Artikel 4.1
[Regeling vervallen per 02-02-2023]
Onverminderd het bepaalde in andere wetten, kan de raad van bestuur gegevens verstrekken
aan de volgende bestuursorganen, toezichthouders, instanties en personen, die noodzakelijk
zijn voor de uitvoering van hun taak:
-
a. de Minister van Veiligheid en Justitie;
-
b. de rijksbelastingdienst;
-
c. de Inspectie SZW, daaronder begrepen de Directie Opsporing van de Inspectie SZW;
-
d. de Stichting Autoriteit Financiële Markt;
-
e. de Autoriteit Consument en Markt;
-
f. De Nederlandse Bank N.V.;
-
g. de Nederlandse Zorgautoriteit;
-
h. het College bescherming persoonsgegevens;
-
i. het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, zoals
bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
-
j. de politie en de Koninklijke marechaussee;
-
k. het Openbaar Ministerie;
-
l. de bijzondere opsporingsdiensten, respectievelijk ressorterend onder de Minister van
Financiën, de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie, als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;
-
m. gemeenten en provincies;
-
n. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank;
-
o. de Inspectie Leefomgeving en Transsport, niet zijnde de Inlichtingen- en Opsporingsdienst
van de Inspectie Leefomgeving en Transsport;
-
p. bestuursorganen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen;
-
q. de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland);
-
r. toezichthoudende instanties of autoriteiten in landen binnen de Europese Unie, voor
zover dit voortvloeit uit een verdrag of voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering
van de Wok of het uitoefenen van toezicht op kansspelen in het desbetreffende land;
-
s. toezichthoudende instanties of autoriteiten in landen buiten de Europese Unie, indien
dat land partij is bij de op 2 mei 1992 te Oporto tot stand gekomen Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132), voor zover dit noodzakelijk is voor
de uitvoering van de Wok of het uitoefenen van toezicht op kansspelen in het desbetreffende land;
-
t. toezichthoudende instanties of autoriteiten in andere landen, waarvan de Commissie
van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie heeft vastgesteld dat
die landen waarborgen bieden voor een passend beschermingsniveau, voor zover dit noodzakelijk
is voor de uitvoering van de Wok of het uitoefenen van toezicht op kansspelen in het desbetreffende land;
-
u. aan de daartoe aangewezen vertegenwoordigers van de aan de Regionale Informatie en
Expertise Centra (RIEC’s) deelnemende partijen, voor zover zij deze gegevens behoeven
voor het verrichten van een integrale casusanalyse ten behoeve van het bepalen van
een gezamenlijke interventiestrategie en het uitvoeren daarvan voor het voorkomen,
opsporen en vervolgen van strafbare feiten, en het handhaven van nationale veiligheid;
-
v. aan de daartoe aangewezen vertegenwoordigers van het Landelijk Informatie en Expertise
Centrum (LIEC), voor zover zij deze gegevens behoeven voor het bevorderen van een
geïntegreerde aanpak van de georganiseerde criminaliteit;
-
w. financiële instellingen, daaronder begrepen de binnen de financiële instellingen aanwezige
Veiligheidszaken, voor zover de gegevens noodzakelijk zijn voor de aanpak van georganiseerde
financieel-economische criminaliteit en de aanpak van of het tegengaan van witwassen;
-
x. notarissen en accountants, voor zover de gegevens noodzakelijk zijn voor de controle
op de door een vergunninghouder aan de Kansspelautoriteit aangeboden financiële afwikkeling
van een eerder verleende vergunning;
-
y. desgevraagd, ten behoeve van beleidsonderzoek of wetenschappelijk onderzoek en statistiek,
met dien verstande dat de resultaten van een dergelijk onderzoek geen persoonsgegevens
mogen bevatten en de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene daardoor niet onevenredig
wordt geschaad.