eventueel op de markt te brengen nieuwe producten.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld aan de gegevens en bescheiden die worden verstrekt en het tijdstip en de wijze waarop dit gebeurt.

Artikel 4.3

  • 1 Producenten en importeurs van sigaretten en shagtabak die een additief bevatten dat is aangewezen krachtens artikel 6, eerste lid, van de tabaksproductenrichtlijn, voeren met betrekking tot die additieven diepgaande studies uit en verstrekken het verslag daarvan aan de Europese Commissie en Onze Minister.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld aan de diepgaande studies, het verslag en de wijze en het moment waarop het verslag aan Onze Minister en de Europese Commissie wordt verstrekt.

  • 3 Het verslag wordt beoordeeld door een bij ministeriële regeling aan te wijzen instantie of instanties, met name wat betreft begrijpelijkheid, methodiek en conclusies.

  • 4 Kleine en middelgrote ondernemingen als bedoeld in de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PbEU 2003, L 124) worden vrijgesteld van de eisen gesteld bij of krachtens dit artikel indien een andere producent of importeur de studie heeft uitgevoerd en daarover een verslag heeft opgesteld en dit aan de Europese Commissie en Onze Minister is verstrekt.

Artikel 4.4

  • 1 Bij ministeriële regeling wordt een sjabloon vastgesteld waarin de gegevens en bescheiden bedoeld in de artikelen 4.1, 4.2 en 4.3 worden verstrekt.

  • 2 Onze Minister geeft de Europese Commissie en de andere staten van de Europese Economische Ruimte toegang tot de gegevens en bescheiden bedoeld in de artikelen 4.1, 4.2 en 4.3.

Artikel 4.5

  • 1 Producenten en importeurs van een nieuwsoortig tabaksproduct stellen Onze Minister zes maanden voor de beoogde datum van het in Nederland in de handel brengen van een nieuwsoortig tabaksproduct, hiervan in kennis.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld met betrekking tot de gegevens en bescheiden die bij deze kennisgeving worden verstrekt, het verstrekken van nieuwe of bijgewerkte informatie en de wijze waarop dit gebeurt.

  • 3 Onze Minister kan in het belang van de volksgezondheid eisen dat producenten en importeurs van nieuwsoortige tabaksproducten proeven verrichten en gegevens en bescheiden verstrekken in aanvulling op de in het tweede lid bedoelde gegevens en bescheiden.

  • 4 Onze Minister geeft de Europese Commissie toegang tot de gegevens en bescheiden die bij of krachtens dit artikel worden verstrekt.

Artikel 4.6

  • 1 Producenten en importeurs van elektronische dampwaar stellen Onze Minister zes maanden voor de beoogde datum van het in Nederland in de handel brengen van een nieuwe of substantieel gewijzigde elektronische sigaret of navulverpakking, hiervan in kennis.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden ter bescherming van de volksgezondheid of ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld aan de gegevens en bescheiden die bij deze kennisgeving worden verstrekt en de wijze waarop dit gebeurt. Bij ministeriële regeling wordt hiertoe een sjabloon vastgesteld.

Artikel 4.7

  • 1 Producenten en importeurs van elektronische dampwaar verstrekken Onze Minister jaarlijks gegevens en bescheiden met betrekking tot de markt voor hun producten.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden ter bescherming van de volksgezondheid of ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld aan de gegevens en bescheiden die worden verstrekt en de wijze en het tijdstip waarop dit gebeurt.

  • 3 Onze Minister deelt de bij of krachtens dit artikel en artikel 4.6 ontvangen gegevens en bescheiden met betrekking tot een elektronische sigaret en een navulverpakking op verzoek met de Europese Commissie en de andere staten van de Europese Economische Ruimte.

Artikel 4.8

  • 1 Producenten en importeurs van een voor roken bestemd kruidenproduct stellen Onze Minister een redelijke termijn voor de beoogde datum van het in Nederland in de handel brengen van een nieuw of gewijzigd voor roken bestemd kruidenproduct, hiervan in kennis.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn eisen gesteld aan de gegevens en bescheiden die bij deze kennisgeving worden verstrekt en de wijze waarop dit gebeurt.

Artikel 4.9

  • 1 Onze Minister draagt op een door hem te bepalen wijze zorg voor de openbaarmaking van de gegevens en bescheiden die worden verstrekt bij of krachtens de artikelen 4.1, 4.3, 4.6 en 4.8. Producenten en importeurs verstrekken deze gegevens en bescheiden in de Nederlandse taal.

  • 2 Producenten en importeurs van tabaksproducten en aanverwante producten geven bij het verstrekken van de gegevens en bescheiden, bedoeld in het eerste lid, nauwkeurig aan welke informatie zij als bedrijfsgeheim beschouwen.

  • 3 Onze Minister kan met inachtneming van artikel 3b, derde lid, tweede volzin, van de wet, besluiten gegevens en bescheiden waarvan producenten of importeurs hebben aangeven dat zij die als bedrijfsgeheim beschouwen, alsnog openbaar te maken.

§ 5. Verkoopbeperkingen

Artikel 5.1

Het verbod op bedrijfsmatige verstrekking van tabaksproducten en aanverwante producten aan particulieren voor de instellingen, diensten en bedrijven, die door de Staat of andere openbare lichamen worden beheerd, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet geldt niet in justitiële inrichtingen als bedoeld in:

Artikel 5.2

Als categorieën van inrichtingen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet worden met uitzondering van verpleeghuizen, revalidatiecentra, psychiatrische ziekenhuizen, zwakzinnigeninrichtingen, gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten en verzorgingshuizen aangewezen:

Artikel 5.3

  • 1 Elke methode voor het in de handel brengen van tabaksproducten en aanverwante producten zonder ter handstelling door tussenkomst van een verstrekkende persoon is verboden.

  • 2 Het in het eerste lid bepaalde verbod geldt niet in een speciaalzaak als bedoeld in artikel 5.9:

    • a. waarbij een middel voor het in de handel brengen van tabaksproducten en aanverwante producten zonder ter handstelling door tussenkomst van een verstrekkende persoon in de handel worden gebracht, is vergrendeld en voor de uitvoering van de verkooptransactie slechts kan worden ontgrendeld door of ten behoeve van personen van 18 jaar of ouder;

    • b. waarin dit middel zich in het zicht bevindt van degene voor wiens rekening en risico het middel werkt of van zijn personeel dan wel van de exploitant van de inrichting waar het middel zich bevindt of van zijn personeel.

Artikel 5.4

  • 1 Tabaksautomaten bevinden zich niet in de buitenlucht.

  • 2 Tabaksautomaten bevinden zich in het zicht van degene voor wiens rekening en risico de automaat werkt of van zijn personeel, dan wel van de exploitant van de inrichting waar de automaat zich bevindt of van zijn personeel.

Artikel 5.5

  • 1 Een detaillist biedt een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking niet aan voor grensoverschrijdende verkoop op afstand aan een consument in een staat van de Europese Economische Ruimte, tenzij de detaillist zich bij Onze Minister heeft geregistreerd en van deze registratie bevestiging heeft ontvangen.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van registreren en de gegevens en bescheiden die daarbij verstrekt worden.

  • 3 Een detaillist wordt niet geregistreerd indien in de staat van de EER waar de detaillist is gevestigd dan wel waar de potentiële consument zich bevindt, het aanbieden voor grensoverschrijdende verkoop op afstand dan wel grensoverschrijdende verkoop op afstand van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking verboden is.

  • 4 Onze Minister maakt de lijst met geregistreerde detaillisten openbaar.

Artikel 5.6

  • 1 Een detaillist die op grond van artikel 5.5 geregistreerd is en grensoverschrijdende verkoop op afstand van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking naar een staat van de Europese Economische Ruimte verricht, hanteert een leeftijdsverificatiesysteem dat op het tijdstip van de verkoop vaststelt dat de consument voldoet aan de voorgeschreven minimumleeftijdsvereisten van de staat waarin de consument zich bevindt.

  • 2 Een detaillist die een tabaksproduct of aanverwant product aanbiedt voor binnenlandse verkoop op afstand hanteert een leeftijdsverificatiesysteem dat op het tijdstip van de verkoop vaststelt dat de consument de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot het leeftijdsverificatiesysteem.

Artikel 5.7

  • 1 Een detaillist die op grond van artikel 5.5 geregistreerd is, verwerkt de persoonsgegevens van een consument die bij hem een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking koopt, slechts ten behoeve van de daadwerkelijke verkoop.

  • 2 Een detaillist die op grond van artikel 5.5 geregistreerd is, maakt de persoonsgegevens van een consument die bij hem een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking koopt, niet bekend aan de producent van het product, aan ondernemingen die deel uitmaken van dezelfde groep ondernemingen als de producent of aan andere derden.

  • 3 Het tweede lid is ook van toepassing indien de detaillist deel uitmaakt van een producent van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking.

  • 4 Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een detaillist die een tabaksproduct of aanverwant product aanbiedt voor binnenlandse verkoop op afstand.

Artikel 5.8

Een detaillist die op grond van artikel 5.5 geregistreerd is en grensoverschrijdende verkoop op afstand van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking verricht naar een staat van de Europese Economische Ruimte waar een natuurlijk verantwoordelijk persoon verplicht is die verifieert of het tabaksproduct, de elektronische sigaret of de navulverpakking voldoet aan de eisen die in de lidstaat van bestemming gelden, is verplicht met dit doel een natuurlijk verantwoordelijk persoon aan te stellen.

§ 5a. Reclamebeperkingen

Artikel 5.9

  • 1 Het in artikel 5, derde lid, van de wet bedoelde verbod om te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten te tonen, geldt niet in een speciaalzaak:

    • a. die slechts tabaksproducten, aanverwante producten, daarbij behorende accessoires zoals aanstekers, vloeipapier en andere toebehoren die bedoeld zijn voor gebruik in samenhang met tabaksproducten en aanverwante producten, deelnamebewijzen aan kansspelen als bedoeld in de artikelen 3, 8, 14a, 15, 23 en 27a van de Wet op de kansspelen, of dagbladen in de handel brengt;

    • b. waarbij de te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten niet van buiten de speciaalzaak zichtbaar zijn; en

    • c. die bij Onze Minister is geregistreerd als zodanige speciaalzaak.

  • 2 Het in artikel 5, derde lid, van de wet bedoelde verbod om te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten te tonen, geldt ook niet in een speciaalzaak:

    • a. die over een boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari een netto-omzet had van niet meer dan € 700.000;

    • b. waarvan de omzet in die boekjaren voor minimaal 75 % wordt behaald uit de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten;

    • c. die over het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2020 en daarna ieder vijfde jaar een omzetoverzicht kan overleggen dat is voorzien van samenstellingsverklaring van een registeraccountant of een Accountant-Administratieconsulent, waaruit blijkt dat de onder a en b bedoelde omzet over het betreffende boekjaar is behaald, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar;

    • d. waarbij de te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten niet van buiten de speciaalzaak zichtbaar zijn;

    • e. die voor 1 januari 2019 staat ingeschreven in het handelsregister; en

    • f. die voor 1 januari 2021 bij Onze Minister op naam van een of twee natuurlijke personen is geregistreerd als zodanige speciaalzaak.

  • 3 Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op een speciaalzaak die een onderdeel van een andere winkel is, of waarin een ander verkooppunt is gevestigd.

Artikel 5.10

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld aan de wijze waarop tabaksproducten en aanverwante producten aan het zicht worden onttrokken, de wijze waarop de registratie, bedoeld in artikel 5.9, plaatsvindt en de gegevens en bescheiden die daarbij worden verstrekt.

§ 6. Rookverbod en uitzondering op het rookverbod

Artikel 6.1

Degene die – anders dan in een hoedanigheid als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdelen a of b van de wet – het beheer heeft over een van de volgende gebouwen of ruimten, is verplicht daarin een rookverbod in te stellen, aan te duiden en te handhaven:

  • overdekt winkelcentrum;

  • evenementenhal;

  • congrescentrum;

  • luchthaven;

  • besloten ruimte bestemd voor passagiers die gebruik maken van middelen voor personenvervoer.

Artikel 6.2

  • 2 [Red: Vervallen.]

Artikel 6.4

  • 2 De verplichting een rookverbod te handhaven geldt niet op tijdstippen waarop noch het gebouw of de inrichting, noch het bijbehorende terrein in gebruik is.

§ 7. Slotbepalingen

Artikel 7.1

Voor elektronische sigaretten zonder nicotine, navulverpakkingen zonder nicotine en patronen zonder nicotine die voor inwerkingtreding van dit artikel in de handel zijn gebracht, worden de in artikel 4.6, eerste lid, bedoelde gegevens en bescheiden uiterlijk zes maanden na het moment waarop dit artikel in werking is getreden aan Onze Minister verstrekt.

Artikel 7.1a

Bij ministeriële regeling worden met betrekking tot voor roken bestemde tabaksproducten tot 20 mei 2019 andere regels gesteld over de positie van de gecombineerde gezondheidswaarschuwing en merknamen en logo’s in verband met de positie van de accijnszegel, bedoeld in de Wet op de accijns, waarbij voor verschillende voor roken bestemde tabaksproducten verschillende regels kunnen worden gesteld.

Artikel 7.2

Een wijziging van de tabaksproductenrichtlijn en besluiten vastgesteld ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn gaan voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging van de tabaksproductenrichtlijn of besluiten vastgesteld ter uitvoering van de tabaksproductenrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 7.3

Artikel 6.2, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van het Besluit van 14 januari 2021 houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit om de uitzondering op het rookverbod in de vorm van rookruimtes af te schaffen en enkele technische wijzigingen (Stb. 2021, 25) blijft tot 1 januari 2022 van toepassing op een ruimte, gebouw of inrichting als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de wet indien de hoedanigheid van werkgever, bedoeld in dat onderdeel, niet samenvalt met een andere hoedanigheid als bedoeld in artikel 10 van de wet of artikel 6.1 van dit besluit.

Artikel 7.3a

Op een tabaksautomaat waarmee tabaksproducten of aanverwante producten in de handel werden gebracht reeds voor de datum waarop artikel I, onderdeel A, van het besluit van ..., houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit ter regeling van een uitzondering voor verkooppunten op het verbod te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten te tonen, verbod op verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten zonder ter handstelling door tussenkomst van een verstrekkende persoon, en faciliteiten in aangewezen rookruimtes (Stb. 2019, XXX ), in werking is getreden, blijft tot 1 januari 2022, artikel 5.3 zoals dat luidde voor dat tijdstip van inwerkingtreding, van toepassing.

Artikel 7.3b

  • 3 Artikel 5, vijfde lid, aanhef en onderdeel b, van de wet betreffende de reguliere presentatie van te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten, zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, onderdeel 3, van de Wet van 10 februari 2017 tot wijziging van de wet ter regeling van de elektronische sigaret zonder nicotine en nadere regeling van voor roken bestemde kruidenproducten blijft van toepassing op de supermarkten en andere verkooppunten dan supermarkten tot de in het eerste onderscheidenlijk tweede lid genoemde datum.

Artikel 7.5

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 14 oktober 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn

Uitgegeven de vijfde november 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur