1.2. Reikwijdte
Algemene scope (doel van de subsidiemodule en thema’s uit deze bijlage)
Op grond van de subsidiemodule R&D-mobiliteitssectoren, opgenomen in titel 3.6 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, wordt subsidie verstrekt voor een
R&D-mobiliteitsproject met als doel (a) het behouden en verbeteren van de concurrentiepositie
van Nederlandse ondernemingen binnen de automotive, luchtvaart en maritieme sector
en het herstel van de negatieve economische gevolgen, die zijn veroorzaakt door de
uitbraak van het coronavirus en (b) het leveren van een bijdrage aan de maatschappelijke
opgaven op het vlak van duurzaamheid of digitalisering. Het moet hierbij gaan om industrieel
onderzoek of experimentele ontwikkeling dat past binnen de voor deze sectoren relevante
omvangrijke R&D-thema’s, die zijn opgenomen in hoofdstukken 2, 3 en 4 van deze bijlage.
Industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling
Voor de reikwijdte van de begrippen industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling
wordt in artikel 1.1 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies verwezen naar de uitleg van industrieel
onderzoek in artikel 2, onderdeel 85, van de algemene groepsvrijstellingsverordening
en paragraaf 1.3, onderdeel q, van het O&O&I-steunkader respectievelijk de uitleg
van experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel 86, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening en paragraaf 1.3, onderdeel j, van het O&O&I-steunkader.
Dit betekent concreet het volgende.
Onder industrieel onderzoek wordt verstaan het planmatig of kritisch onderzoek dat
is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling
van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of
diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe
systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving en/of
in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen,
wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validering
van generieke technologie.
Onder experimentele ontwikkeling wordt verstaan het verwerven, combineren, vormgeven
en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere
relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde
producten, procedés of diensten. Dit kan ook activiteiten omvatten die gericht zijn
op de conceptuele formulering, de planning en documentering van alternatieve producten,
procedés of diensten. Experimentele ontwikkeling kan prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling,
testen en validatie omvatten van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten
in omgevingen die representatief zijn voor het functioneren onder reële omstandigheden,
met als hoofddoel verdere technische verbeteringen aan te brengen aan producten, procedés
of diensten die niet grotendeels vast staan. Dit kan de ontwikkeling omvatten van
een commercieel bruikbaar prototype of pilot die noodzakelijkerwijs het commerciële
eindproduct is en die te duur is om te produceren alleen met het oog op het gebruik
voor demonstratie- en validatiedoeleinden.
Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan: routinematige of periodieke
wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en
andere courante activiteiten, zelfs indien die wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden.
R&D opgave uit het Klimaatakkoord en onderzoeksthema’s
Uitsluitend projecten die in voldoende mate bijdragen aan de thema’s, en onderliggende
subdoelstellingen en onderzoeksprioriteiten, opgenomen in hoofdstukken 2, 3 en 4 van
deze bijlage komen voor subsidie in aanmerking op grond van de subsidiemodule R&D-mobiliteitssectoren.
Hiermee voorziet deze subsidiemodule in subsidiëring van projecten die bijdragen aan
de innovatieopgave uit het klimaatakkoord, en aanverwante Integrale Kennis en Innovatie
Agenda (IKIA). Als onderdeel van het klimaatakkoord zijn inhoudelijke innovatiesporen
vastgelegd in de IKIA. Deze zijn verder vorm gegeven in Meerjarig Missie gedreven
Innovatie Programma’s (MMIP’s). Op grond van de subsidiemodule R&D-mobiliteit komen
projecten voor subsidie in aanmerking die (mede) invulling geven aan een MMIP. Deze
MMIP’s richten zich op onderzoeks- en innovatievraagstukken die kunnen bijdragen aan
de ontwikkelstappen die nodig zijn tot in elk geval een eerste implementatie te komen
van deze speerpunten en hiermee een bijdrage te leveren aan het behalen van de doelen
van het Klimaatakkoord.
De doelstelling en thema’s van de subsidiemodule R&D-mobiliteitssectoren zijn dan
ook in lijn met de doelstellingen die zijn geformuleerd in de IKIA ‘Klimaat en Energie’,
en de onderliggende deel-Kennis en Innovatie Agenda (KIA) Toekomstbestendige Mobiliteitssystemen,
onderdeel van het thema Energietransitie en Duurzaamheid van het Missiegedreven Topsectoren-
en Innovatiebeleid (MTIB). Ook geeft deze subsidiemodule in lijn met sectorale agenda’s
een nadere invulling aan de per sector benodigde stappen in onderzoek en ontwikkeling
om aan deze doelstellingen te voldoen. Specifiek betreft het hier MMIP 9 (Innovatieve
aandrijving en gebruik van duurzame energiedragers voor mobiliteit) en MMIP 10 (Doelmatige
vervoersbewegingen voor mensen en goederen).
