4. Criteria
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Drempeltoets
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Voor de drempelcriteria geldt dat indien een aanvraag niet aan één of meerdere criteria
voldoet, deze wordt afgewezen en niet verder beoordeeld. Deze criteria worden hieronder
vermeld en indien nodig toegelicht.
Criterium D.1
De aanvrager is een Nederlandse maatschappelijke organisatie zonder winstoogmerk en
bezit rechtspersoonlijkheid. Dit blijkt uit bijgevoegde statuten van de organisatie.
Criterium D.2
De aanvrager zet zich in voor humanitaire hulp. De doelstellingen van de organisatie zoals vermeld in de statuten, dienen dit van
de organisatie duidelijk te maken. Voor organisaties met een brede(re) doelstelling
geldt dat zij dit ook kunnen aantonen op grond van hun track record en/of interne
beleidsstukken, zoals strategisch jaarplan/meerjarenplan.
Criterium D.3
De aanvrager maakt aannemelijk dat vanaf 1 januari 2014 tenminste 25% van de jaarlijkse
inkomsten afkomstig is uit bronnen anders dan BZ-bijdragen. De aanvrager onderbouwt de aannemelijkheid hiervan aan de hand van de inkomsten over
de periode 2010-2012.
Indien de aanvrager penvoerder is voor een alliantie geldt dit criterium voor de gehele
alliantie. Dat wil zeggen dat indien één van de deelnemende organisaties minder dan
25% van de jaarlijkse inkomsten uit andere dan BZ bijdragen verwerft, dit kan worden
gecompenseerd door een andere partij uit de alliantie. Gelden die direct of indirect
worden verkregen ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
(bijvoorbeeld een subsidie of bijdrage van een Nederlandse ambassade) tellen niet
mee bij het bepalen van de omvang van de eigen inkomsten.
Criterium D.4
Het bruto salaris van de leden van management en bestuur van de aanvrager is niet
hoger dan het salaris van de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking (maximaal € 129.500 per jaar, op grond van een 36-urige werkweek). De aanvrager specificeert de hoogte van de salarissen (inclusief toeslagen) van de
leden van het management (inclusief CEO) en van het bestuur.
Criterium D.5
De aanvrager is in staat tot een adequaat financieel beheer en kan door ervaringsdeskundigheid
met betrekking tot de activiteiten als waarvoor subsidie wordt gevraagd een doelgerichte
en doelmatige uitvoering van de activiteiten waarborgen.
De aanvrager toont hiertoe aan dat hij:
-
• een Framework Partnership Agreement4 heeft gesloten met de Europese Commissie op het gebied van humanitaire hulp5 of
-
• een organisatie is die in de periode 2010-2013 in het kader van een subsidieaanvraag
bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken een Organisatietoets met aanvullende organisatietoets
of de Checklist Organisational Capacity Assessment (COCA) heeft ingediend welke toetsen
een positieve uitkomst hadden.
Criterium D.6
De subsidieaanvraag bedraagt minimaal € 1 miljoen, en heeft een maximale looptijd
van 12 maanden. Dit blijkt uit het programmavoorstel en bijbehorende begroting. De middelen dienen
zo effectief mogelijk te worden gebruikt, hetgeen onder meer betekent dat de uitvoering
niet moet leiden tot versnippering van de hulp en daarmee verminderde resultaten.
Om die reden worden alleen voorstellen in behandeling genomen die overtuigend aantonen
dat binnen de looptijd van maximaal 12 maanden een bedrag van tenminste 1 miljoen
euro nodig is.
Criterium D.7
Het programma betreft:
-
a. Cross border hulp aan ontheemden binnen Syrië zoals omschreven in paragraaf 1 van
deze beleidsregels, óf
-
b. Hulp aan niet-geregistreerde vluchtelingen in buurlanden van Syrië zoals omschreven
in paragraaf 1 van deze beleidsregels.
Criterium D.8
Het programma betreft geen initiatieven die proselitisme (mede) beogen. Dit blijkt uit het programmavoorstel en bijbehorende begroting.
Criterium D.9
Het programma betreft geen commerciële dienstverlening, investeringen of commerciële
activiteiten. Dit blijkt uit het programmavoorstel en bijbehorende begroting.
Criterium D.10
Het programma betreft activiteiten die toe te rekenen zijn aan de ODA-middelen volgens
de OESO/DAC-criteria.
6 Dit blijkt uit het programmavoorstel en bijbehorende begroting.
Criterium D.11
Aanvragers hebben tenminste één jaar ervaring met:
-
a.
Voor aanvragen onder Cross border hulp: cross border hulp aan ontheemdenin Syrië in
de context van het Syrië conflict. Dit blijkt uit een beschrijving van de ervaring in de subsidieaanvraag, dan wel het
toevoegen van rapportage over cross border humanitaire hulp activiteiten uit de periode
2011–2013;
-
b.
Voor aanvragen onder hulp aan niet-geregistreerde vluchtelingen: hulp aan (niet-geregistreerde)
vluchtelingen in de buurlanden van Syrië. Dit blijkt uit een beschrijving van de ervaring
in de subsidieaanvraag, dan wel het toevoegen van rapportage over humanitaire hulp
activiteiten ten behoeve van niet-gereigstreerde vluchtelingen uit de periode 2011–2013.
Criterium D.12
De organisatie dient te beschikken over transparant beleid m.b.t. procurement van
goederen en diensten. Dient in de aanvraag te worden omschreven.
Criterium D.13
Kwaliteit en betrouwbaarheid van monitoring. In de aanvraag dient te zijn omschreven hoe de organisatie de resultaten van de
hulp volgt en documenteert en of de organisatie de resultaten van monitoring terugkoppelt
naar de programma uitvoering. Hiervan dienen tenminste twee voorbeelden te worden
gegeven.
Criterium D.14
Veiligheid van hulpverleners. In de aanvraag dient het vastgestelde beleid m.b.t. veiligheid te worden omschreven.
Uit het beleid moet blijken wat de organisatie onderneemt om ervoor te zorgen dat
de veiligheid van medewerkers of medewerkers van partnerorganisaties wordt gemaximaliseerd.
Programmatoets
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Zoals in het amendement omschreven kunnen organisaties subsidie aanvragen voor de
volgende twee soorten hulp:
Omdat deze twee soorten hulp en de wijze waarop de hulp dient te zijn ingericht sterk
van elkaar verschillen, gelden verschillende, op de beide soorten van hulp toegesneden
criteria voor de beoordeling van de aanvragen in het kader van Humanitaire Hulp Syrië
via Ngo’s 2014.
Ad 1. Programmacriteria Cross border hulp
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Onder ‘cross border hulp’ wordt verstaan humanitaire hulp voor groepen ontheemden
in Syrië die vanwege de veiligheidssituatie slecht of niet kunnen worden bereikt door
de VN gecoördineerde hulpoperatie binnen de Syrische landsgrenzen. Cross border hulp
wordt vanuit de buurlanden Turkije, Libanon, Jordanië en Irak over de grens gericht
op hulpbehoevenden in Syrië.
Criterium P.1.1:
De mate waarin de aanvrager zich voor het bepalen van de hulpbehoeften van de groepen
Syriërs waarvoor cross border hulp is bedoeld baseert op deugdelijke assessments. Dit blijkt uit het programmavoorstel.
Criterium P.1.2:
De mate waarin de aanvrager in staat is om de cross border hulp te beëindigen zodra
noodhulp via reguliere (VN) kanalen weer mogelijk is. Cross border hulp is een tijdelijke noodgreep om mensen te voorzien van basisbehoeften.
Dit blijkt uit het programmavoorstel.
Criterium P.1.3:
De mate waarin de aanvrager kan aantonen te beschikken over een effectief monitoringsysteem
dat onder meer duidelijk maakt dat de humanitaire hulp daadwerkelijk de doelgroep
bereikt en niet wordt gebruikt voor andere dan humanitaire doelen.
Criterium P 1.4:
De mate waarin de veiligheid van hulpverleners wordt gewaarborgd. In de aanvraag dient het beleid m.b.t. veiligheid te worden omschreven. Tevens dient
te worden aangegeven welke acties de organisatie onderneemt om ervoor te zorgen dat
de veiligheid van medewerkers of medewerkers van partnerorganisaties wordt gemaximaliseerd.
Ad 2. Programmacriteria Hulp aan niet-geregistreerde Syrische vluchtelingen in de
buurlanden
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Onder ‘hulp aan niet-geregistreerde Syrische vluchtelingen in de buurlanden’ wordt
verstaan het voorzien in basisbehoeften van uit Syrië naar de buurlanden gevluchte
mensen die (nog) geen hulp ontvangen in het kader van het regionale VN programma.
Criterium P.2.1:
De mate waarin de aanvrager zich voor het bepalen van de hulpbehoeften van niet-geregistreerde
groepen Syriërs in de buurlanden baseert op deugdelijke assessments met een duidelijke
omschrijving van de doelgroep, redenen voor de speciale aandacht voor deze doelgroep
en goed inzicht in de hulpbehoeften. Dit blijkt uit het programmavoorstel.
Criterium P.2.2:
De mate waarin de aanvrager eraan bijdraagt de niet-geregistreerde vluchtelingen zo
snel mogelijk te registreren via de reguliere (VN) kanalen, en in staat is vervolgens
de noodhulp te beëindigen. Hulp aan niet-geregistreerde vluchtelingen is een tijdelijke noodgreep om mensen die
gevlucht zijn en nog niet konden worden geregistreerd door UNHCR, te voorzien van
basisbehoeften. Dit blijkt uit het programmavoorstel.
Criterium P.2.3:
De mate waarin de aanvrager waarborgt dat hij geen hulp verleent aan mensen die weigeren
zich via UNHCR te laten registreren, dan wel door UNHCR niet als vluchteling worden
aangemerkt. Dit blijkt uit het programmavoorstel.