Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014

Geraadpleegd op 26-04-2025.
Geldend van 21-03-2025 t/m heden

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 juli 2014, nr. MinBuZa.2014.59695, houdende beperkende maatregelen in verband met de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EG) nr 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb 2014, L183);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, eerste lid, artikel 2 bis, eerste lid, artikel 2 bis bis, eerste lid, artikel 2 ter, eerste en tweede lid, artikel 2 quater, eerste tot en met derde lid, artikel 2 quinquies, eerste en tweede lid, artikel 4 en artikel 8 bis van Verordening (EU) nr. 692/2014 van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2014 betreffende beperkende maatregelen, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (Pb L 183).

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2, tweede lid, artikel 2 bis, tweede of derde lid, artikel 2 bis bis, tweede lid, artikel 2 quater, vierde tot en met achtste lid, artikel 2 quinquies, derde lid, of artikel 2 sexies, van Verordening (EU) nr. 692/2014 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2bis, derde lid, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister van Financiën. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2ter, vierde lid, artikel 2sexies en artikel 3, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister van Financiën voor zover het betreft financiering, het verlenen van een financiële lening, financiële bijstand, een krediet, een verzekering, een herverzekering, het uitbreiden van een deelneming of het oprichten van een joint venture.

  • 2 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2ter, vierde lid, artikel 2 quater, zevende lid, artikel 2sexies en artikel 3, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp voor zover het betreft het verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, bouwdiensten of ingenieursdiensten, dan wel een melding over de invoer van goederen.

  • 3 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2quinquies, derde en vierde lid, is de Minister van Infrastructuur en Milieu.

  • 4 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2 quater, achtste lid, van Verordening (EU) nr. 692/2014 is de Minister van Financiën, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Klimaat en Groene Groei of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling inlijving Krim en Sebastopol 2014.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

F.C.G.M. Timmermans