Voor het verzamelen en gebruiken van persoonsgegevens, dus ook voor het overnemen,
kopiëren of scannen, moet een juridische basis (‘grondslag’) bestaan. Voor het bedrijfsleven is dat in de meeste gevallen:
Ad 1. Het bestaan van een wettelijke verplichting is relevant in bijvoorbeeld arbeidsrelaties
en in de financiële dienstverlening:
Voorbeeld 3 – Arbeidsrelaties
Een werkgever is op grond van de Wet op de Loonbelasting verplicht om bij indiensttreding van een nieuwe werknemer diens identiteit te controleren
aan de hand van een geldig identiteitsdocument – met uitzondering van een rijbewijs
– en dit op echtheid te controleren (verificatieplicht). De identiteit mag niet aan de hand van een kopie van een identiteitsdocument worden gecontroleerd! Na deze controle is de werkgever verplicht om een kopie van het gecontroleerde document
– inclusief burgerservicenummer (BSN) en pasfoto – in zijn loonadministratie op te
nemen en te bewaren (bewaarplicht). Dit ontslaat de individuele werknemer echter niet van zijn toonplicht als er een
arbeidsinspectie op de werkvloer plaatsvindt. De werkgever dient ervoor te zorgen
dat alle werknemers een geldig identiteitsdocument kunnen tonen (zorgplicht), bijvoorbeeld door opbergkluisjes aan werknemers ter beschikking te stellen.
Voorbeeld 4 – Identiteitscontrole bij financiële dienstverlening
Sinds 1 augustus 2008 zijn de Wet identificatie bij (financiële) dienstverlening (Wid) en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) samengevoegd in de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT). De WWFT gaat uit van een ‘risicogeoriënteerde’ benadering: een financiële instelling moet
zelf inschatten in hoeverre een financiële transactie risico’s met zich meebrengt.
Hoe groter dat risico, hoe meer onderzoek naar de (identiteit van de) cliënt wordt
vereist. De financiële instelling kan – als bewijs van de identificatieverplichting (reconstructieplicht) – daarbij ook
een afschrift (lees: kopie) van het gecontroleerde identiteitsdocument vastleggen
en gedurende vijf jaar bewaren.
Ad 2. Voor de uitvoering van een overeenkomst zal bij het opstellen van een contract vaak
om adresgegevens worden gevraagd, bijvoorbeeld voor de aflevering van een bestelling.
In een online situatie is bovendien een e-mailadres vereist. Een geboortedatum is voor een bestelling meestal niet nodig, tenzij een product bijvoorbeeld
niet voor minderjarigen is bedoeld.
Voor de uitvoering van bijvoorbeeld een abonnement of lidmaatschap zijn vaak betalingsgegevens
nodig. De grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens beperkt zich in deze gevallen
tot het overnemen van de meest relevante gegevens. Een ‘kopietje paspoort’ is in geen van deze gevallen nodig en mag niet worden gevraagd.
Voorbeeld 5 – Lidmaatschap van een (sport)vereniging
Een praktijksituatie: een nieuw lid van een sportschool wordt bij zijn inschrijving
gevraagd om verschillende persoonsgegevens, zoals zijn NAW-gegevens en betalingsgegevens
om het lidmaatschapsgeld automatisch te kunnen afschrijven. In aanvulling wil de baliemedewerker
ook een geldig identiteitsdocument van het nieuwe lid scannen. Desgevraagd geeft de
medewerker aan dat dit een voorwaarde is om lid te kunnen worden. Dit is echter geen
toelaatbare voorwaarde, omdat met het scannen van een identiteitsdocument ook het
BSN wordt verwerkt. Dat is zonder wettelijke grondslag verboden en overigens ook niet
noodzakelijk om lid te worden.
Leveranciers of verkopers staat het in beginsel vrij om aan hun dienst of product
voorwaarden te verbinden. Voordat een overeenkomst wordt aangegaan – zeker als het
kostbare producten betreft, langer lopende abonnementen of een koop op afstand – zal
een ondernemer (meer) zekerheid willen hebben over met wie hij zaken doet om (toekomstige)
betalingen veilig te stellen. Daarvoor kan de ondernemer aanvullende informatie verlangen
of voorwaarden stellen om bijvoorbeeld fraude te voorkomen of snel te laten opsporen.
