Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Advocatenwet en enige andere wetten te wijzigen in verband met de positie van de advocatuur in
de rechtsorde en herziening van het toezicht op advocaten, alsmede om enkele andere
wijzigingen in de Advocatenwet door te voeren;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
[Red: Wijzigt de Advocatenwet.]
[Red: Wijzigt de Wet op de rechtsbijstand.]
[Red: Wijzigt de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.]
De paragrafen 4, 4a en 4b van de Advocatenwet, zoals deze luidden vóór de inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing
op klachten die tegen advocaten zijn ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding
van deze wet.
[Red: Wijzigt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.]
Onze Minister van Veiligheid en Justitie zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding
van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
van artikel I, onderdelen H, I, La, Nd, R, S, T, Za, AAb, AAc, DD, DDa, DDb, FF, FFa,
FFc, FFd, FFe, FFg en FFh van deze wet in de praktijk.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet positie en toezicht advocatuur.