Inleiding
Dit onderdeel bevat de eindtermen voor het vakgebied Externe Verslaggeving als onderdeel
van de theoretische opleiding tot accountant.
Externe verslaggeving wordt gedefinieerd als de verstrekking van informatie van primair
financieel-economische aard in een min of meer gestandaardiseerde vorm door het bestuur
van een organisatie aan belanghebbenden en belangstellenden. Tot de belanghebbenden
en belangstellenden worden in het bijzonder gerekend de aandeelhouders, banken die
krediet verlenen, overige verschaffers van vreemd vermogen, werknemers, leveranciers,
afnemers en het algemene publiek.
Kenmerk van externe verslaggeving is dat sprake is van een zekere mate van openbaarheid.
Daarmee onderscheidt externe verslaggeving zich van interne verslaggeving (de verslaggeving
die vooral gericht is op de informatievoorziening aan bestuurders in een organisatie)
en van informatieverschaffing aan de fiscus in het kader van de vaststelling van de
belastingaanslag.
Raakvlakken met andere disciplines
Externe verslaggeving kan in algemene zin worden beschouwd als een discipline van
het bedrijfseconomische vakgebied, maar met een gedeeltelijke juridische inslag. De
juridische inslag betreft in het bijzonder het jaarrekeningenrecht en meer in het
algemeen het ondernemingsrecht. Het jaarrekeningenrecht betreft primair de wettelijke
regeling inzake de inhoud van jaarrekening en jaarverslag. Het ondernemingsrecht omvat
gerelateerde vraagstukken als het opmaken, vaststellen en goedkeuren van jaarrekeningen,
de rechtspleging rond de jaarrekening, de aansprakelijkheid voor onjuiste jaarrekeningen
en het kapitaalbeschermingsrecht.
Externe verslaggeving kent uiteraard diverse raakvlakken met andere bedrijfseconomische
deeldisciplines. Ook hier geldt dat de grenzen niet altijd scherp zijn te trekken
en dat diverse vraagstukken die samenhangen met de verstrekking van informatie tot
verschillende disciplines kunnen worden gerekend.
In het voorgaande werd reeds de interne verslaggeving genoemd. Interne verslaggeving
kan vanuit verschillende gezichtspunten worden bekeken:
-
o de administratieve en comptabele kant: de discipline Boekhouden;
-
o de organisatie van de interne informatieverzorging, waaronder de betrouwbaarheid van
informatie en de adequaatheid van administratieve procedures: de discipline Bestuurlijke
Informatieverzorging en Administratieve Organisatie;
-
o het gebruik van interne informatie voor planning, beheersing, kostprijscalculatie
en besluitvorming: de discipline Management accounting, Kostenvraagstukken, Interne
verslaggeving of Interne informatieverschaffing.
De gegevens die voortkomen uit het interne informatiesysteem zijn uiteraard ook direct
van belang voor de extern te verstrekken informatie. Daarom wordt vooral de discipline
Boekhouden ook wel beschouwd als een subdiscipline van Externe verslaggeving. Soms
zijn vraagstukken zowel voor de interne verslaggeving als voor de externe verslaggeving
expliciet van belang. Gedacht kan worden aan de berekening van de kostprijs van voorraden:
deze is zowel van belang voor prijsstelling, margeberekening en assortimentsbeslissing,
als voor de waardering op de balans.
Een andere discipline die sterk verwant is met externe verslaggeving is de accountants-controle
of auditing. De accountantscontrole is vooral gericht op het vaststellen of externe
verslagen, in het bijzonder jaarrekeningen, voldoende betrouwbaar zijn voor de (externe)
belanghebbenden en belangstellenden.
Daarmee steunt deze discipline op die van de externe verslaggeving, maar kent zij
ook andere vraagstukken als de omvang en de wijze van uitvoering van de controle,
de wijze waarop conclusies worden getrokken, de wijze waarop naar de buitenwereld
wordt gerapporteerd en de gedrags- en beroepseisen voor controlerende accountants.
