3.1. Gezondheidskundige verzorging van de mens
[Regeling vervallen per 22-05-2013]
Reikwijdte vrijstellingsbepaling
De reikwijdte van de vrijstellingsbepaling is beperkt tot diensten die bestaan in
de gezondheidskundige verzorging van de mens. Van gezondheidskundige verzorging van
de mens is sprake als het voornaamste doel van de (para)medische handeling is de bescherming,
met inbegrip van instandhouding of herstel, van de gezondheid. Dat betekent dat in
het algemeen voor de vrijstelling in aanmerking komen (para)medische handelingen die
bestaan in de diagnose (bijvoorbeeld het verrichten van psychologisch onderzoek door
middel van een test door een GZ-psycholoog) de behandeling en, voor zoveel mogelijk,
de genezing van ziekten of gezondheidsproblemen van de mens. De vrijstelling is ook
van toepassing op (para)medische handelingen die worden verricht voor doeleinden van
preventie. Dit geldt dus ook in de gevallen waarin de patiënt geen ziekte blijkt te
hebben.
Cosmetische chirurgie
Cosmetische chirurgie behoort tot de gezondheidskundige verzorging van de mens als
het voornaamste doel van de behandeling is de bescherming, met inbegrip van instandhouding
of herstel, van de gezondheid van de mens. Dat betekent dat cosmetische ingrepen die
uitsluitend tot doel hebben de verfraaiing van het uiterlijk niet onder het begrip
gezondheidskundige verzorging kunnen worden gebracht. Alleen in deze evidente gevallen
is btw verschuldigd. De gezondheidskundige beroepsbeoefenaar die cosmetische ingrepen
verricht moet in zijn btw-administratie een onderscheid maken tussen de ingrepen waar
een therapeutisch doel wel aanwezig is en waar niet. De Belastingdienst kan slechts
marginaal toetsen of de beroepsbeoefenaar de vrijstelling juist toepast voor cosmetische
ingrepen. De inspecteur kan geen inhoudelijk oordeel op medisch vlak geven en kan
in beginsel ook geen inzage vragen in het medische dossier.
Eén prestatie/ vragen van organisaties niet regulier werkende artsen
Voor de btw-heffing wordt één (para)medische dienst niet gesplitst in een vrijgesteld
en belast gedeelte. Deze dienst kent één btw-regime: belast of vrijgesteld. De (para)medische
dienst is op grond van art. 11, eerste lid, onderdeel g, onder 1° van de Wet OB 1968 alleen vrijgesteld van btw als het meest wezenlijke/kenmerkende deel van deze dienst
bestaat uit gezondheidskundige handelingen die plaatsvinden binnen het kader van de
deskundigheid van de Wet BIG-beroepsbeoefenaar én de met goed gevolg afgeronde opleiding
van die Wet BIG-beroepsbeoefenaar. Kort samengevat is alleen de gezondheidskundige
dienst vrijgesteld van btw, die in wezen regulier is.
Artsen die niet-reguliere (complementaire/integrale) geneeskunde toepassen waaronder
biologische en natuurlijke geneeskunde, neuraaltherapie en regulatietherapie en acupunctuur,
onderscheiden zich van hun uitsluitend regulier werkende collega’s door de toepassing
van niet-reguliere behandelmethoden en diagnostiek. De deskundigheid van deze niet-regulier
werkende artsen ligt op het vlak van de reguliere geneeskunde omdat zij een in Wet BIG geregelde opleiding tot (basis)arts hebben afgerond maar ook, of juist vooral, op
het vlak van de niet-reguliere geneeskunde waarvoor vaak jarenlange opleidingen zijn
gevolgd. Deze artsen afficheren zich in de regel ook specifiek als complementair werkende
arts en niet als regulier werkende arts.
Het meest wezenlijke/kenmerkende deel van een consult wordt dan ook gevormd door de
niet-reguliere behandelmethode/geneeskunde. Het feit dat aan de uiteindelijke behandeling/advies
een aantal voorbereidende handelingen (zoals onderzoek) vooraf gaan die vaak een groot
deel van het consult beslaan doet daar niet aan af. Ook deze handelingen worden in
belangrijke mate toegerekend aan en verricht vanuit de niet-reguliere behandelmethode/geneeskunde.
De patiënt laat zich nu juist onderzoeken en behandelen vanwege de kennis/ervaring
van de betreffende arts op het terrein van de niet-reguliere geneeskunst (inclusief
de diagnose) om zijn gezondheidsproble(e)m(en) op te lossen of gezondheid te bevorderen.
Aan dit standpunt doet niet af dat een arts of andere Wet BIG-beroepsbeoefenaar gehouden
is aan:
-
− richtlijnen die voor het Wet BIG beroep gelden (bijvoorbeeld voor artsen en fysiotherapeuten op grond van het lidmaatschap
van de KNMG en KNGF);
-
− alle bepalingen van gezondheidsrechtelijke wet- en regelgeving zoals de Wet op de
geneeskundige behandelovereenkomst, Wet klachtrecht cliënten gezondheidszorg, Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. (WMO);
-
− tuchtrechtelijke toetsbaarheid.
Aan dit standpunt doet ook niet af dat bepaalde soorten van acupunctuur ook wel worden
onderwezen door sommige hogescholen of universiteiten als keuzevak/modulair onderwijs,
en door ziekenhuizen bij de opleiding tot pijnconsulent. Acupunctuur is niet opgenomen
in het opleidingscurriculum voor de arts (zoals beschreven in het Raamplan Artsopleiding
2009). Daarmee is het standpunt gerechtvaardigd dat acupunctuur niet behoort tot de
reguliere zorg.
Artsen die vanuit een antroposofische levensbeschouwing als huisarts werkzaam zijn
en reguliere gezondheidskundige diensten verrichten die behoren tot de opleiding tot
(huis)arts, zijn vrijgesteld van btw voor die gezondheidskundige diensten.
Als artsen die zich voornamelijk bezighouden met niet reguliere geneeskunde een dienst
verrichten waarbij zij nagenoeg uitsluitend reguliere handelingen verrichten, dan
is op deze dienst de vrijstelling van toepassing. Te denken valt bijvoorbeeld aan
een consult waarbij alleen de reguliere diagnose wordt gesteld die er toe leidt dat
de patiënt vervolgens wordt doorverwezen naar een reguliere BIG-beroepbeoefenaar.
In dat geval kan worden aangenomen dat die dienst (het stellen van de diagnose gevolgd
door een doorverwijzing naar een reguliere behandelaar) van overwegend reguliere aard
is.
Aantonen aanspraak op vrijstelling
De (para)medicus die aanspraak maakt op toepassing van de medische vrijstelling moet
een administratie voeren waarin op duidelijke en overzichtelijke wijze de gegevens
voor de toepassing van de vrijstelling zijn vastgelegd (zie artikel 6 van het uitvoeringsbesluit). De belaste en vrijgestelde prestaties moeten daarom apart worden vastgelegd in
de administratie.
Bijlage
In bijlage I bij dit besluit is een lijst opgenomen met voorbeelden van belaste medische prestaties.