Begrippenlijst
[Regeling vervallen per 07-09-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
-
–
Administratieve Organisatie Het complex van organisatorische maatregelen dat gericht is op het tot stand brengen
en in stand houden van de informatieverzorging in en over de organisatie;
-
–
Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde.
De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties
zijn;
-
–
Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen. Deze middelen kunnen bestaan uit
zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;
-
–
Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen
de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);
-
–
GMB Geïntegreerd middelenbeheer (in het verdere vervolg van dit statuut aangeduid als
GMB) is het aanhouden van gelden in de schatkist door de rijksoverheid en door aan
de rijksoverheid gerelateerde rechtspersonen met een wettelijke taak. De wettelijke
basis voor het schatkistbankieren is artikel 45 van de Comptabiliteitswet. Hiertoe is een rekening-courantrekening geopend bij het Ministerie van Financiën.
-
–
Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjaren investeringsplanning
waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
-
–
Kasgeld Geldmiddelen in contant;
-
–
Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door
negatieve koersontwikkelingen;
-
–
Kredietrisico De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig)
na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie
of deficit;
-
–
Limiet een limiet is een type richtlijn die de (uiterste) grens aangeeft van een bepaalde
handeling, verantwoordelijkheid en/of bevoegdheid;
-
–
Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
-
–
Liquiditeitsplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar
aard en tijdseenheid;
-
–
Rekening-courant Rekening die de vordering- en schuldpositie met de bank weergeeft;
-
–
Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de politie
door rentewijzigingen;
-
–
Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de
voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening
niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;
-
–
Richtlijn een richtlijn geeft een richting aan van een bepaalde handeling, verantwoordelijkheid
en/of bevoegdheid;
-
–
Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
-
–
Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;
-
–
Transactie een handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van de politie in verband
met het afnemen of het verlenen van één of meer financiële diensten of producten;
-
–
Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen
van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden,
de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De
treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, financiering, kasbeheer
en debiteuren- en crediteurenbeheer;
-
–
Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen
condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot
één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar
of langer.
-
–
Valutarisicobeheer het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat op een bepaald
moment de waarde van vreemde valutastromen, uitgedrukt in de eigen valuta, afwijkt
van wat verwacht werd op het beslissingsmoment.