Reglement Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting

Geraadpleegd op 02-05-2024.
Geldend van 31-01-2005 t/m 30-09-2011

Reglement Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting

Het bestuur van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting, als bedoeld artikel 1, onder b, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting,

besluit:

vast te stellen een reglement betreffende het verzamelen, bewaren, beheren en het op verzoek verstrekken van de gegevens, het verschaffen van voorlichting en het zorgdragen voor de begeleiding bij de verstrekking van de gegevens, als bedoeld in de artikelen 2, 4 en 7 van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting:

Artikel 1. Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a. Stichting: de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting;

  • b. wet: de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting;

  • c. CIBG: Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg;

  • d. medische gegevens (omtrent de donor): medische gegevens die van belang kunnen zijn voor de gezonde ontwikkeling van het kind, zoals bij algemene maatregel van bestuur bepaald, conform artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet;

  • e. fysieke en sociale gegevens (omtrent de donor): fysieke kenmerken, opleiding en beroep alsmede gegevens omtrent de sociale achtergrond en een aantal persoonlijke kenmerken; een en ander zoals bij algemene maatregel van bestuur nader bepaald, conform artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet;

  • f. persoonsidentificerende gegevens:

  • g. verzoeker: de natuurlijke persoon die aan de Stichting om gegevens vraagt. Verzoeker kan zijn:

    • 1) degene die weet of vermoedt dat hij is verwekt door en ten gevolge van kunstmatige bevruchting (het kind) en die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt;

    • 2) degene die weet of vermoedt dat hij is verwekt door en ten gevolge van kunstmatige bevruchting en die de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt;

    • 3) de ouder(s) van een kind dat verwekt is door en ten gevolge van kunstmatige bevruchting en dat jonger is dan 12 jaar;

    • 4) de huisarts van een degene die verwekt is door en ten gevolge van kunstmatige bevruchting;

  • h. verrichter: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de kunstmatige bevruchting heeft verricht of heeft doen verrichten.

Artikel 2. Gegevensoverdracht

  • 1 Uiterlijk 60 weken nadat kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden dient elke verrichter de volgende gegevens aan de Stichting toe te zenden:

    • a. de persoonsidentificerende gegevens van de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden;

    • b. de datum waarop de donorbevruchting heeft plaatsgevonden;

    • c. de medische, fysieke en sociale alsmede de persoonsidentificerende gegevens van de donor.

  • 2 Daartoe wordt gebruikgemaakt van een formulier dat overeenkomt met het model dat als bijlage is opgenomen bij dit reglement.

  • 3 De verplichting, bedoeld in eerste lid, vervalt indien vaststaat dat als gevolg van de kunstmatige bevruchting geen kind is geboren.

  • 4 De op 1 juni 2004 aanwezige gegevens worden door de verrichter, bedoeld in eerste lid, aan de Stichting overgedragen.

  • 5 Voor de registratie wordt aan de Stichting vijf euro per groep van gegevens die op één donor betrekking hebben met een maximum van honderd euro per jaar betaald.

Artikel 3. Gegevensbeheer

  • 1 Na ontvangst van het formulier, bedoeld in artikel 2, tweede lid, stuurt de Stichting onverwijld een ontvangstbevestiging aan de afzender.

  • 2 De Stichting beheert de gegevens met behulp van een standaardkoppeling met het Gemeentelijk Basisadministratiesysteem (GBA).

Artikel 4. Verstrekking medische gegevens

  • 1 De Stichting verstrekt de huisarts, bedoeld in artikel 1, onder g, sub 4, op diens verzoek de medische gegevens van de donor.

  • 2 De Stichting stuurt de medische gegevens aangetekend aan de huisarts.

Artikel 5. Verstrekking fysieke en sociale gegevens

Artikel 6. Verstrekking persoonsidentificerende gegevens

  • 1 De Stichting verstrekt persoonsidentificerende gegevens van de donor aan het kind, dat de leeftijd van zestien heeft bereikt, op zijn verzoek, nadat de donor daarmee heeft ingestemd dan wel de afwijzing van het bezwaar van de donor tegen de verstrekking onherroepelijk is geworden.

  • 2 Voor het verkrijgen van instemming van de donor om aan de verzoeker, bedoeld in lid 1, persoonsidentificerende gegevens te verstrekken, neemt de Stichting op zodanige wijze contact op met deze donor dat zijn persoonlijke levenssfeer niet onevenredig wordt geschaad.

  • 3 De instemming of de weigering van de donor om persoonsidentificerende gegevens te verstrekken geschiedt uitsluitend schriftelijk.

  • 4 De Stichting informeert de donor over de gang van zaken bij een verzoek tot verstrekking van gegevens, het tijdpad en de mogelijke consequenties.

Artikel 7. Begeleiding bij verstrekking fysieke/sociale en persoonsidentificerende gegevens

  • 1 De Stichting draagt er zorg voor dat bij de gegevensverstrekking aan verzoekers passende psychosociale begeleiding wordt gegeven.

  • 2 Aan de verzoekers, bedoeld in artikel 1 onder g, sub 1 worden de persoonsidentificerende gegevens uitsluitend in persoon verstrekt.

Artikel 8. Donor overleden of onvindbaar

  • 1 Indien de donor die vóór 1 juni 2004 zaadcellen en eicellen voor donatie heeft afgestaan overleden of onvindbaar is, wordt de instemming om persoonsidentificerende gegevens te verstrekken geacht te zijn geweigerd.

  • 2 Indien een ander dan de in het eerste lid bedoelde donor overleden of onvindbaar is, zal de Stichting op zorgvuldige wijze de directe familieleden of nabestaanden, als bedoeld art. 3, derde lid van de wet, benaderen met het verzoek om in de plaats van de donor instemming te verlenen. De Stichting stelt daarbij alles in het werk om hun persoonlijke levenssfeer niet onevenredig te schaden.

  • 3 De Stichting informeert de directe familieleden of nabestaanden, als bedoeld in tweede lid, over de gang van zaken bij een verzoek tot verstrekking van gegevens, het tijdpad en de mogelijke consequenties.

Artikel 9. Niet verstrekken van gegevens

  • 1 Verstrekking van persoonsidentificerende gegevens blijft, indien de donor of personen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van dit reglement, daarmee niet instemmen, uitsluitend achterwege indien, in aanmerking genomen de gevolgen die niet-verstrekking voor de verzoeker zou kunnen hebben, zwaarwegende belangen van de donor meebrengen dat ver-strekking niet behoort plaats te vinden.

  • 2 De Stichting maakt een zorgvuldige afweging tussen de belangen van de verzoeker en de belangen van de donor. De beslissing van de Stichting wordt de verzoeker en de donor schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld.

Artikel 10. CIBG

  • 1 De Stichting belast het CIBG met de verstrekking van medische gegevens en de uitvoering van de overige taken met betrekking tot de bewaring en het beheer van de gegevens, artikel 1, onder d, e en f, van dit reglement en artikel 2 van de wet.

  • 2 De Stichting treft een regeling betreffende het verstrekken van fysieke/sociale en persoonsidentificerende gegevens en de rol van het CIBG daarin.

Artikel 11. Kosten

  • 1 Aan de meerderjarige verzoekers bedoeld in artikel 1 onder g sub 1 en 3 worden per verzoek tot verstrekking van fysieke/sociale dan wel persoonidentificerende gegevens kosten in rekening gebracht.

  • 2 De berekening van de kosten geschiedt op basis van de kostprijs van de administratie, het beheer en de bewaring en de psychosociale begeleiding.

  • 3 De tarieven voor de gegevensverstrekking en voor de psychosociale begeleiding worden openbaar bekend gemaakt en worden de verzoeker voorafgaand aan de gegevensverstrekking medegedeeld.

Artikel 12. Voorlichting

  • 1 De Stichting draagt zorg voor de voorlichting met betrekking tot een goede toepassing en uitvoering van de wet.

  • 2 De voorlichting is gericht op:

    • – personen die weten of vermoeden dat zij verwekt zijn door en ten gevolge van kunstmatige bevruchting;

    • – donoren en wensouders;

    • – verrichters en andere hulpverleners/zorginstellingen;

    • – organisaties die belangen van betrokkenen behartigen;

    • – het publiek.

Artikel 13. Geheimhouding

Eenieder die in het kader van de activiteiten van de Stichting betreffende het verzamelen, bewaren, beheren en het op verzoek verstrekken van gegevens, het verschaffen van voorlichting en het zorgdragen voor de begeleiding bij de verstrekking van gegevens een functie vervult is verplicht geheimhouding in acht te nemen ten opzichte van al datgene wat hem bij de uitoefening van die functie als geheim is toevertrouwd, of wat daarbij als geheim te zijner kennis is gekomen of wat daarbij te zijner kennis is gekomen en waarvan hij het vertrouwelijke karakter moest begrijpen.

Artikel 14. Publieke verantwoording

  • 1 Jaarlijks vóór 1 juli maakt het bestuur van de Stichting de balans en een rekening van baten en lasten, betreffende het voorafgaande jaar, op en zendt die, voorzien van een accountantsverklaring, naar de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie.

  • 2 Jaarlijks vóór 1 juli brengt de Stichting een verslag uit over het voorafgaande jaar. In dit verslag legt het bestuur verantwoording af over de activiteiten van de Stichting betreffende het verzamelen, bewaren, beheren en het op verzoek verstrekken van gegevens, het verschaffen van voorlichting en het zorgdragen voor de begeleiding bij de verstrekking van gegevens. Het jaarverslag wordt gestuurd naar de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie, alsmede aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg en aan organisaties die de belangen van donorkinderen, donoren en wensouders alsmede van verrichters behartigen.

Artikel 15. Vaststelling en wijziging reglement

  • 1 Het bestuur van de Stichting stelt het reglement en wijzigingen daarin vast.

  • 2 Besluiten van het bestuur bedoeld in het eerste lid behoeven de voorafgaande goedkeuring van de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie.

Naar boven