Ten slotte noemen wij de discipline financiering en belegging. Vraagstukken die een
direct raakvlak hebben met externe verslaggeving en tot beide vakgebieden gerekend
kunnen worden betreffen vooral:
-
o de oordeelsvorming en besluitvorming van (potentiële) aandeelhouders en kredietverschaffers
op basis van jaarrekeninginformatie; gedacht kan worden aan ratio-analyse en andere
financiële analysevraagstukken en de gevolgen van jaarrekeninggegevens voor beurskoersen;
-
o cash flow berekeningen, onder andere in het kader van de bepaling van bedrijfs-waarden
ten behoeve van de vaststelling van bijzondere waardeverminderingen (‘impairments’),
waarmee samenhangend de waardering van ondernemingen of onderdelen daarvan in het
kader van fusies en overnames en van de bepaling van de waarde van de goodwill;
-
o bepalingen van fair values (‘reële waarden’), waaronder toepassingen zoals het Black-Scholes
model voor de bepaling van de reële waarde van opties en waarderings-modellen ter
bepaling van de reële waarde van financiële instrumenten.
Een controlerend accountant is geen financieel analist of waardebepaler, maar komt
in zijn beroepsuitoefening wel met deze vraagstukken in aanraking. Daarom is ten minste
een goed begrip nodig van de aspecten die hierbij een rol spelen. Op het onderdeel
financiële analyse wordt hierna nog nader daarop ingegaan.
Nadere invulling van externe verslaggeving.
In tabel a is een indeling naar object van verslaggeving aangegeven op basis van de
volgende twee criteria:
Tabel a: Externe verslaggeving ingedeeld naar object
|
Primair financieel van aard
|
Primair niet-financieel van aard
|
Periodiek
|
○ jaarrekening;
○ kwartaal- en halfjaarcijfers;
○ financiële persberichten.
|
○ jaarverslag (verslag Raad van Bestuur);
○ overige gegevens;
○ milieuverslag;
○ sociaal verslag;
○ maatschappelijk verslag;
○ overige externe informatie.
|
Niet periodiek
|
○ prospectus;
○ incidentele vermogens-overzichten.
|
○ brochure van financieel-economische aard;
○ (niet-financiële) pers-berichten.
|
Opgemerkt wordt dat, in navolging van de definitie, externe verslaggeving is beperkt
tot informatie van primair financieel-economische aard in min of meer gestandaardiseerde
vorm. Niet bij alle in tabel a genoemde objecten wordt hieraan voldaan. Bijvoorbeeld,
een milieuverslag dat vooral technisch gericht is (emissiewaarden e.d.) valt in dit
kader niet onder de discipline externe verslaggeving (maar wel onder het veel ruimere
corporate communications). Maar een milieuverslag met financiële gegevens en financieel-economische
informatie (milieukosten, investeringsplannen inzake het milieu) is wel een vorm van
financieel-economische externe verslaggeving. Het blijkt opnieuw: de grens is niet
scherp. In toenemende mate is er sprake van integrated reporting.
Een andere indeling betreft doel en functie van de vraagstukken waarmee externe verslaggeving
zich bezighoudt. In tabel b is hiervan een overzicht opgenomen, gebaseerd op twee
criteria:
De indeling is overigens enigszins arbitrair en verschillende onderdelen overlappen
elkaar.
Tabel b. Externe verslaggeving ingedeeld naar doel en functie
|
Primair gericht op de inhoud
|
Niet primair gericht op de inhoud
|
Normatief karakter
|
○ algemene grondslagen;
○ wet- en regelgeving inzake inhoud;
○ internationale harmoni-satie;
○ waardering en resultaat-bepaling.
|
○ wet- en regelgeving en rechtspraak rondom jaarrekening, milieu-verslag e.d.;
○ financiële analyse.
|
Beschrijvend en verklarend
|
○ empirisch onderzoek;
○ jaarrekeningbeleid.
|
○ theorievorming;
○ geschiedenis.
|
Het belangrijkste object van de discipline externe verslaggeving is de jaarrekening.
Het belangrijkste kwadrant in tabel b is het kwadrant linksboven: externe verslaggeving
in het kader van de accountancyopleiding houdt zich voor het belangrijkste deel bezig
met de inhoud, vanuit een normatief gezichtspunt. Dat wil uiteraard niet zeggen dat
de andere objecten en kwadranten niet van belang zijn, maar wel dat de aandacht daarvoor
geringer zal zijn.
