2.5.2. Aanwijzing
[Vervallen per 01-01-2015]
Gelet op het voorgaande wijs ik op grond van artikel 19d van de Wet LB en in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onder voorwaarden de in onderdeel 2.5.1, derde alinea, bedoelde pensioenregelingen voor de hierna bedoelde situatie en onder de volgende voorwaarden aan als pensioenregeling. Hiermee geef ik invulling aan mijn toezegging aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2012/13, 33 610, nr. 8, blz. 25).
Deze aanwijzing vervalt als de pensioenregeling van de werkgever wordt gewijzigd en deze wijziging ook van toepassing is op de premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.
Situatie waarin deze aanwijzing van toepassing is
Het betreft een pensioenregeling die voor de arbeidsongeschikte werknemers niet is aangepast aan de Wet VAP. Het gaat hier om op 31 december 2013 bestaande pensioenregelingen waarbij de periode van premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid is ingegaan uiterlijk op 31 december 2013. Het gaat daarbij om de situatie waarin het recht op een voortgezette pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid civielrechtelijk definitief is geworden op het moment dat de premievrijstelling is ingegaan. De omvang van de voortgezette pensioenopbouw staat op dat moment in beginsel vast en kan niet meer zonder instemming van alle betrokken partijen worden aangepast. Deze situatie doet zich met name bij verzekeraars voor, als de polisvoorwaarden van het verzekerde risico – de premievrijstelling van voortgezette pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid – niet meer zonder instemming van alle betrokken partijen gewijzigd kunnen worden nadat dit risico is ingetreden. De verzekeringsovereenkomst is dan met andere woorden civielrechtelijk definitief geworden. De bovenstaande situatie kan zich in uitzonderlijke gevallen ook voordoen in door pensioenfondsen uitgevoerde (pre)pensioenregelingen. Het moet dan gaan om de situatie dat het voor het pensioenfonds op grond van de pensioentoezegging die in het verleden aan arbeidsongeschikte deelnemers is gedaan, onmogelijk is om deze toezegging aan te passen (Kamerstukken I 2006/07, 30 655, C, blz. 8-10.).
Voorwaarden
Voor toepassing van deze aanwijzing gelden de volgende vier voorwaarden.
a. Onderdeel van de pensioenregeling is een met een verzekeringsmaatschappij overeengekomen verzekeringsovereenkomst die bij arbeidsongeschiktheid voorziet in een recht op voortzetting van de betaling van overeengekomen premiebedragen voor pensioenopbouw voor rekening van de verzekeringsmaatschappij. De premies komen dan voor rekening van deze pensioenverzekeraar.
b. Afgezien van een eventuele indexatie staat de omvang van de premievrijstelling vast op de datum waarop de periode van premievrijstelling ingaat.
c. Een eventueel overeengekomen indexatie van de vrijgestelde premies vindt plaats volgens een gebruikelijke, fiscaal aanvaardbare, loon- of prijsindex.
d. Bij een latere verlaging van de mate van arbeidsongeschiktheid geldt de aanwijzing alleen voor de in samenhang daarmee te verlagen opbouw van pensioenrechten met de bijbehorende premievrijstelling. Wellicht ten overvloede merk ik op dat bij een latere verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid de premievrije pensioenopbouw die samenhangt met de verhoging van de premievrijstelling moet voldoen aan de fiscale regels zoals die luiden ten tijde van die verhoging.
In door pensioenfondsen uitgevoerde pensioenregelingen wordt de premievrije voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid doorgaans gebaseerd op het pensioenreglement. Wijzigingen in het pensioenreglement, bijvoorbeeld na een wijziging van de fiscale regels, zijn dan automatisch ook van toepassing voor de premievrij voortgezette pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid. In die situatie is de aanwijzing dus niet van toepassing. Als pensioenfondsen echter kunnen aantonen dat de regeling voor de premievrije voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid volledig voldoet aan hiervoor aan de aanwijzing gestelde voorwaarden en sprake is van een definitief uitgewerkte rechtsverhouding, kan de aanwijzing ook voor die pensioenfondsen van toepassing worden verklaard.