-
a. verlenen of weigeren van een vergunning op grond van de artikelen 3, 9, 14b, 16, 24, 27b, 27h, 30h, 30k en 30z van de wet;
-
b. wijzigen, aanvullen of intrekken van een vergunning, dan wel het verbinden van voorschriften
aan een vergunning op grond van de artikelen 3, 10, 11, 14c, 14e, 22, 25, 26, 27c, 27f, 27i, 27k, 30j, 30l en 30z van de wet;
-
c. toelaten, weigeren of intrekken van de toelating van een model op grond van artikel 30o, 30p of 30s van de wet alsmede alle daarmee verband houdende besluiten krachtens titel VA, paragraaf 4 van de wet;
-
d. opleggen van kansspelheffing op grond van artikel 33e van de wet en opleggen van voorlopige kansspelheffing op grond van artikel 33f lid 5 van de wet;
-
e. vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten op grond van artikel 5:25, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en beslissen omtrent de invordering van een verbeurde dwangsom op grond van artikel 5:37 van die wet;
-
f. bij beschikking vaststellen van de verplichting tot betaling van een geldsom op grond
van artikel 4:86 van de Algemene wet bestuursrecht, verlenen, intrekken of wijzigen van uitstel van betaling op grond van de artikelen 4:94 en 4:96 van die wet en vaststellen van de verschuldigde wettelijke rente op grond van artikel 4:99 van die wet;
-
g. aanmanen tot betaling op grond van artikel 4:112 van de Algemene wet bestuursrecht;
-
h. aanwijzen van toezichthouders op grond van artikel 34 van de wet;
-
i. beslissen op een verzoek op grond van artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur;
-
j. aanstellen en ontslaan van medewerkers tot en met schaal 14;
-
k. vaststellen van de beoordeling van het functioneren van de afdelingshoofden en de
overige medewerkers van de dienstonderdelen en nemen van rechtspositionele beslissingen
ten aanzien van de afdelingshoofden en overige medewerkers;
-
l. nemen van een beslissing op bezwaar ten aanzien van een overeenkomstig het vierde
lid in ondermandaat genomen besluit;
-
m. beslissen op een verzoek om informatie of actief openbaar maken van informatie op
grond van de Wet openbaarheid van bestuur;
-
n. nemen van een beschikking op grond van artikel 4:18 of artikel 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht;
-
o. het mededelen of aan een verzoek om inlichtingen omtrent de van aanmelding vrijgestelde
gegevensverwerkingen zal worden voldaan, op grond van artikel 30, derde lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens;
-
p. het mededelen aan een betrokkene dat hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt,
op grond van artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
-
q. het mededelen of aan een verzoek van een betrokkene om gegevens te verbeteren, aan
te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal worden voldaan, op grond van artikel 36 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
-
r. het mededelen aan een betrokkene aan wie de mededeling omtrent de verbetering, aanvulling,
verwijdering of afscherming van zijn gegevens is gedaan, op grond van artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
-
s. het mededelen aan een betrokkene of het verzet vanwege zijn bijzondere persoonlijke
omstandigheden gerechtvaardigd is, op grond van artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
-
t. het buiten toepassing laten van de bepalingen opgenomen in artikel 43 van de Wet bescherming persoonsgegevens, voor zover het betreft de artikelen 30, derde lid, en 35, met inachtneming van de in dit artikel opgenomen gronden;
-
u. het benoemen van een functionaris voor de gegevensbescherming, op grond van artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
-
v. verlenen van ondermandaat met betrekking tot de bevoegdheden genoemd in de onderdelen
a tot en met g, i, k, voor zover het de overige medewerkers van de dienstonderdelen
betreft, en m tot en met t.