Algemeen
Als onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden worden uitbesteed, betekent dat niet
dat er geen sprake kan zijn van een zelf voortgebracht immaterieel activum. Uitgangspunt
blijft namelijk dat er bij de belastingplichtige voldoende belangrijke functies aanwezig
moeten zijn om het immateriële activum aan hem toe te kunnen rekenen. Onderzoeks-
en ontwikkelingswerkzaamheden kunnen dus worden uitbesteed zonder dat dit van invloed
is op de toepassing van de innovatiebox, zolang de belastingplichtige het immateriële
activum voor eigen rekening en risico ontwikkelt. Het maakt daarbij niet uit of de
onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden binnen of buiten de groep worden uitbesteed.
Naar mate er meer wordt uitbesteed, zal er ook meer aannemelijk moeten worden gemaakt
– bijvoorbeeld op basis van documentatie – dat er daadwerkelijk voldoende belangrijke
functies bij de belastingplichtige aanwezig zijn. Waar de grens ligt, is afhankelijk
van de verrichte activiteiten en de overige specifieke feiten en omstandigheden van
het geval.
Vaak worden onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden uitbesteed in de vorm van contract-R&D.
Als de opdrachtnemer deze werkzaamheden voor rekening en risico van de opdrachtgever
uitvoert, gaat het resultaat ervan de opdrachtgever aan. Een eventueel immaterieel
activum dat uit deze onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden voortkomt, komt toe
aan de opdrachtgever. De opdrachtnemer heeft dit immateriële activum dan dus niet
voortgebracht in de zin van de innovatiebox en komt daarom niet voor toepassing van
de innovatiebox in aanmerking.
S&O-werkzaamheden
Bij S&O-activa is aangesloten bij de S&O-verklaring uit de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. Om voor een S&O-verklaring in aanmerking te komen, moet
de belastingplichtige zelf S&O-werkzaamheden uitvoeren. Voor louter aansturende werkzaamheden
– tijdens de parlementaire behandeling aangeduid als coördineren en regisseren – wordt
geen S&O-verklaring afgegeven. Daarom zal de belastingplichtige moeten beschikken
over daartoe gekwalificeerde onderzoeksmedewerkers.
Over de mate waarin bij S&O-activa sprake moet zijn van voldoende onderzoeks- en ontwikkelingsfuncties
bij de belastingplichtige zelf, is tijdens de parlementaire behandeling van de innovatiebox
het een en ander gezegd. Het betreft de uitleg van het criterium ‘voortvloeien uit’.
Hieraan wordt in ieder geval voldaan als minder dan 50% van de onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden
die hebben geleid tot het voortbrengen van het immateriële activum, door de belastingplichtige
zijn uitbesteed. Als uitgangspunt voor de onderbouwing kunnen de bestede speur- en
ontwikkelingsuren dienen.
Als echter 50% of meer van de onderzoek- en ontwikkelingswerkzaamheden wordt uitbesteed,
kan de innovatiebox toch van toepassing zijn. Om te voldoen aan het criterium ‘voortvloeien
uit’ is voor die gevallen tijdens de parlementaire behandeling aangegeven dat voor
een meer kwalitatieve benadering kan worden gekozen. Als de S&O-werkzaamheden waarvoor
een S&O-verklaring is afgegeven, zogenoemde coördinerende en regisserende elementen
in zich dragen, kan – kwalitatief gezien – voldaan zijn aan de eis dat er voldoende
belangrijke functies bij de belastingplichtige aanwezig zijn. Het moet echter wel
gaan om reële gevallen. Daarom moet aannemelijk worden gemaakt dat er voldoende gewicht
valt toe te kennen aan deze coördinerende en regisserende elementen. Als dat het geval
is, kan meer dan 50% van de onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden worden uitbesteed.
Louter regisserende en coördinerende werkzaamheden kunnen daarentegen dus niet leiden
tot toepassing van de innovatiebox.
Voorbeeld
Een bedrijf ontwikkelt in twaalf maanden tijd een concept voor een nieuw product.
Het bedrijf beschikt echter niet over de technische expertise om het product te ontwikkelen.
Daarom worden nagenoeg alle uitvoerende onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden
uitbesteed. De opdrachtnemer besteedt hier 6.000 uur aan. Om deze werkzaamheden te
begeleiden wordt een technisch medewerker aangetrokken om te kunnen beoordelen of
de onderzoeksresultaten voldoen aan de (technische) wensen van de opdrachtgever en
om relevante feedback te kunnen leveren. Deze medewerker participeert in het onderzoeksteam,
maar geeft daar feitelijk geen leiding aan. Daarnaast verricht deze medewerker in
beperkte mate S&O-werkzaamheden. Hiervoor is door het bedrijf een S&O-verklaring verkregen
van 150 uur. Omdat het aantal S&O-uren ca. 2,5% vormen van het totale aantal onderzoeks-
en ontwikkelingsuren en er geen sprake is van een coördinerende en regisserende functie,
is het nieuwe product niet voortgevloeid uit de eigen S&O-werkzaamheden. Er is daarom
geen sprake van zelf voortbrengen, maar van een verworven immaterieel activum. De
opdrachtgever komt dus niet in aanmerking voor het toepassen van de innovatiebox.
Overigens kan ook de opdrachtnemer de innovatiebox niet toepassen, omdat het immateriële
activum voor rekening en risico van de opdrachtgever is ontwikkeld.