Dat betekent overigens niet dat het kopiëren of scannen van identiteitsdocumenten
zomaar als voorwaarde gesteld kan worden.
Voorbeeld 6 – Kopiëren van identiteitsdocumenten door telecom- en internetbedrijven
Om enige zekerheid te hebben over de betaling van abonnementsgelden, kan een telecomaanbieder
een kredietwaardigheidsonderzoek doen naar een potentiële nieuwe klant. Daarvoor heeft
de ondernemer enkele persoonsgegevens nodig – zoals NAW-gegevens en de leeftijd van
de klant in geval van een minderjarige – en kan hij de klant vragen om een geldig
identiteitsdocument te tonen om diens identiteit deugdelijk vast te stellen. Zo nodig
kan de ondernemer de aard van het identiteitsdocument en het documentnummer noteren.
Het maken van een kopie of scan van zo’n document is echter niet toegestaan; het BSN
mag niet door een telecomaanbieder worden verwerkt en ook de pasfoto en andere gegevens
op het document zijn voor zo’n kredietwaardigheidsonderzoek niet noodzakelijk. In
plaats van een kredietwaardigheidsonderzoek wordt ook wel de bankpas gecontroleerd
en gevraagd om € 0.01 te pinnen om aan te tonen dat de betaalrekening van de nieuwe
klant actief is. Het kopiëren of scannen van de bankpas is niet noodzakelijk; door
de betaling beschikt de ondernemer immers al over de nodige betaalgegevens, zoals
het rekeningnummer en de tenaamstelling van de betaalrekening.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan sprake zijn van het overnemen van gegevens van
een identiteitsdocument of het kopiëren of scannen ervan. Een bedrijf of organisatie
moet de noodzaak daartoe dan wel gedocumenteerd kunnen onderbouwen. In de praktijk
zal een dergelijke situatie zich niet vaak voordoen, omdat bij een behoefte aan legitimatie
het tonen van een identiteitsdocument in beginsel voldoende is.
Voorbeeld 7 – Kopiëren van identiteitsdocumenten bij het huren of tijdelijk meenemen
van een auto
Voertuigenverhuurbedrijven die lid zijn van brancheorganisatie BOVAG kunnen bij de
verhuur van een auto of voorafgaand aan een proefrit kopieën van identiteitsdocumenten
maken. Voertuigenverhuurders worden regelmatig geconfronteerd met onwenselijke (criminele)
gedragingen van huurders van onder meer auto’s en motoren. Om deze voertuigcriminaliteit
tegen te gaan, heeft BOVAG de bestaande zwarte lijst van de brancheorganisatie – ELENA
Waarschuwingssysteem – uitgebreid met de mogelijkheid een kopie van de identiteitspapieren
van de huurder te maken. Deze uitbreiding is opgenomen met als doel verbetering van
het opsporen en vervolgen van verduistering van huurauto’s. Binnen de Stichting Aanpak
Voertuigcriminaliteit zijn hierover tussen de deelnemers – waaronder BOVAG en het
Openbaar Ministerie – afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn neergelegd in een circulaire
van 11 februari 2009, die is vastgesteld in de Board Opsporing van de Raad van Hoofdcommissarissen.
Het CBP heeft na een voorafgaand onderzoek op 16 januari 2011 verklaard de door BOVAG
gemelde verwerking van persoonsgegevens rechtmatig te achten. Voordat voertuigenverhuurders
overgaan tot het maken van een kopie van een identiteitsdocument, dient een belangenafweging
plaats te vinden of de kopie noodzakelijk is. Indien dit het geval is, dient het BSN
te worden afgeschermd. Dat geldt ook voor de pasfoto, tenzij de huurder of proefritmaker
uitdrukkelijke toestemming geeft voor het maken van een kopie zonder afscherming van
de foto. Het bedrijf treft passende technische en organisatorische maatregelen voor
het beveiligen van gemaakte kopieën. Zodra de huurder of proefritmaker het voertuig
veilig retourneert, worden de kopieën teruggegeven of vernietigd.