Omzettingsregeling luchthaven Rotterdam The Hague Airport

Geraadpleegd op 04-11-2024.
Geldend van 01-05-2013 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 19 april 2013, nr. IENM/BSK-2013/72460, houdende omzetting van bepalingen omtrent het luchthavenluchtverkeer uit het aanwijzingsbesluit van de luchthaven Rotterdam The Hague Airport, in verband met de vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens (Omzettingsregeling luchthaven Rotterdam The Hague Airport)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • ATC-slot (Air Traffic Control-slot): een door de luchtverkeersleiding opgegeven CTOT (Calculated Take-Off Time). Dit is een nominale tijd met een tolerantie van 5 minuten voor tot 10 minuten na het opgegeven slot-tijdstip;

    • circuitvlucht: vliegtuigbeweging in de onmiddellijke omgeving van de luchthaven, in het bijzonder verband houdend met het starten, het oefenen voor het landen en het landen als onderdeel van het lesvliegen;

    • exploitant: de exploitant van de luchthaven Rotterdam The Hague Airport zijnde de N.V. Luchthaven Schiphol;

    • hoofdstuk 2-vliegtuig: vliegtuig waarvoor door het bevoegd gezag een verklaring is afgegeven dat het geluidgecertificeerd is overeenkomstig de bepalingen en voorschriften van Boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 2, van Bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart;

    • hoofdstuk 3-vliegtuig: vliegtuig waarvoor door het bevoegd gezag een verklaring is afgegeven dat het geluidgecertificeerd is overeenkomstig de bepalingen en voorschriften van Boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 3, van Bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart.

    • lesvlucht: vlucht onder leiding van een instructeur om vliegvaardigheid te verkrijgen;

    • oefenvlucht: solovlucht voor het verkrijgen dan wel behouden van vliegvaardigheid;

    • overlandvlucht: vlucht waarbij de start en de daarop volgende landing niet op dezelfde luchthaven plaatsvinden;

    • positievlucht: een vlucht zonder lading (passagiers, vracht, post) van een luchthaven om vanaf de volgende luchthaven een vlucht met lading uit te voeren;

    • regeringsvlucht: vlucht ten behoeve van staatshoofden of regeringsfunctionarissen, dan wel in hun opdracht;

    • verdrag: Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109);

    • wet: wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens);

      • een intercontinentale of continentale vlucht met een zakelijk doel, ten behoeve van het in de Rotterdams-Haagse regio gevestigde bedrijfsleven, uitgevoerd met een luchtvaartuig ingericht voor personenvervoer, te weten:

        • a. een eigen vliegtuig voor het vervoer van personen ten behoeve van het eigen bedrijf; of

        • b. een vliegtuig van derden, dat ingehuurd wordt op grond van een huurovereenkomst met een gelegenheidskarakter, en waarmee personen worden vervoerd ten behoeve van het bedrijf van de huurder; of

      • een zakelijke spoedvlucht met een passagiersvliegtuig voor het vervoer van kleine pakketjes zoals computeronderdelen.

  • 2 Het gebruiksjaar betreft de periode van 1 november van enig jaar tot 1 november van het daarop volgende jaar.

Hoofdstuk 2. Luchthaven

Artikel 2

  • 1 Deze regeling is van toepassing op de luchthaven Rotterdam The Hague Airport.

  • 2 Het luchthavengebied is aangegeven op de kaart in bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3

  • 1 Op de luchthaven is de verharde start- en landingsbaan 06-24 gelegen in de geografische richting 57°-237°, met een lengte van 2.200 meter en een breedte van 45 meter, die voor het gebruik door het luchtverkeer is ingedeeld onder codenummer 4 en codeletter E, als bedoeld in bijlage 14, deel 1, van het verdrag.

  • 2 De baan is aangegeven op de kaart in bijlage 1 bij deze regeling.

Hoofdstuk 3. Regels en grenswaarden

Artikel 4

  • 1 Het gebruik of het doen of laten gebruiken van de luchthaven is niet toegestaan:

    • a. in de periode van 18.00 uur tot 08.00 uur plaatselijke tijd: voor de starts en landingen met hoofdstuk 2-vliegtuigen en met hoofdstuk 3-vliegtuigen waarvan het verschil tussen de som van de gecertificeerde geluidsniveaus en de som van de hoofdstuk 3 limietwaarden minder is dan 5 EPN dB;

    • b. in de periode van 23.00 uur tot 07.00 uur plaatselijke tijd: voor starts en landingen met luchtvaartuigen, niet zijnde hoofdstuk 2-vliegtuigen en hoofdstuk 3-vliegtuigen als bedoeld onder a.

  • 2 Het eerste lid geldt niet voor:

    • a. luchtvaartuigen die in nood verkeren of die ten behoeve van reddingsacties of hulpverlening zijn of worden ingezet;

    • b. het uitvoeren van landingen met luchtvaartuigen waarbij sprake is van technische storingen of bijzondere meteorologische condities, waarbij uitwijken naar de luchthaven gerechtvaardigd is.

  • 3 Het eerste lid, onderdeel a, geldt niet in de periode van 18.00 uur tot 23.00 uur en in de periode van 07.00 uur tot 08.00 uur plaatselijke tijd, voor hoofdstuk 2- of hoofdstuk 3-vliegtuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van ten hoogste 34 ton, waarvan de maximale binnenruimte waarvoor het bepaalde type vliegtuig toestemming is verleend ten hoogste 19 passagierstoelen bevat, de stoelen voor de bemanning niet meegerekend.

  • 4 Het eerste lid, onderdeel b, geldt niet voor:

    • a. luchtvaartuigen die gebruikt worden ten behoeve van de Politie en Kustwacht;

    • b. het uitvoeren van landingen tussen 23.00 uur en 24.00 uur plaatselijke tijd door vluchten die volgens schema eerder dan 23.00 uur plaatselijke tijd hadden moeten arriveren, voor zover sprake is van:

      • 1°. onverwachte vertragende omstandigheden, die op het moment van het vertrek redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen worden, of

      • 2°. vertragingen veroorzaakt door toekenning van ATC-slots;

    • c. het uitvoeren van starts tussen 23.00 uur en 24.00 uur door vluchten die volgens schema eerder dan 23.00 uur plaatselijke tijd hadden moeten vertrekken, voor zover sprake is van:

      • 1°. een technische storing van het luchtvaartuig dan wel van de luchtvaarttechnische gronduitrusting;

      • 2°. extreme meteorologische omstandigheden die een vertraging van de start volgens het schema rechtvaardigen; of

      • 3°. een zodanige toekenning van ATC-slots op de luchthaven van bestemming dat de vlucht bij een vertrek vóór 23.00 uur plaatselijke tijd kunstmatig lang zou worden;

    • d. spoedeisende vluchten voor het transport van zieken, gewonden, organen of medische hulpmiddelen;

    • e. positievluchten waarvan de landing na 6.00 uur plaatselijke tijd op de luchthaven plaatsvindt;

    • f. zakelijke overlandvluchten met luchtvaartuigen ingericht voor personenvervoer met een maximaal toegelaten totaalmassa van ten hoogste 45 ton, waarvan de maximale binnenruimte waarvoor het bepaalde type luchtvaartuig toestemming is verleend ten hoogste 19 passagiersstoelen bevat, de stoelen voor de bemanning niet meegerekend;

    • g. het uitvoeren van landingen in de periode van 23.00 uur tot 24.00 uur plaatselijke tijd door:

      • 1°. hoofdstuk 3-vliegtuigen waarvan het verschil tussen de som van de gecertificeerde geluidsniveaus en de som van de hoofdstuk 3 limietwaarden groter of gelijk is aan 10 EPN dB;

      • 2°. hoofdstuk 5-vliegtuigen waarvan het verschil tussen de som van de gecertificeerde geluidsniveaus en de som van de hoofdstuk 3 limietwaarden groter of gelijk is aan 10 EPN dB;

      • 3°. hoofdstuk 4-vliegtuigen; of

      • 4°. door een turboprop aangedreven vliegtuigen met een maximaal toegelaten startmassa tussen de 6000 en 9000 kg;

    • h. het uitvoeren van landingen in de periode van 24.00 uur tot 01.00 uur plaatselijke tijd door in onderdeel g genoemde vliegtuigen die volgens schema eerder dan 24.00 uur plaatselijke tijd hadden moeten arriveren, voor zover sprake is van:

      • 1°. een technische storing van het luchtvaartuig dan wel van de luchtvaarttechnische gronduitrusting;

      • 2°. extreme meteorologische omstandigheden, die een vertraging van de landing rechtvaardigen; of

      • 3°. een onverwachte vertraging veroorzaakt door toekenning van een ATC-slot op de luchthaven van vertrek;

    • i. regeringsvluchten ten behoeve van personenvervoer.

Artikel 5

Het uitvoeren van circuitvluchten in het kader van een les- of oefenvlucht is verboden:

  • a. op werkdagen voor 08.00 uur en na 18.00 uur plaatselijke tijd;

  • b. op zaterdagen voor 09.00 uur en na 13.00 uur plaatselijke tijd;

  • c. op zon- en erkende feestdagen gedurende het gehele etmaal;

  • d. op zaterdagen voor luchtvaartuigen uitgerust met turbinestraalmotor(en).

Artikel 6

Op de luchthaven is incidenteel gebruik door militaire luchtvaartuigen toegestaan. Op dit gebruik is artikel 4 niet van toepassing.

Artikel 7

De ligging van de handhavingspunten, bedoeld in artikel X, eerste en tweede lid, van de wet, en de grenswaarden voor de geluidbelasting op die punten, zijn opgenomen op de kaart onderscheidenlijk in de tabel in bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 8

De exploitant dient binnen de in artikel 7 genoemde grenswaarden voor de geluidbelasting een geluidruimte te reserveren waarbinnen een jaarlijks door de Minister van Infrastructuur en Milieu vast te stellen aantal regerings- en militaire vluchten kan worden afgewikkeld.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Infrastructuur en Milieu,

W.J. Mansveld

Bijlage 1. bedoeld in de artikelen 2, 3 en 7 van de Omzettingsregeling Rotterdam The Hague Airport: ligging van de baan en plaats van de handhavingspunten, grenswaarden in de handhavingspunten

Bijlage 251838.png

Bijlage 2. bedoeld in artikel 9 van de Omzettingsregeling luchthaven Rotterdam The Hague Airport: het beperkingengebied ten gevolge van de Ke-zone

Bijlage 251839.png

Bijlage 3. bedoeld in artikel 9 van de Omzettingsregeling luchthaven Rotterdam The Hague Airport: het beperkingengebied ten gevolge van de Bkl-zone

Bijlage 251840.png