Internationale ontwikkelingen
Het vakgebied Externe verslaggeving staat internationaal traditioneel bekend als Financial
accounting of Financial reporting. De inhoud loopt in grote mate parallel. Internationaal
komt men onder andere de volgende modules tegen (met name in de Verenigde Staten):
-
o Accounting: brede basismodule, inclusief interne verslaggeving, management accounting
en boekhouden;
-
o Financial Accounting: basismodule voor financial accounting, gericht op algemene aspecten
van balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht;
-
o Intermediate Financial Accounting: vervolgmodule financial accounting, gericht op
de specifieke vraagstukken met betrekking tot posten van de balans en winst- en verliesrekening
en capita selecta als pensioenen, leasing, belastingen en inflation accounting;
-
o Advanced Financial Accounting: specialisatiemodule, waarin vooral behandeld worden:
consolidatie, fusie en overname, vreemde valuta, financiële instrumenten en bijzondere
organisaties (partnerships, overheidsorganisaties, health care organisations, colleges
and universities);
-
o International Accounting: gericht op externe verslaggeving in internationaal perspectief;
-
o Financial accounting theory: overzicht van theorievorming op het vakgebied;
-
o Financial Analysis: bespreking van vraagstukken op het gebied van financiële analyse.
In de onder 2 t/m 5 genoemde modules is een belangrijke plaats ingeruimd voor de opvattingen
in de regelgeving (nationaal en/of internationaal). Internationaal (vooral in Angelsaksische
landen) wordt vaak eerst aandacht besteed aan specifieke vraagstukken en komt pas
later in de studie de theorievorming aan de orde.
Een belangrijke ontwikkeling in dit verband is dat het vakgebied, in elk geval vanuit
het perspectief van de regelgeving, als gevolg van de internationale harmonisatie
steeds internationaler wordt. In dit opzicht is van bijzonder belang dat beursgenoteerde
ondernemingen in Europa sinds 2005 verplicht zijn hun geconsolideerde jaarrekening
op te stellen op basis van International Financial Reporting Standards (IFRS), opgesteld
door de International Accounting Standards Board (IASB). Voorts worden de verschillen
met de regels in de Verenigde Staten (US GAAP) steeds kleiner. Deze IFRS hebben ook
belangrijke invloed op andere dan beursgenoteerde ondernemingen, hetzij doordat deze
(vrijwillig) IFRS toepassen, hetzij doordat IFRS invloed heeft op de nationale wet-
en regelgeving.
Een gevolg voor het curriculum is dat het hiervoor genoemde onderdeel ‘international
accounting’ nauwelijks meer als zelfstandige module wordt aangemerkt. In de hierna
opgenomen eindtermen is reeds met deze ontwikkelingen rekening gehouden.
Een andere ontwikkeling is dat de vraagkant steeds belangrijker wordt: de wensen en
eisen die aandeelhouders, financiële analisten, rating agencies e.d aan de externe
verslaggeving stellen, nemen steeds meer toe. Deze wensen en eisen kunnen verder gaan
dan in de wet- en regelgeving is opgenomen. De discussies over de noodzaak tot transparantie
en tot adequate corporate governance dragen hieraan bij.
Eindtermen
Het accountancycurriculum leidt op tot de titel van registeraccountant of accountant-administratieconsulent
en is vooral gericht op het beroep van openbaar accountant. Daarnaast bestaat aandacht
voor de interne accountant en de overheidsaccountant.
De belangrijkste taak van de openbaar accountant is het uitvoeren van de wettelijke
controle van jaarrekeningen. Daartoe is een zeer grondige kennis van de vraagstukken
van externe verslaggeving noodzakelijk. In dit verband kunnen de navolgende modules
worden onderscheiden, waarvan het noodzakelijk is dat de controlerend accountant daarvan
kennis heeft.
Grondslagen van externe verslaggeving
De accountant dient diepgaand begrip te hebben van de grondslagen van de externe verslaggeving,
zoals deze onder andere zijn weergegeven in zogenaamde conceptual frameworks (of,
in Nederland, het Stramien voor de opstelling en presentatie van financiële overzichten).
Daarbij komen vraagstukken aan de orde zoals de doelstellingen van financiële verslaggeving,
de kwaliteitskenmerken, de inhoud van begrippen als ‘activa’ en ‘passiva’ en ‘baten’
en ‘lasten’ en de algemene grondslagen van waardering en resultaatbepaling. Ook discussies
die niet direct samenhangen met het conceptual framework zijn hierbij van belang,
zoals de verhouding tussen winst- en vermogensbepaling (welke staat voorop?), het
’accounting concept of profit‘ versus het ‘economic concept of profit’, het concept
‘fair value accounting’ en dergelijke.