MMIP 9 richt zich op onderzoek en innovatie vraagstukken omtrent innovatieve aandrijving
en gebruik van duurzame energiedragers voor mobiliteit, in het bijzonder:
-
• Zero Emissie aandrijftechnologie en voertuigen;
-
• Energiedistributie voor elektrische voertuigen;
-
• Distributie van waterstof en andere energiedragers voor brandstofvoertuigen;
-
• Innovatieve hernieuwbare brandstoffen
-
• Zuinige voertuigen;
MMIP 10 richt zich op onderzoek en innovatievraagstukken omtrent doelmatige vervoersbewegingen
voor mensen en goederen, in het bijzonder:
-
• Weten wat mensen beweegt;
-
• CO2-reductie door nieuwe mobiliteitsconcepten voor personenvervoer;
-
• CO2-reductie door innovaties in de logistiek;
-
• Transitie-ondersteunende kennis en tools.
MMIP’s 9 en 10 richten zich dus op innovaties voor reductie van de CO2-emissies van landgebonden transport (wegvervoer, spoor en binnenvaart) en sluiten
daarmee ook aan bij de scope van het Klimaatakkoord. De deel-KIA Toekomstbestendige
Mobiliteitssystemen gaat naast CO2-reductie voor landgebonden transport in op de innovatieopgaven voor het brede thema
mobiliteit. Zo zijn ook innovaties in de luchtvaart en maritiem transport, en veiligheids-
en bereikbaarheidsaspecten van alle verkeersmodaliteiten onderdeel van de kennis-
en innovatieagenda.
Slim, veilig, betrouwbaar en duurzaam zijn daarmee de thema’s van de innovatieopgaven
voor de mobiliteitssectoren, die in deze bijlage nader worden toegelicht. De opgestelde
prioriteiten per sector zijn in lijn met bestaande (beleids)agenda’s en roadmaps,
zoals de Aeronautics Roadmap en Automotive roadmaps van topsector hightech systemen en materialen (HTSM), het Maritieme Masterplan voor een emissieloze maritieme sector, en de ambities van de Duurzame Luchtvaarttafel. Op grond van het voorgaande heeft er een vertaling naar sectorale en cross-sectorale
onderzoeksthema’s plaatsgevonden, die zijn opgenomen in hoofdstukken 2, 3 en 4 van
deze bijlage.
Sectorale en cross-sectorale onderzoeksthema’s
In zijn algemeenheid zal een thema naarmate het onderzoek meer richting de toepassing
gaat, in toenemende mate gericht zijn op een sectorspecifieke uitwerking. Sommige
thema’s, zoals ook in de deel-KIA Toekomstbestendige Mobiliteitssystemen opgesteld,
gelden echter voor meerdere sectoren; hierbij is cross-sectorale samenwerking cruciaal
om brede toepassing en implementatie van nieuwe technologische ontwikkelingen te kunnen
bewerkstelligen. Naast sectorale onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten stimuleert
de subsidiemodule R&D-mobiliteitssectoren daarom samenwerking tussen verschillende
mobiliteitssectoren op cross-sectorale thema’s waarbij dat relevant wordt geacht.
Voorbeelden van thema’s voor cross-sectorale samenwerking zijn batterijontwikkeling,
aandrijflijnen op klimaatneutrale brandstoffen, lichtgewicht en circulaire ontwerpen,
digitalisering en platforms, en integratie van alternatieve tank- en laadinfrastructuur.
In hoofdstukken 2, 3 en 4 van deze bijlage zijn naast de sectorale thema’s ook de
per sector relevante cross-sectorale thema’s, en onderzoeksgebieden, waarvoor sectorale
samenwerking met andere sectoren relevant en kansrijk wordt geacht opgenomen. De per
hoofdstuk vermelde onderzoeksgebieden zijn dus niet uitputtend voor de scope van cross-sectorale
thematiek. Van belang is dat op die innovatieopgaven waarbij onderzoek en ontwikkeling
relevant is voor meerdere mobiliteitssectoren, er betrokkenheid van deze sectoren
is bij de projectvoorstellen die in aanmerking komen voor subsidie onder deze subsidiemodule.
Met de positieve waardering van voorstellen waarbij dit het geval is, beoogt de subsidiemodule
cross-sectorale samenwerking te stimuleren, en zo een zo groot mogelijke impact van
de projecten – en daarmee ook de R&D-subsidie – te bereiken.