Beleidsregel 1
Op verzoek van de werkgever wordt een ontheffing verleend als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, voor de bij die ontheffing aan te wijzen werknemers of groepen van werknemers, indien
gedurende ten minste 2 kalenderweken en gedurende ten hoogste 24 kalenderweken, ten
minste 20% van de aan de werkgever ter beschikking staande arbeidscapaciteit niet
kan of naar verwachting niet zal kunnen worden benut, vanwege een vermindering in
bedrijvigheid door buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale
ondernemersrisico kunnen worden gerekend. Een ontheffing wordt verleend voor een periode
van ten hoogste 6 weken en kan op verzoek van de werkgever drie maal worden verlengd,
telkens voor een periode van ten hoogste 6 weken.
Beleidsregel 2
Geen ontheffing wordt verleend:
-
a. over perioden voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag voor ontheffing is ontvangen;
-
b. voorzover het personeelsbestand van de onderneming niet op de voor de betrokken onderneming
redelijkerwijs te verwachten behoefte is afgestemd;
-
c. indien de vermindering van werkzaamheden samenhangt met een werkstaking in de betreffende
of in een andere onderneming, tenzij redelijkerwijs niet kan worden verwacht, dat
de werkstaking door het verlenen van de ontheffing zal worden beïnvloed.