Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering

Geraadpleegd op 04-10-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Besluit van 16 juli 2013, houdende regels tot vaststelling van de vergoeding voor bewindvoerders benoemd in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 23 april 2013, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 377343;

Gelet op artikel 320, zesde lid, van de Faillissementswet en artikel 3 en 4 van de Kaderwet overige JenV-subsidies;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 juni 2013, nr. W03.13.0116/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 juli 2013, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 396804;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 De vergoeding per zaak bestaat uit een looptijdonafhankelijk deel en een looptijdafhankelijk deel.

  • 2 Het looptijdonafhankelijke deel voor elke afgeronde zaak bedraagt:

    • a. € 2.416 indien de schulden niet in belangrijke mate voortvloeien uit beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden; of

    • b. € 3.971 indien de schulden in belangrijke mate voortvloeien uit beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden; of

    • c. € 2.908 indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt uitgesproken bij twee personen ten aanzien van wie een gemeenschap van goederen geldt en de schulden niet in belangrijke mate voortvloeien uit beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden; of

    • d. € 4.774 indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt uitgesproken bij twee personen ten aanzien van wie een gemeenschap van goederen geldt en de schulden in belangrijke mate voortvloeien uit beroeps- of bedrijfsmatige werkzaamheden.

  • 3 Het looptijdafhankelijke deel wordt berekend over iedere maand, een gedeelte van een maand daaronder begrepen, gedurende welke de schuldsaneringsregeling in een zaak van toepassing is, en bedraagt voor iedere maand vanaf de maand waarin de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt uitgesproken € 63,00.

  • 4 Indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt uitgesproken bij twee personen ten aanzien van wie een gemeenschap van goederen geldt, bedraagt het looptijdafhankelijke deel in een zaak, in afwijking van het derde lid, € 76,50.

  • 5 De in het tweede, derde en vierde lid genoemde bedragen worden jaarlijks met ingang van 1 januari bij regeling van Onze Minister gewijzigd met een percentage dat overeenkomt met 0,6 x (A – B) + (0,4 x C), waarbij:

    • a. A gelijk is aan het procentuele verschil tussen het indexcijfer van de CAO-lonen per uur, inclusief de bijzondere beloningen van het jaargemiddelde van het jaar t-2 en het daaraan voorafgaande jaargemiddelde, zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn bekendgemaakt;

    • b. B gelijk is aan de percentuele volumemutatie van de toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) per arbeidsjaar van het jaar t-2, zoals dat door het Centraal Bureau voor de Statistiek is bekendgemaakt;

    • c. C gelijk is aan het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindexcijfers voor alle huishoudens op de meest recente tijdsbasis van het jaargemiddelde van het jaar t-2 en het daaraan voorafgaande jaargemiddelde, zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn bekendgemaakt, en

    • d. onder t-2 wordt verstaan het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin de gewijzigde bedragen zullen gelden.

  • 6 De vergoeding bedoeld in het tweede lid, onderdeel a en b, wordt verhoogd met een toeslag van € 187 voor porto- en andere kosten die voorvloeien uit de taak van de bewindvoerder om belanghebbenden op de hoogte te houden van het verloop van een schuldsaneringsprocedure. Deze toeslag bedraagt € 216 indien de vergoeding, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c en d, wordt toegekend.

  • 7 De vergoeding wordt verhoogd met een vergoeding voor de door de bewindvoerder in een zaak noodzakelijk gemaakte reiskosten.

  • 8 Bij wijzigingen op grond van het vijfde lid worden de in het tweede lid genoemde bedragen afgerond op hele euro’s en de bedragen genoemd in het derde en vierde lid op het naastliggende veelvoud van € 0,50.

Artikel 3

  • 1 De rechtbank berekent het bedrag van de vergoeding overeenkomstig artikel 2.

  • 2 Indien daartoe gronden zijn, kan de rechtbank in afwijking van het eerste lid de vergoeding op voordracht van de rechter-commissaris, op verzoek van de bewindvoerder dan wel ambtshalve, aanpassen.

  • 3 De rechtbank stelt het salaris vast op het bedrag van de vergoeding zoals deze overeenkomstig het eerste onderscheidenlijk tweede lid wordt berekend. Wanneer het aanwezig boedelactief betaling van het salaris niet toelaat, stelt de rechtbank het salaris vast op het hoogste bedrag waarvoor de boedel nog toereikend is.

Artikel 4

Onze Minister verstrekt jaarlijks subsidie aan het bestuur van de raad ten behoeve van de uitvoering van dit besluit.

Artikel 5

  • 1 Onze Minister kan van zijn bevoegdheid tot het verstrekken van een bewindvoerderssubsidie mandaat verlenen aan de raad.

  • 2 De bewindvoerderssubsidie is gelijk aan het bedrag van de vergoeding dat overeenkomstig artikel 3, eerste onderscheidenlijk tweede lid, wordt berekend, verminderd met het overeenkomstig artikel 3, derde lid, vastgestelde salaris.

  • 3 Indien overeenkomstig het eerste lid mandaat is verleend, stelt het bestuur van de raad aan de rechtbanken ten minste eenmaal per jaar een actuele opgave ter beschikking van personen die naar zijn oordeel geschikt zijn om voor de bewindvoering in aanmerking te komen.

  • 4 De bewindvoerderssubsidie wordt verstrekt aan de bewindvoerder of aan de werkgever bij wie de bewindvoerder zijn werkzaamheden in dienstbetrekking vervult.

Artikel 6

In iedere zaak wordt aan de bewindvoerder een voorschot op de bewindvoerderssubsidie verstrekt van € 800 tenzij de bewindvoerder aangeeft dat hij geen voorschot wil ontvangen.

Artikel 7

De bedragen, genoemd in dit besluit, zijn inclusief de door de bewindvoerder verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 9

Schuldsaneringsregelingen, waarvan de toepassing is aangevangen voor de inwerkingtreding van dit besluit en de toepassing niet is beëindigd voor de inwerkingtreding van dit besluit, worden afgehandeld overeenkomstig het Besluit salaris bewindvoerder schuldsanering en het Besluit subsidie bewindvoerder, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 16 juli 2013

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Uitgegeven de vijfentwintigste juli 2013

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven