Overzicht van wijzigingen voor Artikel 10.12
(geldig op 25-05-2018)
Opmerking
- Geen opmerking -
Ontstaansbron | Inwerkingtreding | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum van inwerkingtreding | Terugwerkende kracht | Betreft | Ondertekening | Bekendmaking | Kamerstukken | Ondertekening | Bekendmaking | Opmerking |
Vervallen | 12-02-2020 | Stb. 2020, 78 | 35219 | Alg. 1 | ||||
28-02-2017 | t/m 01-01-2016 | Vervallen | 21-12-2016 | Stb. 2017, 64 | 34614 | 21-12-2016 | Stb. 2017, 64 | Inwtr. 2 |
01-01-2015 | Nieuw | 05-11-2014 | Stb. 2014, 442 | 33983 | 14-11-2014 | Stb. 2014, 443 |
Opmerkingen
- Deze wijziging kan niet meer in werking treden. In Stb. 2021/524 was de inwerkingtreding voorzien voor 1 januari 2022.1)
- Op over het jaar 2015 verschuldigde ouderbijdragen blijft het
recht van toepassing zoals dat op 31 december 2015 gold, met dien
verstande dat:
a.de vaststelling, bedoeld in artikel 8.1.7, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet, uiterlijk drie maanden na de dag waarop deze wet in werking treedt wordt gedaan;b.artikel 8.1.7, tweede lid, van het Besluit Jeugdwet niet van toepassing is;c.een kennisgeving van een omstandigheid die aanleiding kan geven tot een herziening van de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 8.1.8, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet uiterlijk zes weken na de vaststelling dient te worden ingediend, waarna de herziening uiterlijk zes weken daarna plaatsvindt;d.artikel 8.1.8, derde lid, van het Besluit Jeugdwet niet van toepassing is.2)