Begrip van de grondslagen is vooral nodig om te voorkomen dat de accountant functioneert
als iemand die uitsluitend de naleving van specifieke regels vaststelt. Integendeel,
de accountant dient op basis van zijn professionele oordeelsvorming, primair vast
te stellen of de jaarrekening een getrouw beeld geeft en daarmee voldoet aan het wettelijke
inzichtvereiste of de eis van een ‘true and fair view’. Het strikt naleven van de
regels is voor dit doel niet per definitie voldoende en het kan zelfs nodig zijn om
ten behoeve van het inzichtvereiste van strikte regels af te wijken. Daartoe zijn
de grondslagen van externe verslaggeving bepalend. Een goede accountant dient te weten
in welke gevallen zijn professionele oordeelsvorming noodzaakt van regels af te wijken
of additionele eisen te stellen. Daarbij is het ook van belang dat de accountant voldoende
inzicht heeft in de mate van noodzakelijke ‘disclosure’ (informatieverschaffing in
de toelichting) om te kunnen voldoen aan het kwalitatieve kenmerk van relevante verslaggeving.
Tevens dient de accountant begrip te hebben van het jaarrekeningbeleid van ondernemingsleidingen
en de economische consequenties die daarvan het gevolg zijn.
Het bovengenoemde Stramien behoeft niet alleen het uitgangspunt te zijn voor financiële
verslaggeving, maar kan ook ten grondslag liggen aan externe verslaggeving in brede
zin. Zo zijn de regels voor duurzaamheidsverslaggeving van het GRI (Global Reporting
Initiative) gebaseerd op dit Stramien.
Eindtermen
Nr
|
Onderwerp
|
niveau
|
1
|
De grondslagen van de externe verslaggeving.
|
3
|
2
|
De grondslagen van de Nederlandse wet en regelgeving met betrekking tot verslaggeving
en van IFRS.
|
3
|
3
|
Het institutioneel kader van de verslaggeving in Nederland en van IFRS.
|
1
|
4
|
De professionele oordeelsvorming van de accountant bij de toepassing van verslaggevingsnormen.
|
3
|
5
|
De algemene beginselen voor waardering en resultaatbepaling toepassen, waaronder het
concept van ‘fair value accounting’.
|
3
|
6
|
Het jaarrekeningenbeleid van ondernemingsleidingen in hoofdlijnen en de economische
consequenties van jaarrekeningenbeleid.
|
2
|
7
|
In hoofdlijnen de regels voor duurzaamheidsverslaggeving.
|
1
|
Toepassingen externe verslaggeving
Met betrekking tot de toepassingen van financiële verslaggeving kan een nadere indeling
worden gemaakt van de diverse vraagstukken:
-
o Ethische aspecten bij verslaggevingsvraagstukken kunnen onderkennen en (ethische)
dilemma’s gemotiveerd weten op te lossen.
-
o Op basis van de post in de balans en winst- en verliesrekening: immateriële vaste
activa, materiële vaste activa, financiële vaste activa, voorraden, vorderingen, effecten,
liquide middelen, eigen vermogen, voorzieningen, schulden, omzet, bedrijfsresultaat,
bijzondere baten en lasten.
-
o Op basis van de aard van het jaarrekeningprobleem: het op de balans opnemen van activa
en passiva (‘recognition and derecognition’), waardering en resultaatbepaling, impairment,
consolidatie, inrichting van balans, winst- en verliesrekening, overzicht totaalresultaat
en kasstroomoverzicht, informatieverschaffing in de toelichting (‘disclosure’).
-
o Op basis van de verwerking van gebeurtenissen en transacties in de jaarrekening: inflatie,
koersveranderingen, investeringen en desinvesteringen, fusies en overnames, aangaan
van een joint venture, reorganisaties, afsluiten van contracten, betalen van belastingen,
uitvoeren of aanpassen van een pensioenregeling, aantrekken van leningen, emissie
van aandelen, inkoop van eigen aandelen, handel in derivaten, leasing, factoring,
verkrijgen van overheidssubsidie, insolventie.
-
o Op basis van de (juridische) aard van de rapporterende eenheid: naamloze vennootschap,
besloten vennootschap, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, stichting, vereniging,
commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma, maatschap, eenmanszaak; dan
wel beursgenoteerd versus niet-beursgenoteerd.
-
o Op basis van de economische aard van de rapporterende eenheid: productiebedrijven,
bouwbedrijven, handelsbedrijven, uitgeverijen, dienstverlenende instellingen, banken,
verzekeringsmaatschappijen, beleggingsinstellingen, agrarische bedrijven, fondsenwervende
instellingen, ziekenhuizen, woningcorporaties, gemeentelijke en provinciale overheid,
rijksoverheid.
-
o Op basis van het land van vestiging van de rapporterende eenheid: verslaggevingseisen
en -praktijken in diverse landen, verslaggevingsproblemen van multinationals, internationale
harmonisatie.
-
o Op basis van het object van verslaggeving: jaarrekening en jaarverslag, tussentijdse
berichten, milieuverslagen en dergelijke (zie tabel a).
-
o Op basis van fiscale grondslagen (samenvalregeling).
In het kader van de controle van de jaarrekening dient de accountant vanuit de diverse
invalshoeken kennis en inzicht te hebben op twee niveaus:
Daarnaast dient de accountant kennis te hebben van de International Financial Reporting
Standards for Small-and-Medium-Sized Entities (IFRS-SME) en de mogelijke toepassing
daarvan.
Voorts is voor beursgenoteerde bedrijven kennis nodig van de specifieke beursregels
inzake bijvoorbeeld openbaarmaking van financiële informatie en het omgaan met koersgevoelige
informatie. Dit betekent niet dat accountants alle regels paraat moeten hebben, maar
wel dat zij van het bestaan van de regels afweten, dat zij op hoofdlijnen van de inhoud
van de regels op de hoogte zijn en dat zij de regels begrijpen en kunnen toepassen
in concrete situaties.
Eindtermen
Nr
|
Onderwerp
|
niveau
|
1
|
Gebeurtenissen en transacties op de juiste wijze verwerken in de balans, de winst-
en verliesrekening en het kasstroomoverzicht en deze op adequate wijze toelichten,
met inachtneming van de Nederlandse wet- en regelgeving en IFRS.
|
3
|
2
|
Kennis van IFRS-SME, de mogelijke toepassing hiervan en de verschillen met full IFRS.
|
1
|
3
|
De formele/juridische eisen die van toepassing zijn bij de opstelling en openbaarmaking
van financiële informatie voor de naamloze vennootschap en besloten vennootschap.
|
1
|
4
|
Enkele kenmerkende aspecten van de invloed van de juridische aard van andere rapporterende
eenheden (vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, eenmanszaak, coöperaties
en stichting) op de jaarrekening.
|
1
|
5
|
Enkele kenmerkende aspecten van de invloed van de economische aard van de rapporterende
eenheid op de jaarrekening voor financiële instellingen, not-for-profit instellingen
en overige bijzondere organisaties.
|
1
|
6
|
Enkele kenmerkende aspecten van de invloed van het land van vestiging van de rapporterende
eenheid op de jaarrekening.
|
1
|
7
|
De hoofdlijnen van inhoud, rol en functie van het jaarverslag en de tussentijdse berichtgeving.
|
1
|
8
|
Enkele kenmerkende aspecten van milieuverslagen.
|
1
|
Financiële analyse
De controlerend accountant geeft zijn verklaring primair af ten behoeve van het maatschappelijk
verkeer. Op basis van de verklaring dat de verantwoording een getrouw beeld geeft
van vermogen en resultaat dient het maatschappelijk verkeer een verantwoord oordeel
te kunnen vormen. Dit oordeel kan de basis zijn voor verschillende beslissingen zoals
het kopen of verkopen van aandelen of het verlenen van krediet. Het is voor de accountant
daarom van belang kennis te nemen van de wijze waarop professionele gebruikers in
het maatschappelijk verkeer, in casu financiële analisten, tot hun oordeelsvorming
komen. Daartoe is een algemene kennis nodig van de financiële analyse. Deze kennis
behoeft niet diepgaand te zijn aangezien de accountant niet zelf een financieel analist
is. De kennis zal vooral gericht zijn op grondslagen en algemene concepten en niet
op technieken.
Eindtermen
Nr
|
Onderwerp
|
niveau
|
1
|
De hoofdlijnen van de grondslagen en algemene concepten van de financiële analyse.
|
1
|
2
|
Enkele eenvoudige basistechnieken van financiële analyse toepassen.
|
2
|
3
|
De wijze waarop professionele gebruikers in het maatschappelijk verkeer tot oordeelsvorming
over de jaarrekening komen.
|
1
|