Het OM kan tijdens het nader strafrechtelijk onderzoek op basis van art. 105 of 126nf Sv een vordering tot afgifte van stukken bij de rechter-commissaris indienen. Het OM
kan deze bevoegdheid gebruiken om gegevens uit VIM te vorderen. Het ‘nemo tenetur’-
beginsel en het Saunders-arrest zijn niet van toepassing op de gegevens uit het VIM aangezien er geen wettelijke
meldingsplicht bestaat. Daaruit volgt dat, na een vrijwillige incidentmelding, in beginsel gegevens uit VIM over dat incident als bewijs gebruikt kunnen worden in een strafzaak
tegen de melder.
Als het OM echter te vrijelijk gebruik zou maken van de mogelijkheid gegevens uit
VIM te vorderen zou dit negatieve gevolgen kunnen hebben voor de meldingsbereidheid
en de bereidheid om mee te werken aan het interne onderzoek dat met het VIM wordt
beoogd. Het streven van de medische beroepsgroep om mede door middel van VIM de kwaliteit
van de medische zorg te vergroten kan daardoor gefrustreerd raken. Dit is ongewenst,
te meer daar het OM de stukken uit het VIM uiteindelijk naar verwachting in het merendeel
van de zaken niet nodig heeft.
Het OM zal daarom terughoudend gebruik maken van zijn bevoegdheden. De stukken die
gebruikt worden in VIM, worden alleen in bijzondere situaties gevorderd. Daarbij wordt altijd getoetst of deze vordering voldoet aan de beginselen
van proportionaliteit en subsidiariteit. Concreet betekent dit dat de vordering altijd
achterwege blijft indien de informatie op een andere, minder belastende, wijze kan
worden verkregen. De vordering blijft tevens achterwege indien de ernst van het vermoedelijk
gepleegde strafbare feit deze vordering niet kan rechtvaardigen.
Zoals hierboven al beschreven zijn het medisch dossier zelf en de verklaringen van
de betrokken personen de belangrijkste bron van informatie in een medische zaak voor
het OM. Uitgangspunt is dat originele stukken in het medisch dossier horen en niet
worden opgenomen in VIM. Alleen dan is het OM bereid, behoudens bijzondere situaties,
geen gegevens uit VIM te vorderen. Van zo’n bijzondere situatie is bijvoorbeeld sprake als een verdachte of een getuige stelt dat hetgeen gedurende het strafrechtelijk
onderzoek verklaard is op essentiële onderdelen afwijkt van hetgeen in de procedure
van het Veilig Melden door een persoon is verklaard.
Over de vordering op basis van 126nf Sv van gegevens uit VIM voert de officier van justitie overleg met de parketleiding.
Daaraan voorafgaand vraagt de officier van justitie het Expertisecentrum Medische
Zaken om advies. Vervolgens kan de officier van justitie een vordering tot afgifte
van stukken bij de rechter-commissaris indienen.