Regeling financiering politieke partijen

Geraadpleegd op 24-04-2025.
Geldend van 01-04-2025 t/m heden

Regeling van 19 april 2013, nr. 2013-0000217521, houdende vaststelling van regels over de reikwijdte, de intensiteit en de verslaglegging van het onderzoek van de accountant en eisen aan de inrichting van het activiteitenplan en de begroting (Regeling financiering politieke partijen)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 11, zesde lid, en 27, tweede lid, van de Wet financiering politieke partijen;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 1a

  • 1 De politieke partij gebruikt bij het opstellen van het verslag het model opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling.

§ 2. Reikwijdte en intensiteit van het onderzoek door de accountant

Artikel 4

De accountant wijst de politieke partij op onjuistheden in het verslag en de overzichten, en verzoekt de partij deze te herstellen. Indien onjuistheden niet zijn hersteld, worden deze in de accountantsverklaring vermeld.

Artikel 4a

De accountant vermeldt een overtreding van artikel 23a, eerste tot en met derde lid, van de wet en/of in dat verband ontbrekende gegevens in het financieel verslag in een verslag van bevindingen, dat samen met de accountantsverklaring wordt ingediend.

Artikel 5

Voor de accountantsverklaring gebruikt de accountant de modellen die in bijlage 1 bij deze regeling zijn opgenomen.

§ 3. Inrichting van het activiteitenplan en de begroting

Artikel 6

  • 1 Het activiteitenplan bevat over de te verrichten activiteiten voldoende gegevens om te kunnen beoordelen of deze activiteiten op grond van de wet voor subsidie in aanmerking komen. Het plan geeft gemotiveerd aan onder welke categorie als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet de activiteiten ressorteren en bevat gegevens over de aanvang en het einde van een activiteit.

  • 2 De begroting wordt opgesteld in overeenstemming met het activiteitenplan. Uitgaven in verband met personele kosten, kosten voor kantoor en kantoorbenodigdheden en de andere direct met de in artikel 7, tweede lid, van de wet bedoelde activiteiten samenhangende uitgaven worden aan activiteiten toegerekend volgens de normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Bijlage 1. behorend bij artikel 5 van de Regeling financiering politieke partijen

Accountantsprotocol

Behorend bij

Regeling financiering politieke partijen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties bij de Wet financiering politieke partijen.

Dit Accountantsprotocol is op maat gemaakt voor de Wet financiering politieke partijen, waarbij rekening is gehouden met de Schrijfwijzer Controleprotocollen 2017 van de NBA.

 
 
 
 
 

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

1.

Uitgangspunten

3

 

1.1.

Doelstelling en inkadering protocol

3

 

1.2.

Belangrijke definities en begrippen

4

 

1.3.

Procedures en termijnen

5

 

1.4.

Inhoud van de verantwoording

5

2.

Onderzoeksaanpak

5

 

2.1.

Relevante wet- en regelgeving

5

 

2.2.

Algemeen kader

5

3.

Standaard 805: Controleopdracht

5

 

3.1.

Reikwijdte en diepgang onderzoek: werkzaamheden

5

 

3.2.

Materialiteit en accountantsproducten

8

4.

Standaard 3000A: Assurance-opdracht

9

 

4.1.

Reikwijdte en diepgang onderzoek: werkzaamheden

9

 

4.2.

Materialiteit en accountantsproduct

9

5.

Modelteksten

10

 

5.1.

Model Controleverklaring

10

 

5.2.

Model Assurance rapport

12

BIJLAGE 1 Format Financieel Verslag

15

1. Uitgangspunten

1.1. Doelstelling en inkadering protocol

De Wet financiering politieke partijen (hierna: Wfpp) en de daarop gebaseerde regelgeving bevat de regels voor financiering van politieke partijen (en, indien van toepassing, van de aangewezen politieke neveninstellingen). Deze zijn gericht op politieke partijen die met een zetel in de Tweede Kamer of de Eerste Kamer der Staten-Generaal vertegenwoordigd zijn. De Wfpp schrijft voor dat politieke partijen (en, indien van toepassing, de aangewezen politieke neveninstellingen) in het kader van de Wfpp jaarlijks een financieel verslag moeten indienen met daarin een weergave van de gegevens, die op grond van artikel 20 Wfpp in de administratie zijn opgenomen en een aantal overzichten genoemd in artikel 25, eerste lid, onderdelen b en c.

Politieke partijen en de aangewezen politieke neveninstellingen stellen ieder afzonderlijk een financieel verslag op. De politieke partij kan in de praktijk gebruikt worden als ‘doorgeefluik’, waarbij de verschillende financiële verslagen tegelijkertijd kunnen worden ingezonden. Het is dan dus niet nodig dat zowel de partij zelf als de aangewezen politieke neveninstellingen afzonderlijk hun stukken indienen. Waar verder in dit accountantsprotocol politieke partij wordt vermeld kan dit ook worden gelezen als de aangewezen politieke neveninstelling(en).

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat het financieel verslag en de genoemde overzichten separaat worden opgesteld naast de statutaire jaarrekeningen van politieke partijen. Indien aan een politieke partij subsidie (artikelen 7 en 8) is verstrekt gaat het financieel verslag vergezeld van een activiteitenverslag (artikel 26, onder e). Dit protocol heeft geen betrekking op de controle van de jaarrekeningen.

De Wfpp schrijft ook voor welke gegevens politieke partijen (en, indien van toepassing, de aangewezen neveninstellingen) moeten opnemen in het financieel verslag en de overzichten genoemd in artikel 25, eerste lid, onderdelen b en c.

Het bestuur van de Politieke Partij is verantwoordelijk voor het opstellen van het financieel verslag inclusief de overzichten genoemd in artikel 25, eerste lid, onderdelen b en c, in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving (Wet financiering politieke partijen en de Regeling financiering politieke partijen (hierna: Rfpp)).

De politieke partij (en, indien van toepassing, van de aangewezen politieke neveninstellingen) geeft opdracht tot onderzoek van het financieel verslag aan een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De accountant onderzoekt of het financieel verslag met daarin de overzichten, genoemd in artikel 25, eerste lid van de Wfpp, onderdeel b en c, in alle van materieel belang zijnde aspecten zijn opgesteld in overeenstemming met de relevante bepalingen zoals vastgelegd in de Wet financiering politieke partijen en de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen.

Het model voor het financieel verslag is opgenomen in bijlage 1 en bestaat uit twee onderdelen. Namelijk:

  • Onderdeel A: Subsidiabele uitgaven, ontvangen giften en bijdragen, overzicht schulden en activiteitenverslag.

  • Onderdeel B: Vermogenspositie en Overzicht verloop ledenaantallen.

Bij onderdeel A van het financieel verslag geeft de accountant een controleverklaring af conform Standaard 805. Bij onderdeel B van het financieel verslag geeft de accountant een Assurance rapport af conform Standaard 3000A.

De accountant dient een oordeel te geven dat de overzichten subsidiabele uitgaven, giften en bijdragen en schulden in onderdeel A van het financieel verslag in alle van materieel belang zijnde aspecten zijn opgesteld in overeenstemming met de met de Wet Financiering Politieke Partijen en de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen.

Dit betreft de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie, de verenigbaarheid van het activiteitenverslag met het financieel verslag en tevens de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen zoals bedoeld in artikel 25, derde lid en artikel 26, onder f, g en h, van de Wfpp.

Voor de werkzaamheden van de accountant met betrekking tot het vaststellen van de juistheid van opgegeven ledentallen van de politieke partij (art 26, onderdeel h, Wfpp) wordt verwezen naar onderdeel B van dit protocol.

Op basis van de geldende wet- en regelgeving (Wet financiering politieke partijen en de Rfpp) worden eisen gesteld aan de inrichting van het financieel verslag, het activiteitenverslag, de opgave van de ledentallen van de politieke partij en van de aangewezen politieke jongerenorganisatie en aan de in de artikelen 25, eerste lid, en 25a, tweede lid, genoemde overzichten.

De accountant gebruikt voor de rapportages de modelteksten zoals voorgeschreven in hoofdstuk 5.

Dit protocol beschrijft limitatief de voor de accountant geldende specifieke toetspunten vanuit de geldende wet- en regelgeving en daarmee de reikwijdte in dit kader voor de accountantswerkzaamheden.

Dit protocol heeft een ingangsdatum van boekjaren eindigend op 31 december 2024 of later in het geval van een gebroken boekjaar.

Tevens maakt artikel 27, derde tot en met het vijfde lid, het de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mogelijk om (review)onderzoeken uit te (laten) voeren naar de door de accountant in het kader van dit controleprotocol uitgevoerde werkzaamheden. Dit geldt ook voor onderzoeken door de Algemene Rekenkamer.

1.2. Belangrijke definities en begrippen

De relevante definities zijn opgenomen in artikel 1 Wfpp:

  • Onze Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • Politieke partij: vereniging die met haar conform artikel G 1 of Q 6 van de Kieswet geregistreerde aanduiding boven de kandidatenlijst heeft deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezing van de Tweede Kamer of de Eerste Kamer der Staten-Generaal, waarbij aan die lijst ten minste een Kamerzetel is toegewezen;

  • Lid van een politieke partij: lid als bedoeld in artikel 7, eerste lid, Wfpp;

  • Lid van een politieke jongerenorganisatie: lid als bedoeld in artikel 3, tweede lid, Wfpp;

  • Afdeling van een politieke partij: lokale, regionale of provinciale organisatorische eenheid van een politieke partij;

  • Neveninstelling: politiek-wetenschappelijk instituut als bedoeld in artikel 2, een politieke jongerenorganisatie als bedoeld in artikel 3 Wfpp, een instelling voor buitenlandse activiteiten als bedoeld in artikel 4 Wfpp of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 5 Wfpp;

  • Subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7 Wfpp;

  • Bijdrage: geldelijke bijdrage, anders dan subsidie, dan wel bijdrage in natura;

  • Bijdrage in natura: zaak of dienst, op verzoek van een politieke partij aan haar geleverd dan wel door deze aanvaard, waar geen of geen evenredige tegenprestatie tegenover staat;

  • Kamerzetel: zetel in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, dan wel in de Eerste Kamer der Staten- Generaal indien aan de lijst van een politieke partij op grond van de Kieswet geen zetel in de Tweede Kamer, maar wel in de Eerste Kamer der Staten-Generaal is toegewezen;

  • Peildatum: de eerste dag van het kalenderjaar;

  • Schulden: geldschulden van € 25.000 of meer, anders dan bestuursrechtelijke geldschulden als bedoeld in artikel 4:85 van de Algemene wet bestuursrecht of geldschulden die veertien dagen na de peildatum zijn voldaan;

  • Nederlandse gever: een voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer kiesgerechtigde persoon of een in het Handelsregister ingeschreven rechtspersoon of onderneming, die een bijdrage verleent aan een politieke partij.

1.3. Procedures en termijnen

Politieke partijen die een bijdrage uit hoofde van de Wfpp ontvangen, dienen op grond van artikel 25 Wfpp uiterlijk 1 juli van elk kalenderjaar hun Wfpp-verantwoording over het voorgaande kalenderjaar aan de Minister te verzenden. Het format van het hiervoor te hanteren model is opgenomen in bijlage 1.

1.4. Inhoud van de verantwoording

De verantwoording bestaat op basis van de Wfpp bestaat uit een financieel verslag (zie bijlage 1) en bestaat uit twee onderdelen. Namelijk:

  • Onderdeel A: Subsidiabele uitgaven, ontvangen giften en bijdragen, overzicht schulden en activiteitenverslag.

  • Onderdeel B: Vermogenspositie en Overzicht verloop ledenaantallen

2. Onderzoeksaanpak

2.1. Relevante wet- en regelgeving

Voor de controle van de Wfpp-verantwoording is de onderstaande wet- en regelgeving relevant:

Tevens is van toepassing de NV COS Opdrachten tot controle van historische financiële informatie 100–999. Voor de werkzaamheden met betrekking tot de opgave van de ledenaantallen en de vermogenspositie is Standaard 3000A van toepassing.

2.2. Algemeen kader

De werkzaamheden en aandachtspunten uitgewerkt in dit Controleprotocol zijn leidend voor de controle van de Wfpp-verantwoording door de accountant.

De accountant voert de controle uit in overeenstemming met het Nederlands recht, waaronder de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA), de verordening inzake onafhankelijkheid van de accountant bij assuranceopdrachten (ViO), de geldende beroepsvoorschriften van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), de Nadere Voorschriften Controle en Overige Standaarden (NV COS, bij verwijzingen aangeduid met ‘Standaard’). Het doel van dit controleprotocol is niet om de aanpak van de controleopdracht voor te schrijven. De accountant is zelfstandig verantwoordelijk voor het uitvoeren van toereikende werkzaamheden ter verkrijging van voldoende en geschikte controle-informatie als basis voor het vormen van het oordeel. De accountant betrekt bij de controle onder andere de risicoanalyse, de administratieve organisatie (AO) en de interne beheersing (IB) van de partij en bepaalt op grond hiervan zelfstandig de uit te voeren controlewerkzaamheden.

In dit protocol zijn in hoofdstuk 3 en 4 aanwijzingen voor de accountant opgenomen voor werkzaamheden die de accountant minimaal moet uitvoeren. En zijn de uit de regeling voortgekomen toetspunten voor de controle door de accountant in dit protocol limitatief opgenomen, met andere woorden andere toetspunten zijn er niet voor de accountant.

3. Standaard 805: Controleopdracht

3.1. Reikwijdte en diepgang onderzoek: werkzaamheden

3.1.1. Financieel verslag: onderdeel A

Onderdeel A van het financieel verslag bestaat uit de volgende elementen van artikel 25 Wfpp:

  • de weergave van een deel van de gegevens, die op grond van artikel 20 Wfpp in de administratie zijn opgenomen, te weten de ontvangen subsidies, de ontvangen bijdragen, de overige inkomsten

  • een overzicht van de bijdragen van in totaal € 1.000 of meer die de partij in dat kalenderjaar van een gever heeft ontvangen, met daarbij de gegevens die op grond van artikel 21, eerste lid, Wfpp zijn geregistreerd;

  • een overzicht van de schulden per einde boekjaar, met daarbij de gegevens die op grond van artikel 21, derde lid, Wfpp zijn geregistreerd;

Het object van controle voor de accountant zijn de in Onderdeel A van het financieel verslag opgenomen subsidiabele uitgaven, ontvangen giften en bijdragen (geldontvangsten) en schulden.

Het activiteitenverslag en de verantwoorde giften en bijdragen in natura kwalificeren als andere informatie.

De accountant onderzoekt of de in Onderdeel A van het financieel verslag opgenomen subsidiabele uitgaven, ontvangen giften en bijdragen (geldontvangsten) en schulden in alle van materieel belang zijnde aspecten zijn opgesteld in overeenstemming met de relevante bepalingen zoals vastgelegd in de Wet financiering politieke partijen en de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen bij of krachtens de wet gestelde voorschriften en vastgelegd in dit accountantsprotocol.

a). Subsidiabele uitgaven en toegekende subsidie;

Subsidiabele uitgaven

De accountant dient een oordeel te geven over de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie, zoals bedoeld in artikel 25, derde lid en artikel 26, onder f, g en h van de Wfpp.

Op basis van de geldende wet- en regelgeving (Wet financiering politieke partijen en de Rfpp) gelden limitatief de volgende toetspunten voor de accountant (het toetsingskader):

De accountant controleert de rechtmatigheid van de uitgaven waarvoor de subsidie verstrekt wordt (artikel 26, onderdeel g). Deze uitgaven moeten direct samenhangen met de volgende activiteiten, op grond van artikel 7, tweede lid, Wfpp:

  • a. politieke vormings- en scholingsactiviteiten;

  • b. informatievoorziening;

  • c. het onderhouden van contacten met zusterpartijen buiten Nederland en het ondersteunen van vormings- en scholingsactiviteiten ten behoeve van het kader van die partijen;

  • d. politiek-wetenschappelijke activiteiten;

  • e. activiteiten ter bevordering van de politieke participatie van jongeren;

  • f. het werven van leden;

  • g. het betrekken van niet-leden bij activiteiten van de politieke partij;

  • h. werving, selectie en begeleiding van politieke ambtsdragers;

  • i. activiteiten in het kader van verkiezingscampagnes.

Het is aan de politieke partij om de directe relatie tussen de uitgaven en de hierboven vermelde activiteiten aan te tonen. Bij eventuele vragen en bij twijfel/onduidelijkheid over de subsidiabiliteit van kosten kan de accountant contact opnemen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties via e-mailadres: partijfinanciering@minbzk.nl.

De accountant toetst of de verantwoorde kosten zijn gemaakt in het kader van de in artikel 7, tweede lid, genoemde activiteiten. In geval van onduidelijkheid kan de accountant afstemming zoeken via het eerder genoemde e-mailadres.

Uitgaven die in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking komen zijn:

  • a. Kosten die al door de overheid of derden zijn/worden gefinancierd.

  • b. Commerciële en/of marketingkosten met een niet politiek karakter.

  • c. Boetes of administratieve sancties

  • d. De kosten van het vormen van voorzieningen voor mogelijk toekomstige verliezen en schulden

  • e. Reserveringen

De fracties van politieke partijen ontvangen een vergoeding uit hoofde de Regeling Financiële Ondersteuning Fracties Eerste respectievelijk Twee Kamer.

Ingeval van gezamenlijke kosten gaat de accountant na dat er geen sprake is van dubbele declaraties door zowel de Politieke Partij als de fractie. Ingeval van toedeling van deze kosten naar de partij respectievelijk de fractie gaat de aandacht van de accountant uit naar de toetsbaarheid van de grondslag die is gehanteerd voor de toegepaste verdeelsleutel.

Toegekende subsidie

De accountant stelt vast dat het toegekende subsidiebedrag in het financieel verslag conform de subsidiebeschikking is.

b). de ontvangen giften en bijdragen (geldontvangsten);

Ontvangen giften en bijdragen (geldontvangsten)

Uit de geldende wet- en regelgeving (Wet financiering politieke partijen en de Rfpp) vloeien limitatief de volgende toetspunten voor de accountant (het toetsingskader):

De accountant controleert de juistheid van de in het financieel verslag onderdeel A verantwoorde giften en bijdragen (geldontvangsten) alsmede de volledigheid van deze giften en bijdragen voor zover deze zijn verantwoord in de financiële administratie. De accountant stelt daarnaast de juistheid van de gegevens vast van de registratie (artikel 25, eerste lid, onderdeel b en e, Wfpp) van de ontvangen geldelijke bijdragen aan de politieke partij.

Het gaat hier om betaalde giften (geldontvangsten).

De in het financieel verslag opgenomen giften en bijdragen in natura kunnen buiten beschouwing worden gelaten. Hiervoor geldt dat deze beschouwd worden als andere informatie.

Het te hanteren grensbedrag (€ 1.000) voor de verantwoording van giften en bijdragen geldt per afzonderlijke gift of bijdrage.

Naleving artikel 23a

De accountant controleert niet of de gever voldoet aan de definitie van niet-Nederlandse gever volgens artikel 23a van de Wfpp.

Indien de accountant tijdens de controle op de juistheid van de verantwoording van bijdragen (geldontvangsten) signaleert dat er sprake is van bijdragen vanuit het buitenland of bijdragen van een persoon/rechtspersoon/onderneming met een rekening met een buitenlands IBAN-nummer, dan stelt de accountant vast dat de politieke partij aan de onderstaande verplichtingen heeft voldaan (op grond van Standaard 250).

  • De politieke partij kan aantonen dat de betreffende gever in Nederland kiesgerechtigd is. De gever kan namelijk op grond van artikel D 5 van de Kieswet informatie krijgen van de gemeente over zijn registratie. In dit geval zal de politieke partij, in samenspraak met de gever, bewijsstukken moeten aanleveren waarmee de kiesgerechtigdheid van de gever aangetoond kan worden.

  • Of: De politieke partij kan aantonen dat de gift afkomstig is van een in het (Nederlandse) Handelsregister ingeschreven rechtspersoon of onderneming.

  • Of: De politieke partij kan aantonen dat de ontvangen bijdrage is overgemaakt op de daartoe door de minister aangewezen rekening, ingeval de politieke partij niet met zekerheid kan vaststellen dat de gever in Nederland kiesgerechtigd is of is ingeschreven in het Handelsregister. (artikel 23a, tweede lid, Wfpp)

Ontbreken van gegevens in het financiële verslag

Indien de accountant tijdens de controle op de juistheid van de verantwoording van bijdragen (geldontvangsten) signaleert dat er sprake is van ontbrekende gegevens in het financieel verslag dan meldt de accountant dit in een verslag van bevindingen op grond van de Nadere Voorschriften NOCLAR (Nadere voorschriften handelwijze accountant bij niet-naleving wet- en regelgeving door eigen organisatie of cliënt). In de controleverklaring geeft de accountant aan dat er sprake is van een verslag van bevindingen.

Wijze van melding niet-naleving artikel 23a of ontbrekende gegevens in het financieel verslag

Indien de accountant tijdens de controle stuit op niet-naleving (door de politieke partij) van bovenstaande verplichtingen dan doet de accountant van de politieke partij in voorkomende gevallen melding bij de bevoegde instantie die aangewezen is om een relevante niet-naleving te onderzoeken. Voor de Regeling financiering politieke partijen is het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de aangewezen instantie. De melding kan plaatsvinden via een verslag van bevindingen. In de controleverklaring geeft de accountant aan dat er sprake is van een verslag van bevindingen. Zie hiervoor verder paragraaf 3.2.

c). de schulden van de politieke partij;

Schulden

De accountant controleert de volledigheid en juistheid van de verantwoorde schulden van de politieke partij boven de € 25.000. Onderdeel van de controle is tevens de juistheid van de naam en het adres van de crediteur of geldverstrekker (artikel 21, derde lid, Wfpp). De definitie van schulden is opgenomen in artikel 1 lid l van de Wfpp.

3.1.2. Andere informatie bij het financieel verslag onderdeel A

Het financieel verslag onderdeel A met daarin opgenomen subsidiabele uitgaven, ontvangen giften en bijdragen (geldontvangsten) en schulden omvat daarnaast ook andere informatie, die bestaat uit:

De accountant dient overeenkomstig Standaard 720 ’De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot andere informatie’ vast te stellen dat de andere informatie verenigbaar is met het financieel verslag en geen materiële afwijkingen bevat. Indien blijkt dat de andere informatie niet verenigbaar is met het financieel verslag dan vermeldt de accountant dit in de controleverklaring.

3.2. Materialiteit en accountantsproducten

Bepaling materialiteit

De controle behoort zodanig te worden ingepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het financieel verslag geen fouten of onzekerheden van materieel belang bevat. De accountant hanteert bij de controle een betrouwbaarheid van 95%.

Voor onderdeel A van het financieel verslag wordt per onderdeel een oordeel van de accountant gevraagd. In onderstaande tabel is de materialiteit per onderdeel opgenomen.

Categorie

Materialiteit

Subsidiabele kosten en toegekende subsidie

5% van de totale subsidiabele kosten

Ontvangen giften en bijdragen (geldontvangsten)

5% van de totale giften en bijdragen

Overzicht schulden

5% van de totale schulden

Indien de accountant tot een afwijkend oordeel komt op onderdelen geeft de accountant dit aan in de controleverklaring. In hoofdstuk 5 zijn modelteksten opgenomen.

Een goedkeurend oordeel bij categorie 1tot en met 3 impliceert dat, gegeven de eerder genoemde betrouwbaarheid, in de genoemde overzichten geen afwijkingen (onjuistheden en onzekerheden) voorkomen met een belang dat groter is dan de voorgeschreven materialiteit per categorie.

Indien de accountant bij één of meer van de categorie 1 tot en met 3 fouten of onzekerheden constateert hoger dan genoemde 5% in die betreffende categorie dan past de accountant het oordeel aan. Zie de volgende paragraaf voor de oordeelsvorming.

Oordeelsvorming accountant strekking controleverklaring

Voor de strekking van de controleverklaring geldt het volgende:

 

Oordeel

Goedkeurend

Beperking

Oordeelsonthouding of Afkeuring

Fouten of onzekerheden

< 5%

≥ 5% en < 10%

≥ 10%

Indien de accountant zowel fouten in het financieel verslag als onzekerheden in de controle aantreft, dan weegt de accountant deze bij zijn oordeelsvorming altijd in onderlinge samenhang.

Van fouten in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde controle is gebleken dat het financieel verslag onjuistheden bevat omdat deze niet voldoen aan de normen van hetgeen opgenomen in paragraaf 3.1. Fouten worden in absolute zin opgevat.

Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op onzekerheden in de controle. Van een onzekerheid in de controle is sprake als er onvoldoende (controle-) informatie beschikbaar is om posten in het financieel verslag als goed of fout aan te merken. Kortom als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de normen van het in dit accountantsprotocol opgenomen referentiekader

Verslag van bevindingen

In geval van een overtreding van artikel 23a van de Wfpp en/of het ontbreken van gegevens in het financiële verslag meldt de accountant dit aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Hiervoor gebruikt de accountant een verslag van bevindingen, waarin de accountant de niet- naleving en/of de aard en omvang van de ontbrekende gegevens vermeldt. Het verslag van bevindingen is vormvrij. In de controleverklaring geeft de accountant aan dat er sprake is van een verslag van bevindingen.

De politieke partij stuurt in een dergelijk geval het verslag van bevindingen samen met de controleverklaring /het assurance-rapport en de overzichten naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De politieke partij kan daarbij aangeven hoe het heeft ge(re)ageerd op de geconstateerde bevindingen.

4. Standaard 3000A: Assurance-opdracht

4.1. Reikwijdte en diepgang onderzoek: werkzaamheden

4.1.1. Financieel verslag deel B

Het assurance-rapport strekt zich uit over de twee hieronder genoemde onderdelen. De accountant verstrekt per onderdeel een afzonderlijk oordeel. De accountant omschrijft en onderbouwt een afwijkend oordeel in het assurance-rapport.

De accountant onderzoekt of de informatie die door de politieke partij is opgenomen in het Financieel verslag deel B in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de relevante bepalingen zoals vastgelegd in de Wet financiering politieke partijen en de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen bij of krachtens de wet gestelde voorschriften en vastgelegd in dit accountantsprotocol.

Het doel van de werkzaamheden van de accountant die leiden tot een assurance-rapport is om een redelijke mate van zekerheid te verlenen over de nauwkeurige en volledige weergave van een specifiek aantal onderdelen in het financieel verslag deel B over het verslagjaar.

Dit accountantsprotocol beoogt niet een aanpak van de assurance-opdracht voor te schrijven. De accountant is zelfstandig verantwoordelijk voor het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van voldoende assurance-informatie om vast te stellen in welke mate de informatie in het financieel verslag deel B juist is. De accountant voert zijn onderzoek uit in overeenstemming met het Nederlands recht, waaronder de Standaard 3000A ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (attest-opdracht)’ en dit accountantsprotocol.

a). Vermogenspositie

De accountant stelt vast dat het overzicht Vermogenspositie in het financieel verslag deel B aansluit met de vermogenspositie zoals opgenomen in de jaarrekening van politieke partij over het betreffende boekjaar.

b). Ledenaantal

De accountant stelt de juistheid van het ledenaantal van een politieke partij in het financieel verslag op de peildatum vast, door in lijn met artikel 7, eerste lid, Wfpp, minimaal de volgende werkzaamheden uit te voeren;

  • Aansluiting van het ledenaantal met de ledenadministratie inclusief de aansluiting met verantwoorde contributies in de financiële administratie.

  • Detailcontrole op de juistheid van de administratie door vast te stellen dat er sprake is van een feitelijke inschrijving.

  • Detailcontrole op de juistheid van de administratie door vast te stellen dat het lid een contributie van minimaal € 12 heeft betaald (of € 5 in het geval van de jongerenorganisatie (artikel 3, tweede lid, onderdeel b, Wfpp)).

4.2. Materialiteit en accountantsproduct

Bepaling materialiteit

Voor onderdeel B van het financieel verslag wordt per onderdeel (vermogenspositie en ledenaantallen) een oordeel van de accountant gevraagd. Voor al deze onderdelen geldt een betrouwbaarheidsnorm van 95%.

De door de accountant te hanteren materialiteitsnormen staan hieronder benoemd.

Vermogenspositie

Bij de controle van de vermogenspositie geldt een materialiteit van 0%, aangezien het hierbij gaat om het vaststellen van de aansluiting van de vermogenspositie in onderdeel B van het financieel verslag met de jaarrekening. Hierbij is de uitkomst goed (geen verschil) of fout (wel verschil).

Overzicht verloop ledenaantal

Materialiteit van 5% van het totaal aantal leden op 1 januari 20XX.

Oordeelsvorming accountant strekking assurance-rapport

Voor de strekking van het assurance-rapport geldt het volgende:

 

Oordeel

Goedkeurend

Beperking

Oordeelsonthouding of Afkeuring

Fouten of onzekerheden: Vermogenspositie

< 0%

n.v.t.

≥ 0%

Fouten of onzekerheden: Overzicht verloop ledenaantal

< 5%

≥ 5% en < 10%

≥ 10%

Indien de accountant zowel fouten in het financieel verslag als onzekerheden in de controle aantreft, dan weegt de accountant deze bij zijn oordeelsvorming altijd in onderlinge samenhang.

Van fouten in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde controle is gebleken dat het financieel verslag onjuistheden bevat omdat deze niet voldoen aan de normen van hetgeen is opgenomen in paragraaf 4.1. Fouten worden in absolute zin opgevat.

Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op onzekerheden in de controle. Van een onzekerheid in de controle is sprake als er onvoldoende (controle-) informatie beschikbaar is om posten in het financieel verslag als goed of fout aan te merken. Kortom als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de normen van het in dit accountantsprotocol opgenomen referentiekader.

5. Modelteksten

5.1. Model Controleverklaring inzake subsidiabele uitgaven, giften en bijdragen en overzicht schulden

Onderstaand is het model voor een goedkeurende controleverklaring opgenomen.

Onderstaande tekst is gebaseerd op de recente modeltekst van de NBA. Deze dient indien van toepassing geactualiseerd te worden op basis van een eventueel nieuwere versie indien beschikbaar op de NBA website.

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

Aan het bestuur van Politieke Partij

Ons oordeel

Wij hebben de overzichten subsidiabele uitgaven, giften en bijdragen (geldontvangsten) en schulden zoals opgenomen in Onderdeel A van het financieel verslag ingevolge de Wet financiering politieke partijen (hierna: de overzichten) van Politieke Partij te X over 20XX gecontroleerd.

Naar ons oordeel zijn de overzichten subsidiabele uitgaven, giften en bijdragen (geldontvangsten) en schulden1 in onderdeel A van het financieel verslag in alle van materieel belang zijnde aspecten opgesteld in overeenstemming met de Wet financiering politieke partijen en de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen.

De basis voor ons oordeel

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Accountantsprotocol Wet financiering politieke partijen vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van het financieel verslag’.

Wij zijn onafhankelijk van Politieke Partij zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Andere informatie

Aan de overzichten en onze controleverklaring daarbij is andere informatie toegevoegd. De andere informatie bestaat uit het activiteitenverslag en het overzicht giften en bijdragen in natura.

Op grond van onderstaande werkzaamheden hebben wij niets te rapporteren over de andere informatie.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de controle of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de overzichten.

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie in overeenstemming met de Wet financiering politieke partijen en de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen.

Benadrukking van de basis voor financiële verslaggeving en beperking in gebruik en verspreidingskring

Wij vestigen de aandacht op punt grondslagen in de toelichting van het financiële verslag per categorie waarin de basis voor financiële verslaggeving uiteen is gezet. Het financieel verslag is opgesteld voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met als doel Politieke Partij in staat te stellen te voldoen aan Wet financiering politieke partijen en de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen. Hierdoor is het financieel verslag mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Onze controleverklaring is derhalve uitsluitend bestemd voor Politieke Partij en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.

Ons oordeel is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.

Verantwoordelijkheden van het bestuur en het toezichthoudend orgaan voor de overzichten

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van overzichten in overeenstemming met de Wet financiering politieke partijen en de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opstellen van het financieel verslag mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Het toezichthoudend orgaan2 is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de organisatie.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de overzichten

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten ontdekken.

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze het financieel verslag nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol Wet financiering politieke partijen, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen.

Onze controle bestond onder andere uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico’s dat het financieel verslag afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de organisatie;

  • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor het opstellen van het financieel verslag en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in het financieel verslag staan;

  • het evalueren of het financieel verslag de onderliggende transacties en gebeurtenissen zonder materiële afwijkingen weergeeft.

Wij communiceren met het toezichthoudend orgaan3 onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Plaats en datum

... (naam accountantspraktijk)

... (naam accountant)

5.2. Model Assurance rapport inzake ledenaantallen en vermogenspositie conform Standaard 3000 A

Onderstaande tekst in gebaseerd op de recente modeltekst voor een Assurance rapport conform Standaad 3000A van de NBA. Deze dient indien van toepassing geactualiseerd te worden op basis van een eventueel nieuwere versie indien beschikbaar op de NBA website.

Ons oordeel

Wij hebben het Overzicht verloop ledenaantal en het overzicht vermogenspositie zoals opgenomen in het onderdeel B van het financieel verslag (hierna: de overzichten) van Politieke Partij te Den Haag over 20xx onderzocht.

Naar ons oordeel zijn het Overzicht verloop ledenaantal en het overzicht vermogenspositie van Politieke Partij in alle van materieel belang zijnde aspecten opgesteld4 in overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria.

De basis voor ons oordeel

Wij hebben ons onderzoek uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000A ’Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (attest-opdrachten)’ en het Accountantsprotocol Wet financiering politieke partijen vallen. Deze opdracht is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie 'Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de overzichten’

Wij zijn onafhankelijk van Politieke Partij zoals vereist in de ‘Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten’ (ViO) en andere relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Van toepassing zijnde criteria

Voor deze opdracht gelden de volgende criteria:

  • Wet financiering politieke partijen

  • Regeling financiering politieke partijen

  • Hoofdstuk 4.1 van het Accountantsprotocol Wfpp

  • Grondslagen zoals beschreven in onderdeel B van het financieel verslag

Beperking in gebruik en verspreidingskring

Het financieel verslag, onderdeel B is opgesteld voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met als doel Politieke Partij in staat te stellen te voldoen aan Wet financiering politieke partijen, de bijbehorende Regeling financiering politieke partijen en hoofdstuk 4.1 van het Accountantsprotocol Wfpp. Hierdoor is het financieel verslag mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Ons Assurance Rapport is derhalve uitsluitend bestemd voor Politieke Partij en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.

Verantwoordelijkheden van het bestuur voor de overzichten

Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de overzichten in overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria.

Het bestuur is ook verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opstellen, meten of evalueren van de overzichten mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de overzichten

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van ons onderzoek dat wij daarmee voldoende en geschikte assurance-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Ons onderzoek is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens ons onderzoek niet alle afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten ontdekken.

Wij passen de ‘Nadere voorschriften kwaliteitssystemen’ (NVKS) toe. Op grond daarvan beschikken wij over een samenhangend stelsel van kwaliteitsmanagement inclusief vastgelegde richtlijnen en procedures inzake de naleving van ethische voorschriften, professionele standaarden en andere relevante wet- en regelgeving.5

Ons onderzoek bestond onder andere uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico’s dat overzichten afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van assurance- werkzaamheden en het verkrijgen van assurance-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

  • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor het onderzoek met als doel assurance-werkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit;

  • Het uitvoeren van de werkzaamheden zoals voorgeschreven in hoofdstuk 4 van het Accountantsprotocol Wet financiering politieke partijen.

Plaats en datum

... (naam accountantspraktijk)

... (naam accountant)

Bijlage 2. behorend bij artikel 1a van de Regeling financiering politieke partijen

Format Financieel Verslag onderdeel A en B: Wfpp inclusief activiteitenverslag

Onderstaand format is voor een partij die subsidie ontvangt uit hoofde van de Wfpp. Indien de politieke partij geen subsidie ontvangt kunnen de verantwoording van de ledenaantallen en de subsidiabele kosten en het activiteitenverslag achterwege blijven.

1. Financieel verslag: Onderdeel A: Subsidiabele uitgaven, ontvangen giften en bijdragen (geldontvangsten), overzicht schulden en activiteitenverslag.

1A. Subsidiabele uitgaven en toegekende subsidie

Overzicht uitgaven en toegekende subsidie Financiering Politieke Partijen (voorbeeld)
 

2024

2023

Bestuurskosten

   

Bureaukosten

   

Verkiezingskosten

   

Etc.

   
     

Totaal subsidiabele uitgaven

   
     

Toegekende subsidie WFPP

   
     

Verschil

   

De gepresenteerde subsidiabele uitgaven betreffen de activiteiten genoemd zoals genoemd in artikel 7 van de Wet financiering politieke partijen.

Grondslagen:

  • Uitgangspunt voor het financieel verslag is de Wet financiering politieke partijen en de Regeling financiering politieke partijen.

  • De gepresenteerde subsidiabele uitgaven betreffen de activiteiten genoemd zoals genoemd in artikel 7 van de Wet financiering politieke partijen.

  • In de bovenstaande tabel worden de totaalbedragen per kostencategorie opgenomen inclusief vergelijkende cijfers en een totaaltelling van de subsidiabele uitgaven.

  • In de bovenstaande tabel neemt de politieke partij de toegekende subsidie op.

  • Er mogen geen uitgaven worden verantwoord voor:

    • Kosten die al door de overheid of derden zijn/worden gefinancierd.

    • Commerciële en/ of marketingkosten met een niet politiek karakter.

    • Boetes of administratieve sancties

    • De kosten van het vormen van voorzieningen voor mogelijk toekomstige verliezen en schulden

    • Reserveringen

  • Uitgaven moeten zo specifiek mogelijk worden opgenomen in de verantwoording, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende kostensoorten, zoals bijvoorbeeld bestuurskosten, bureaukosten, verkiezingskosten, personeelskosten, huisvestingskosten, en overige kosten.

  • Onder de toegekende subsidie dient het beschikte subsidiebedrag over het desbetreffende jaar te worden opgenomen.

2A. Ontvangen giften en bijdragen (geldontvangsten)

De NAAM POLITIEKE PARTIJ heeft in de periode van 1 januari 20XX tot en met 31 december XXXX de volgende giften ontvangen groter dan € 1.000, zoals bedoeld in de Wet financiering politieke partijen § 3. Administratie, openbaarmaking en beperking bijdragen, artikel 25, eerste lid, onderdeel b.

Giften en bijdragen, de geldontvangsten ontvangen door landelijke organisatie in 20XX groter dan € 1.000 van natuurlijke- en rechtspersonen:

Totaalbedrag

Naam donateur

Adres en woonplaats

UBO (naam, adres en woonplaats)

Bedragen > € 1.000

Datum

Giften en bijdragen, de geldontvangsten in 20XX door lokale netwerken of regio's groter dan € 1.000:

Totaalbedrag

Naam donateur

Adres en woonplaats

UBO (naam, adres en woonplaats)

Bedragen > € 1.000

Datum

Overige inkomsten, de geldontvangsten in 20XX groter dan € 1.000

Totaalbedrag

Naam donateur

Adres en woonplaats

UBO (naam, adres en woonplaats)

Bedragen > € 1.000

Datum

Grondslagen:

3A. Overzicht schulden

De POLITIEK PARTIJ is gedurende de periode van 1 januari 20XX t/m 31 december 20XX de volgende schulden groter dan € 25.000 aangegaan bedoeld in de Wet financiering politieke partijen § 3. Administratie, openbaarmaking en beperking bijdragen, artikel 25, eerste lid, onderdeel c.

Naam crediteur

Adres

Bedrag

Datum

Belastingdienst

Stationsplein 50, 7311AZ Apeldoorn

€ 311.422,80

14 januari 20XX

XYZ Events B.V.

Kerklaan 24, 2484XP, Plaatsnaam

€ 288.411,70

23 januari 20XX

Etc.

     
       
       
       
       

Grondslagen:

4 Andere informatie

4A Overzicht giften en bijdragen in natura

Giften en bijdragen in natura in 20XX ontvangen groter dan € 1.000:

  • Er hebben in 20XX geen giften en bijdragen in natura plaatsgevonden.

Voor giften in natura geldt als waarde het verschil tussen de gebruikelijke waarde van het geleverde in het economisch verkeer en de waarde van de tegenprestatie.

4B. Activiteitenverslag

Op grond van artikel 26, onder e, de Wet financiering politieke partijen (Wfpp) is het verplicht om een activiteitenverslag in te voegen in het Financieel Jaarverslag. In dit hoofdstuk worden zodoende de inhoudelijke activiteiten die de POLITIEKE PARTIJ het afgelopen jaar heeft georganiseerd opgesomd.

  • 1. Jaarlijkse Algemene Vergadering 20XX

    De Jaarlijkse Algemene Vergadering 20XX van een politieke partij is een cruciaal evenement waarbij leden samenkomen om strategische beslissingen te nemen. De ALV heeft plaatsgevonden op datum X in plaats Y.

  • 2. Zomercongres 20XX

    Het Zomercongres 20XX van een politieke partij is een belangrijke bijeenkomst waar leden zich richten op toekomstige strategieën en beleidsontwikkeling. Het congres bevordert samenwerking en innovatie binnen de partij en bereidt leden voor op komende politieke uitdagingen. Het Zomercongres heeft plaatsgevonden op datum X in plaats Y.

Etc.

2. Financieel verslag: Onderdeel B: Vermogenspositie en Overzicht verloop ledenaantal

2A. Vermogenspositie

Het eigen vermogen van de POLITIEKE PARTIJ kende in 20XX het volgende verloop:

 

Bestemmingsreserves

Overige reserve

Beginvermogen op 1 januari 20XX

€ 4.000.000

€ 4.321.111

Bij: Dotaties 20XX

€ 250.000

€ 150.000

Af: Onttrekkingen 20XX

€ 0

€ 0

Eindvermogen op 31 januari 20XX

€ 4.250.000

€ 4.471.111

Grondslagen:

  • Uitgangspunt voor het financieel verslag is de Wet financiering politieke partijen en de Regeling financiering politieke partijen.

  • De politieke partij dient een verloopoverzicht van de eigen vermogenspositie op te stellen.

  • Dit overzicht dient aan te sluiten op de jaarrekening van de politieke partij en is gebaseerd op de grondslagen van de jaarrekening van de politieke partij.

  • Dit overzicht is ontleend uit onze jaarrekening d.d. DATUM die is voorzien van een goedkeurende controleverklaring door NAAM ACCOUNTANT d.d. DATUM.

2B. Overzicht verloop ledenaantal

Het ledenaantal van de POLITIEKE PARTIJ kende in 20XX het volgende verloop:

Stand ledenaantal op 1 januari 20XX

30.000

 

Bij: Nieuw leden 20XX

500

 

Af: Vervallen leden 20XX

250

 
 

30.250

 
     

Stand ledenaantal per 31 december 20XX

30.250

 

Af: Aantal leden zonder stemrecht

0

 

Aantal leden voor vaststelling van de subsidie 20XX

 

30.250

     

Grondslagen:

  1. Indien de accountant tot een afwijkend oordeel komt op 1 van de 3 onderdeel dan past de accountant het oordeel op dat onderdeel aan. ^ [1]
  2. Zo nodig aanpassen als een toezichthoudend ^ [2]
  3. Zo nodig aanpassen als een toezichthoudend ^ [3]
  4. Indien de accountant tot een afwijkend oordeel komt op 1 van de twee onderdelen dan past de accountant het oordeel op dat onderdeel aan, inclusief de daarbij behorende onderbouwing van het oordeel in de sectie de basis voor het aangepast oordeel. De kop Ons oordeel zal in deze situatie wijzigen in respectievelijk Ons oordeel ten aanzien van overzicht ... en ons oordeel met beperking/oordeelonthouding/afkeurend oordeel ten aanzien van overzicht .... De kop De basis voor ons oordeel wijzigt dan ook in De basis voor ons oordeel ten aanzien van overzicht ... en ons oordeel met beperking/afkeurend oordeel/oordeelonthouding ten aanzien van overzicht Ingeval van een oordeelonthouding zal ook de tekst van de sectie Onze verantwoordelijkheden voor het onderzoek over de overzichten navenant anders komen te luiden. ^ [4]
  5. Met ingang van 1 januari 2025 is op grond van de Verordening accountantsorganisaties 2025 voor een aantal kantoren (accountantsorganisaties met een OOB-vergunning) NVKM van toepassing is, zie Toelichting op Verordening accountantsorganisaties 2025. Voor deze kantoren geldt op van het vorenstaand dat in het rapport inzake overeengekomen specifiek werkzaamheden moet worden verwezen naar NVKM en dus moet worden opgenomen:‘Wij passen de van toepassing zijnde voorschriften voor kwaliteitsmanagement toe op grond van de Nadere voorschriften kwaliteitsmanagement (NVKM). Op grond daarvan beschikken wij over een samenhangend stelsel van kwaliteitsmanagement inclusief vastgelegde richtlijnen en procedures inzake de naleving van ethische voorschriften, professionele standaarden en andere relevante wet- en regelgeving.’ ^ [5]