Instellingsbesluit Interdepartementale commissie ruimtevaart 2014

Geraadpleegd op 07-10-2024.
Geldend van 04-07-2014 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 24 juni 2014, nr. WJZ/14067994, houdende instelling van de Interdepartementale commissie ruimtevaart 2014

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, van Infrastructuur en Milieu, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en van Veiligheid en Justitie;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. ICR: de Interdepartementale commissie ruimtevaart, genoemd in artikel 2;

  • c. Convenant: het Convenant ter oprichting van een Netherlands Space Office (Stcrt. 2008, 217);

  • d. NSO: het Netherlands Space Office;

  • e. Stuurgroep NSO: de stuurgroep bedoeld in artikel 4 van het Convenant;

  • f. ESA: het Europees Ruimte Agentschap (European Space Agency);

  • g. EUMETSAT: de Europese Organisatie voor de Exploitatie van Meteorologische Satellieten (European Organisation for the Exploitation of Meteorological Satellites);

  • h. EU: de Europese Unie.

Artikel 3

De ICR heeft tot taak:

  • a. het voorbereiden van het regeringsbeleid met betrekking tot ruimtevaart, waaronder het periodiek adviseren van de minister aangaande het concept-ruimtevaartbeleid, inclusief het budget, bedoeld in artikel 5 van het Convenant;

  • b. het adviseren van de ministerraad of de betrokken ministers over voorstellen tot uitvoering van dat beleid, inclusief de financiering en de verdeling van verantwoordelijkheden, en het adviseren van de Stuurgroep NSO over het door NSO opgestelde concept-Meerjarenprogramma Ruimtevaart en het concept-Jaarwerkplan Ruimtevaart, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het Convenant;

  • c. het voorbereiden en onderling afstemmen van de standpunten met betrekking tot het Europese ruimtevaartbeleid en het Europese ruimtevaartprogramma, die als uitgangspunten dienen voor de Nederlandse delegaties naar ESA, EUMETSAT en de EU.

Artikel 4

  • 1 In de ICR hebben zitting als lid:

    • a. een door de minister aangewezen ambtelijk voorzitter;

    • b. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Buitenlandse Zaken;

    • c. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Defensie;

    • d. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Infrastructuur en Milieu;

    • e. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • f. één ambtenaar, aangewezen door de Minister van Veiligheid en Justitie;

    • g. één ambtenaar, aangewezen door de minister.

  • 2 De voorzitter van de ICR is tevens leider van de Nederlandse ambtelijke delegatie in de ESA-Raad.

  • 3 In de ICR hebben zitting als adviserend lid:

    • a. één vertegenwoordiger van het NSO;

    • b. één vertegenwoordiger van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

  • 4 De minister kan, op voordracht van de ICR, andere adviserende leden aanwijzen.

  • 5 De minister voorziet in het secretariaat van de ICR.

Artikel 7

Ter uitvoering van haar taak kan de ICR of een werkgroep onder meer:

  • a. zich rechtstreeks tot derden wenden voor het verkrijgen van de informatie die zij behoeft;

  • b. daarvoor in aanmerking komende personen ter vergadering uitnodigen om hun mening uiteen te zetten of inlichtingen te verstrekken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2014.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Interdepartementale commissie ruimtevaart 2014.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 juni 2014

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp