Examenprogramma wiskunde A havo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het eindexamen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen.
Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:
Domein A
|
Vaardigheden
|
Domein B
|
Algebra en tellen
|
Domein C
|
Verbanden
|
Domein D
|
Verandering
|
Domein E
|
Statistiek
|
Het centraal examen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het centraal examen heeft betrekking op domein C en de subdomeinen B1, B2, E1, E2,
E3 en E4 in combinatie met de vaardigheden uit domein A.
Het CvE stelt het aantal en de tijdsduur van de zittingen van het centraal examen
vast.
Het CvE maakt indien nodig een specificatie bekend van de examenstof van het centraal
examen.
Het schoolexamen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het schoolexamen heeft betrekking op domein A en:
-
– domein D en de subdomeinen B3 en E5;
-
– indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: een of meer domeinen of subdomeinen waarop
het centraal examen betrekking heeft;
-
– indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen
verschillen.
De examenstof
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Domein A. Vaardigheden
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Subdomein A1: Algemene vaardigheden
Subdomein A2: Profielspecifieke vaardigheden
Subdomein A3: Wiskundige vaardigheden
-
3. De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende wiskundige vaardigheden,
waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken
en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren – en
kan daarbij ICT functioneel gebruiken.
Domein B. Algebra en tellen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Subdomein B1: Rekenen
Subdomein B2: Algebra
Subdomein B3: Telproblemen
Domein C. Verbanden
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Subdomein C1: Tabellen
-
7. De kandidaat kan een tabel opstellen op basis van gegevens uit een tekst, een grafiek,
een formule of andere tabellen en tabellen aflezen, interpreteren en in verband brengen
met andere tabellen, grafieken, formules of tekst.
Subdomein C2: Grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden
-
8. De kandidaat kan een grafiek tekenen op basis van gegevens uit een tekst, een tabel,
een formule of andere grafieken en gegevens en relevante informatie uit grafieken
aflezen, grafieken interpreteren en in verband brengen met andere grafieken, formules
of tekst.
Subdomein C3: Formules met één of meer variabelen
Subdomein C4: Lineaire verbanden
-
10. De kandidaat kan bij een lineair verband een formule opstellen en een grafiek tekenen,
met lineaire verbanden berekeningen uitvoeren zoals interpolatie en extrapolatie,
lineaire vergelijkingen en ongelijkheden oplossen en uitkomsten toepassen in profielspecifieke
probleemsituaties.
Subdomein C5: Exponentiële verbanden
Domein D:. Verandering
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
12. De kandidaat kan bij een grafiek uitspraken doen over stijgen, dalen, maximum
en minimum en kan veranderingen beschrijven met behulp van differenties, hellingen
en toenamediagrammen.
Domein E:. Statistiek
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Subdomein E1: Presentaties van data interpreteren en beoordelen
Subdomein E2: Data verwerken
-
14. De kandidaat kan data verwerken, organiseren, bewerken, weergeven in grafieken, tabellen
en diagrammen, en karakteriseren met geschikte centrum- en spreidingsmaten.
Subdomein E3: Data en verdelingen
Subdomein E4: Statistische uitspraken doen
-
16. De kandidaat kan
-
– op basis van steekproefgegevens een uitspraak doen over een populatieproportie of
populatiegemiddelde en de betrouwbaarheid kwantificeren,
-
– het verschil tussen groepen kwantificeren,
-
– het verband tussen twee variabelen beschrijven,
en het resultaat interpreteren in termen van de context.
Subdomein E5: Statistiek met ICT
-
17. De kandidaat beheerst statistisch ICT-gebruik in relatie met de subdomeinen E1, E2,
E3 en E4 om grote datasets te interpreteren en te analyseren, ten minste in het kader
van de empirische cyclus.