Besluit mededeling van rechten in strafzaken

Geraadpleegd op 12-10-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Besluit van 18 november 2014, houdende regels inzake de schriftelijke mededeling van rechten ten behoeve van aangehouden verdachten (Besluit mededeling van rechten in strafzaken)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 25 juni 2014, nr. 532606;

Gelet op artikel 27c, derde lid, onderdeel g, van het Wetboek van Strafvordering;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 juni 2014, nr. W03.14.0205/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 13 november 2014, nr. 580912;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 27c, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, omvat informatie over:

Artikel 3

De Wet van 5 november 2014 tot implementatie van de richtlijn nr. 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures (PbEU L 142) (Stb. 2014, 433) en dit besluit treden in werking met ingang van 1 januari 2015.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 18 november 2014

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Uitgegeven de zesentwintigste november 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten