Wijzigingswet Vreemdelingenwet 2000 (gemeenschappelijke procedures voor de toekenning [...] om internationale bescherming (PbEU 2013, L 180))

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 20-07-2015 t/m heden

Wet van 8 juli 2015 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PbEU 2013, L 180) en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PbEU 2013, L 180)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is enkele wijzigingen aan te brengen in de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning of intrekking van de internationale beschermingsstatus (PbEU 2013, L 180) en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PbEU 2013, L 180);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 Op aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 waarop is besloten voor inwerkingtreding van deze wet en intrekkingen voor inwerkingtreding van deze wet, is het recht zoals dit gold voor inwerkingtreding van deze wet van toepassing, met uitzondering van artikel 83a (nieuw) van de Vreemdelingenwet 2000, tenzij het onderzoek door de rechtbank gesloten is.

  • 2 Bewaring van een vreemdeling, die een aanvraag als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 heeft ingediend en die op het moment van inwerkingtreding van deze wet gehouden is zich op te houden in een door de ambtenaar belast met grensbewaking aangewezen ruimte of plaats die tegen vertrek is beveiligd, duurt niet langer dan vier weken vanaf het moment van het uitreiken van het besluit hiertoe.

  • 4 Voor het bepalen van de maximale termijn voor inbewaringstelling als bedoeld in artikel 59b, tweede, derde en vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 wordt de periode waarin de vreemdeling onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet in bewaring was gesteld afgetrokken van de termijnen, bedoeld in artikel 59b, tweede, derde en vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 8 juli 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

K.H.D.M. Dijkhoff

Uitgegeven de zeventiende juli 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven