Beleidsregels bestuurlijke boetes vervoerswetgeving ACM

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 24-07-2024 t/m heden.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Algemeen uitgangspunt

ACM bepaalt de hoogte van een op te leggen bestuurlijke boete zodanig dat deze, in het kader van specifieke preventie, een overtreder weerhoudt van het begaan van een volgende overtreding en, in het kader van algemene preventie, potentiële andere overtreders weerhoudt van het begaan van een(zelfde) overtreding.

Artikel 3. Wijze van totstandkoming

  • 1 ACM bepaalt de hoogte van een op te leggen bestuurlijke boete op basis van de boetegrondslag, die per geval wordt vastgesteld.

  • 2 Na het bepalen van de boetegrondslag, bepaalt ACM de basisboete.

  • 3 ACM neemt vervolgens boeteverhogende of -verlagende omstandigheden in aanmerking en bepaalt in redelijkheid in hoeverre zulke omstandigheden tot een verhoging of verlaging van de basisboete leiden.

  • 4 In afwijking van de vorige leden kan ACM een symbolische bestuurlijke boete opleggen wanneer bijzondere omstandigheden naar haar oordeel daartoe aanleiding geven

Artikel 4. Berekening van de boete

  • 1 ACM bepaalt de boetegrondslag op basis van de jaaromzet van de overtreder in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarbij zij de bestuurlijke boete oplegt.

  • 2 ACM gaat daarbij uit van de in Nederland behaalde jaaromzet, tenzij deze naar haar oordeel geen passende beboeting meebrengt.

  • 4 Bij de geografische afbakening van de jaaromzet, sluit ACM aan bij de mededeling van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 juli 2008, getiteld ‘Geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen’ (Pb 2008, C 95, blz. 1–8).

  • 5 Indien ACM de jaaromzet niet aan de hand van door de overtreder verstrekte informatie kan bepalen, kan zij hiervan een schatting maken.

  • 6 ACM hanteert als boetegrondslag een bepaald promillage van de jaaromzet. De hoogte van dit promillage is afhankelijk van de categorie waarin de betreffende overtreding is ingedeeld. De Bijlage bij dit besluit vermeldt in welke categorie die overtreding is ingedeeld.

    categorie I Boetebandbreedte tussen € 2.500,– en 1,25‰ van de jaaromzet

    categorie II Boetebandbreedte tussen € 5.000,– en 3.75‰ van de jaaromzet

    categorie III Boetebandbreedte tussen € 10.000,– en 7,5‰ van de jaaromzet

    categorie IV Boetbandbreedte tussen € 15.000,– en 12,5‰ van de jaaromzet

    categorie V Boetebandbreedte tussen € 25.000,– en 37,5‰ van de jaaromzet

    categorie VI Boetebandbreedte tussen € 50.000,– en 75‰ van de jaaromzet

  • 7 Indien de in het vorige lid bedoelde indeling in een boetecategorie in het concrete geval naar het oordeel van ACM geen passende beboeting toelaat, kan de naast hogere of naast lagere categorie worden toegepast.

  • 8 De omzet die in aanmerking wordt genomen voor de bepaling van de maximale basisboete wordt als volgt berekend:

    • a. de jaaromzet tot € 500.000.000 telt voor 100% mee,

    • b. de jaaromzet tussen € 500.000.000 en € 1.000.000.000 telt voor 10% mee, en

    • c. de jaaromzet boven de € 1.000.000.000 telt voor 1% mee.

Artikel 5. Boeteverhogende of -verlagende omstandigheden

  • 1 Bij vaststelling van de bestuurlijke boete beziet ACM of sprake is van boeteverhogende of boeteverlagende omstandigheden.

  • 2 ACM bepaalt in redelijkheid de mate waarin de betrokken omstandigheid leidt tot een verhoging of verlaging van de basisboete.

  • 3 Boeteverhogende omstandigheden zijn in ieder geval:

    • a. de omstandigheid dat ACM of een andere bevoegde autoriteit, waaronder de Europese Commissie of een rechterlijke instantie, reeds onherroepelijk een zelfde of vergelijkbare door de overtreder begane overtreding heeft vastgesteld,

    • b. de omstandigheid dat de overtreder het onderzoek van ACM heeft belemmerd,

    • c. de omstandigheid dat de overtreder tot de overtreding heeft aangezet of een leidinggevende rol gespeeld heeft bij de uitvoering daarvan,

    • d. de omstandigheid dat de overtreder gebruik heeft gemaakt van, of voorzien in, controle- of dwangmiddelen ter handhaving van de te beboeten gedraging.

  • 4 In geval van recidive als bedoeld in het derde lid, onder a, verhoogt ACM de basisboete met 100%, tenzij dit gezien de omstandigheden van het concrete geval onredelijk zou zijn.

  • 5 Boeteverlagende omstandigheden zijn in ieder geval:

    • a. de omstandigheid dat de overtreder verdergaande medewerking aan ACM heeft verleend dan waartoe hij wettelijk gehouden was,

    • b. de omstandigheid dat de overtreder uit eigen beweging degenen aan wie door de overtreding schade is berokkend, schadeloos heeft gesteld.

Artikel 6. Vaststelling van de hoogte

  • 1 ACM stelt de hoogte van de op te leggen bestuurlijke boete vast met inachtneming van:

    • a. het wettelijk boetemaximum;

    • b. deze beleidsregels;

    • c. de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

  • 2 ACM kan van deze beleidsregels afwijken indien onverkorte toepassing ervan tot evidente onbillijkheden leidt.

  • 3 Indien ACM constateert dat een overtreder meerdere overtredingen heeft begaan, kan zij in plaats van elke overtreding afzonderlijk te beboeten, een bestuurlijke boete opleggen voor deze overtredingen gezamenlijk.

  • 4 De hoogte van de op te leggen bestuurlijke boete rondt ACM af naar beneden op een veelvoud van € 1.000,–.

Artikel 8. Overgangsbeleid

Op overtredingen waarvan een rapport is opgemaakt voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt beslist met toepassing van de Beleidsregels NMa bestuurlijke boetes vervoerswetgeving zoals deze golden onmiddellijk voorafgaand aan dat tijdstip.

Artikel 9. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Beleidsregels bestuurlijke boetes vervoerswetgeving ACM’.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 oktober 2015

De Autoriteit Consument en Markt,

C.A. Fonteijn,

bestuursvoorzitter

F.J.H. Don,

bestuurslid

J.G. Vegter,

bestuurslid

Bijlage

I. Inleiding

In artikel 4, zesde lid, van deze beleidsregels is bepaald dat overtredingen waarvoor ACM een bestuurlijke boete kan opleggen op grond van artikel 45f, eerste lid, aanhef en onder a, van de Loodsenwet, artikel 76, tweede lid, aanhef en onder a, van de Spoorwegwet, artikel 9, eerste lid aanhef en onder b van de Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening, de artikelen 8.25h, vierde lid, en 11.24 van de Wet luchtvaart en artikel 96a jo. artikel 30a eerste en derde lid van de Wet personenvervoer 2000, met uitzondering van overtredingen die door natuurlijke personen zijn begaan, worden beboet op basis van een promillage van de jaaromzet van de overtreder. De vaststelling van het promillage vindt plaats aan de hand van zes categorieën die oplopen in hoogte. Deze bijlage geeft aan in welke categorie de vorenbedoelde overtredingen zijn ingedeeld. De bijlage maakt integraal onderdeel uit van de Beleidsregels bestuurlijke boetes vervoerswetgeving ACM.

II. Indeling in categorieën

1. Loodsenwet

De overtredingen, bedoeld in artikel 45f, eerste lid, aanhef en onder a, van de Loodsenwet, die op grond van artikel 45f, tweede lid, van de Loodsenwet bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 900.000,-, of indien dit meer is, 10% van de gezamenlijke omzet van de organisaties, aangewezen krachtens de artikelen 15a, tweede lid, en 15b, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, worden als volgt in categorieën ingedeeld:

2. Spoorwegwet

De overtredingen, bedoeld in artikel 76, tweede lid, aanhef en onder a, van de Spoorwegwet, worden als volgt in categorieën ingedeeld:

Categorie II

a. artikel 59, derde lid;

 

b. artikel 68c, tweede lid;

 

c. artikel 68a.

   

Categorie III

a. artikel 57, met uitzondering van het derde lid;

 

b. artikel 70, zevende lid;

 

c. artikel 70, achtste lid;

 

d. artikel 70, negende lid.

   

Categorie IV

a. artikel 58, derde lid;

 

b. artikel 58, vierde lid;

 

c. artikel 60, derde lid;

 

d. artikel 61 (ondersteunende voorschriften).

   

Categorie V

a. artikel 16a, derde lid;

 

b. artikel 16c;

 

c. artikel 16e;

 

d. artikel 17, eerste lid, onder d (ondersteunende voorschriften);

 

e. artikel 57, derde lid;

 

f. artikel 58, eerste lid (vaststelling netverklaring);

 

g. artikel 58, eerste lid (overleg gebruikers);

 

h. artikel 58, tweede lid;

 

i. artikel 58, zesde lid;

 

j. artikel 59, eerste lid;

 

k. artikel 59, tweede lid;

 

l. artikel 59, vierde lid;

 

m. artikel 60, eerste lid (ondersteunende voorschriften);

 

n. artikel 60, tweede lid;

 

o. artikel 62, vijfde lid;

 

p. artikel 62, zesde lid;

 

q. artikel 62, zevende lid (ondersteunende voorschriften);

 

r. artikel 63, eerste lid;

 

s. artikel 63, tweede lid, eerste volzin;

 

t. artikel 63, derde lid;

 

u. artikel 63, vierde lid;

 

v. artikel 67, vierde lid;

 

w. artikel 67, vijfde lid;

 

x. artikel 67, zesde lid;

 

y. artikel 68a;

 

z. artikel 68c, eerste lid;

 

aa. artikel 68c, zevende lid;

 

bb. artikel 68c, achtste lid.

   

Categorie VI

a. artikel 16a, eerste lid;

 

b. artikel 16a, tweede lid;

 

e. artikel 16b;

 

f. artikel 16d;

 

g. artikel 17, eerste lid, onder d (kernvoorschriften);

 

h. artikel 17, derde lid;

 

i. artikel 27, eerste lid;

 

j. artikel 56, eerste lid;

 

k. artikel 60, eerste lid (kernvoorschriften);

 

l. artikel 60, vierde lid;

 

m. artikel 61 (kernvoorschriften);

 

n. artikel 62, eerste lid;

 

o. artikel 62, tweede lid;

 

p. artikel 62, derde lid;

 

q. artikel 62, vierde lid;

 

r. artikel 62, zevende lid (kernvoorschriften);

 

s. artikel 62, achtste lid;

 

t. artikel 67, eerste lid;

 

u. artikel 67, tweede lid;

 

v. artikel 67, derde lid;

 

w. artikel 68, eerste lid;

 

x. artikel 68, tweede lid;

 

y. artikel 68, derde lid.

   

3. Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening

De overtredingen van Verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens (PbEU 2017, L 057), die op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 900.000 of, indien dat meer is, 10% van de omzet van de overtreder, worden als volgt in categorieën ingedeeld:

Categorie II

a. artikel 21, derde lid, tweede alinea.

 

1.

Categorie III

a. artikel 11, vierde lid;

 

b. artikel 12, derde lid;

 

c. artikel 13, tweede lid;

2.

 

d. artikel 13, vijfde lid;

 

e. artikel 16, vijfde lid.

 

3.

Categorie IV

a. artikel 4, vijfde lid;

 

b. artikel 4, zesde lid;

 

c. artikel 6, tweede lid;

 

d. artikel 7, vierde lid;

 

e. artikel 12, tweede lid;

 

f. artikel 13, derde lid;

 

g. artikel 13, vierde lid;

 

h. artikel 13, zesde lid;

 

i. artikel 15, eerste lid;

 

j. artikel 15, tweede lid;

 

k. artikel 15, derde lid.

 

4.

Categorie V

a. artikel 4, tweede lid;

 

b. artikel 4, vierde lid, onderdeel a;

 

c. artikel 5, derde lid;

 

d. artikel 5, vierde lid;

 

e. artikel 6, derde lid;

 

f. artikel 8, eerste lid;

 

g. artikel 8, derde lid;

 

h. artikel 15, vierde lid.

 

5.

Categorie VI

a. artikel 5, eerste lid;

 

b. artikel 6, eerste lid;

 

c. artikel 6, vierde lid;

 

d. artikel 11, eerste lid;

 

e. artikel 11, tweede lid;

 

f. artikel 11, derde lid;

 

g. artikel 11, vijfde lid;

 

h. artikel 11, zesde lid;

 

i. artikel 11, zevende lid;

 

j. artikel 12, eerste lid;

 

k. artikel 21, derde lid, eerste alinea.

4. Wet luchtvaart

5. Wet personenvervoer 2000

De overtredingen bedoeld in artikel 96a eerste en tweede lid jo. artikel 30a eerste en derde lid van de Wet personenvervoer 2000, die op grond van artikel 96a, eerste en tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000 bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 900.000,-, of indien dat meer is, 1% van de omzet van de overtreder worden als volgt in categorieën ingedeeld: