II. Wob- verzoeken bij DJI
[Regeling vervallen per 01-05-2019]
De Wob is van toepassing op alle documenten of andere gegevensdragers die berusten onder
de verantwoordelijkheid van de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
dus ook wanneer deze informatie bij de Dienst Justitiële Inrichtingen aanwezig is.
Dit betreft dus alle rijksinrichtingen, landelijke diensten, SSC’s en het hoofdkantoor
van DJI.
Een Wob- verzoek kan door iedereen (natuurlijke personen, rechtspersonen of andere
bestuursorganen) gedaan worden en over welke bestuurlijke aangelegenheid dan ook.
De verzoeker hoeft zijn verzoek niet te motiveren en het verzoek kent geen vormvereisten
(kan mondeling of schriftelijk: per post of per fax).
Een verzoek om informatie kan worden beschouwd als een Wob-verzoek, tenzij een bijzondere
openbaarmakingsregeling op het verzoek van toepassing is.
Geen Wob-verzoek
Voor DJI relevante bijzondere openbaarmakingsregelingen zijn te vinden in de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en de op deze wetten gebaseerde uitvoeringsregelingen. Daarmee vallen bijvoorbeeld
niet onder de Wob:
-
– een verzoek van een justitiabele, zijn raadsman/vrouw of familie van de justitiabele
om inzage in zijn inrichtingsdossier of om informatie over zijn detentie of behandeling;
-
– verzoeken om informatie van Openbaar ministerie of de reclassering in het kader van
hun taakuitoefening (strafvervolging of toezicht) met betrekking tot een justitiabele.
Deze verzoeken vallen niet onder de Wob.
Wel een Wob-verzoek?
Er zijn verschillende mogelijkheden hoe u een Wob-verzoek kunt herkennen, onder andere:
-
– Het verzoek betreft een verzoek van een burger of journalist om informatie (bijvoorbeeld
informatie over een inrichting, beleidsstukken, cijfers en/of overzichten, contracten/overeenkomsten
of stukken omtrent een bepaald incident);
-
– De verzoeker verwijst expliciet naar de Wob;
-
– De verzoeker verwijst niet expliciet naar de Wob maar uit het verzoek blijkt dat men openbaarmaking van informatie wenst;
-
– Het verzoek kan specifiek genoemde documenten betreffen of meer algemeen geformuleerd
zijn (alle documenten over een bepaald onderwerp);
-
– Het verzoek kan ook informatie betreffen waarover u niet beschikt.
In alle hiervoor genoemde gevallen kan het een Wob-verzoek betreffen.
Contact met de Wob-coördinator
Indien u een verzoek om informatie ontvangt, dat op grond van de Wob beoordeeld en afgehandeld moet worden of indien u twijfelt of het informatieverzoek
wel of niet onder de Wob valt, dient u contact op te nemen met de Wob-coördinator
van de afdeling Juridische zaken van het hoofdkantoor van DJI, om afspraken te maken
over de verdere afhandeling van het verzoek.
De melding bij de Wob-coördinator dient er daarnaast toe het aantal Wob-verzoeken
binnen DJI te registeren, een verplichting die voortvloeit uit de Jaarplanaanschrijving
DJI in het kader van de juridische controle.
De gegevens waaronder de Wob-coördinator bereikbaar is, vindt u in hoofdstuk V van deze circulaire.
-
1.
De procedure voor de afhandeling van Wob-verzoeken
Een verzoek om informatie kan alleen afgewezen worden als één van de in de artikelen 10 en 11 van de Wob genoemde uitzonderings- of beperkingsgronden van toepassing is. Geen informatie wordt
bijvoorbeeld verstrekt voor zover dit de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen
brengen, de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden of wanneer het om bijzondere
– waaronder strafrechtelijke – persoonsgegevens gaat. Het verstrekken van informatie
blijft eveneens achterwege indien het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende
belangen: de opsporing en vervolging van strafbare feiten, de inspectie, controle
en toezicht door bestuursorganen of de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
Hieronder treft u aan de verschillende beslissingsmogelijkheden op een Wob-verzoek
en hoe u moet handelen:
-
a. Wob-verzoek politiek of maatschappelijk gevoelig. Indien (de afhandeling van) het
Wob-verzoek politiek of maatschappelijk gevoelig ligt of kan liggen (b.v. bij een
verzoek uit de media over een incident), wordt het besluit over dat politiek of maatschappelijk
gevoelig onderwerp altijd door de afdeling Juridische Zaken gemaakt (uiteraard in
afstemming met u) en namens de Minister of Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
door de Secretaris Generaal ondertekend.
-
b. Indien het Wob-verzoek ingewilligd kan worden en er geen sprake is of kan zijn van
een politiek of maatschappelijk gevoelige situatie, kunt u dit verzoek na afstemming
met de afdeling Juridische Zaken zelfstandig afdoen. U kunt voor de afhandeling advies
vragen aan de afdeling Juridische Zaken.
-
c. (gedeeltelijke) afwijzing van het Wob-verzoek. Indien het verzoek (gedeeltelijk) afgewezen
moet worden, maakt de afdeling Juridische Zaken in afstemming met u een (gedeeltelijk)
afwijzend besluit en wordt bepaald of het besluit door de Secretaris-Generaal namens de Minister of Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie ondertekend moet
worden, danwel op lager niveau kan worden afgedaan.
De gevraagde informatie wordt vervolgens op een van de volgende manieren verstrekt:
-
– de verzoeker krijgt een kopie of een andere weergave van de letterlijke inhoud van
een document, geluidsband, film of andere gegevensdrager of
-
– de verzoeker wordt uitgenodigd om de documenten of andere gegevensdragers in te komen
zien of
-
– de verzoeker krijgt een uittreksel of een samenvatting van de inhoud of
-
– de documenten worden door de Directie Voorlichting op internet (www.rijksoverheid.nl)
geplaatst.
Bij het kiezen tussen de verschillende vormen van informatieverstrekking volgt het
bestuursorgaan de voorkeur van de verzoeker, tenzij dit de vlotte voortgang van de
werkzaamheden van het bestuursorgaan belemmert (indien bijvoorbeeld de lasten onevenredig
groot worden).
-
2.
Afhandelingstermijn van Wob-verzoeken
De beslissing op een Wob-verzoek dient op grond van artikel 6 van de Wob zo spoedig mogelijk genomen te worden, doch uiterlijk binnen vier weken na de dag waarop het verzoek is ontvangen. De termijn kan eenmalig met vier weken verlengd worden. Van de verlenging dient voor afloop van de eerste termijn schriftelijk
en gemotiveerd mededeling te worden gedaan aan de verzoeker. Verstrijkt de termijn
zonder dat er een beslissing is genomen dan is er sprake van een fictieve weigering
en kan de verzoeker daartegen in bezwaar gaan en eventueel een voorlopige voorziening
vragen bij de afdeling Bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank.
Op grond van de Wet dwangsom kan de verzoeker het bevoegd gezag ook in gebreke stellen door een termijn te stellen
om alsnog te beslissen. Na het verstrijken van deze termijn kan verzoeker een dwangsom
vorderen voor iedere dag die verstrijkt zonder dat een besluit is genomen. Gelet op
de strakke termijnen dienen binnengekomen Wob-verzoeken altijd met de daarvoor benodigde
voortvarendheid afgehandeld te worden. Het afhandelen van afwijzende beslissingen
en beslissingen die politiek of maatschappelijk gevoelig liggen, neemt vaak meer tijd
in beslag. Van groot belang is dat ook deze beslissingen binnen de wettelijke termijn
afgehandeld worden. Na binnenkomst van een Wob-verzoek is daarom altijd spoedig overleg
met de Wob-coördinator noodzakelijk.
De beslissing op een Wob-verzoek is een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit in
het kader van de Algemene wet bestuursrecht (afgekort: Awb) en dient dus een bezwaarclausule te bevatten.
Voor ieder Wob-verzoek geldt dat indien er bezwaar wordt aangetekend altijd de Wob-coördinator
ingeschakeld dient te worden en dat deze het voortouw neemt in de te volgen bezwaarprocedure.
De Wob-coördinator draagt zorg voor de beslissing op bezwaar.