Bijlage 3. Toelichting
[Vervallen per 01-11-2018]
Algemeen
[Vervallen per 01-11-2018]
Dit betreft een toelichting op de Aanwijzing en het Protocol ‘Auditief en audiovisueel registreren van verhoren’. In deze toelichting wordt het ‘waarom’ uitgelegd en worden enkele voorbeelden gegeven. Naar analogie van het Protocol wordt per procedure het één en ander besproken.
In de Aanwijzing en het Protocol staat het registreren en de daarmee gepaard gaande richtlijnen en randvoorwaarden centraal. Waar dit noodzakelijk is, wordt ingegaan op enige inhoudelijke aspecten. O.a. kwalitatieve aspecten van het verhoor, de coaching ervan of de inhoudelijke rol van de deskundige alsmede de technische inrichtingseisen zijn beschreven in de desbetreffende Brancherichtlijn voor de opsporingsinstanties.
Voor de auditieve of audiovisuele registratie van verhoren bestaat geen expliciete wetgeving. Wel is er jurisprudentie ontwikkeld over dit thema, waarnaar in deze toelichting op sommige plaatsen wordt verwezen. Waar de jurisprudentie betrekking heeft op audiovisuele opnamen wordt deze van overeenkomstige toepassing geacht voor auditieve opnamen.
Kwetsbare personen
[Vervallen per 01-11-2018]
In de aanwijzing worden bij de verplichte audiovisuele registratie vier groepen kwetsbare personen onderscheiden:
– minderjarigen onder de 12 jaar;
– minderjarigen tussen de 12 en de 16 jaar;
– personen met een verstandelijke beperking;
– personen met een cognitieve functiestoring.
Er is sprake van een verstandelijke beperking, wanneer een persoon als gevolg van beperking van de intellectuele vermogens minder vaardig is in het uitoefenen van bezigheden op het gebied van wonen, werken, leren, communicatie, of bij het gebruik van vervoer of andere voorzieningen in de samenleving. Of er sprake is van een persoon met verstandelijke beperkingen is aan de oordeelsvorming van de opsporingsambtenaar. Bij twijfel over de intellectuele vermogens van de te verhoren persoon dient de persoon in kwestie behandeld te worden als ware hij een persoon met verstandelijke beperkingen.
Er is sprake van een cognitieve functiestoornis, wanneer een persoon een ziekte heeft (bijvoorbeeld Parkinson of Alzheimer) of hersenschade heeft opgelopen (bijvoorbeeld hersenbloeding, -infarct of -letsel) met gevolgen voor de cognitieve functies: waarneming, geheugen, denken, taal/spraak, aandacht, concentratie, executieve functies en motoriek. Of er sprake is van een persoon met een cognitieve functiestoornis kan blijken uit voorinformatie of tijdens contact met de betrokkene.
Facultatieve registratie
[Vervallen per 01-11-2018]
In de aanwijzing worden redenen genoemd voor het facultatief registreren van het verhoor, namelijk:
1. De persoon van de betrokkene. Hierbij valt te denken aan psychische stoornis of gewelddadigheid;
2. De aard en/of gevoeligheid van de zaak. Te denken valt bijvoorbeeld aan gevallen waarin evident sprake is van zwaar lichamelijk letsel of aan lokale impact.
3. Het verloop van het verhoor. Hierbij moet worden gedacht aan onvoorziene omstandigheden die aanleiding zijn over te gaan tot registratie.
Voor de definities wordt geen nadere toelichting gegeven.
Wel opschalen, niet afschalen
[Vervallen per 01-11-2018]
In de loop van het onderzoek kan besloten worden om de wijze van registratie van verhoren op te schalen. Dus bijvoorbeeld naast uitsluitend schriftelijke vastlegging ook auditieve registratie. Of van auditieve registratie als extra hulpmiddel naar audiovisuele registratie. Is die beslissing eenmaal genomen, dan kan niet meer teruggeschakeld worden naar een ‘lichtere’ vorm.
2. Procedure registratie van het verhoor
[Vervallen per 01-11-2018]
Inleiding
[Vervallen per 01-11-2018]
De audiovisuele registratie van verhoren vindt plaats in een daartoe specifiek ingerichte verhoorruimte, die veelal in verbinding staat met een regieruimte. Vanuit de regieruimte kunnen beeld en geluid elektronisch worden doorgestuurd naar een of meerdere meekijkruimtes. In een meekijkruimte kan de raadsman of een schaduwkoppel plaatsnemen. In de verhoorruimte zijn camera’s en een microfoon geplaatst. In de regieruimte bevindt zich registratieapparatuur en kan het verhoor via genoemde apparatuur direct worden gevolgd.
Geen schending van privacy
[Vervallen per 01-11-2018]
Auditieve en audiovisuele registratie van het verhoor levert geen inbreuk op van de privacy. Uit een arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens kan worden opgemaakt, dat bij de beoordeling of de privacy in het geding is, van belang is of sprake is van een ‘reasonable expectation of privacy’. Daarvan is tijdens het verhoor geen sprake, aangezien degene die wordt verhoord er niet van uit kan gaan dat hij tijdens het verhoor onbevangen zichzelf kan zijn. Bovendien gaat het om een algemene, voldoende bekend gemaakte regeling, ter bereiking van een hoger doel: waarheidsvinding in het strafproces.
Toestemming niet nodig
[Vervallen per 01-11-2018]
Noch om redenen van privacy, die tijdens het verhoor dus niet in het geding zijn, noch om andere redenen is het noodzakelijk dat de verhoorde persoon toestemming verleent voor het auditief of audiovisueel registeren van het verhoor. Dit geldt ongeacht de hoedanigheid – verdachte, getuige of aangever – waarin de verhoorde persoon bij het delict betrokken is.
Het maken van opnames kan weerstand oproepen. Om dit te voorkomen is het van belang dat duidelijk wordt gemaakt welke belangen gediend worden met de bandopnames. Met name in zedenzaken is de waarheidsvinding gediend met de mogelijkheid om inzicht te kunnen krijgen in het letterlijke gesprek van de aangifte.
In het uiterste geval wanneer een aangever of getuige, ook na een uiteenzetting van de belangen die worden gediend, af zou zien van het doen van aangifte of het afleggen van een getuigenis bij het maken van een bandopname, zal overleg met de OvJ/A-G of R-C moeten plaatsvinden hoe in dat geval te handelen.
Mededeling over auditieve of audiovisuele registratie
[Vervallen per 01-11-2018]
Het fair-trial beginsel (art. 6 EVRM) brengt mee dat in alle gevallen dat een verhoor in beeld en/of geluid wordt vastgelegd, dit aan het begin van het verhoor wordt medegedeeld aan degene die wordt verhoord. Voorts wordt meegedeeld dat – wanneer daar sprake van is – in een andere ruimte wordt meegeluisterd en/of -gekeken door andere opsporingsambtenaren en/of door derden (bijvoorbeeld gedragsdeskundigen).
Status opname verhoor in het strafproces
[Vervallen per 01-11-2018]
De opnamen zelf zijn in beginsel geen processtukken maar stukken van overtuiging en maken dus niet zonder meer deel uit van het procesdossier (zie arrest in voetnoot 4). Wel kunnen in opdracht van de OvJ, R-C of de zittingsrechter (delen van) opnamen deel gaan uitmaken van het procesdossier. De rechter kan daartoe hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de verdediging opdracht geven.
Procedure Registratie van het verhoor in een kindvriendelijke studio
[Vervallen per 01-11-2018]
Het verhoor in een kindvriendelijke studio wordt onder begeleiding van een regisseur afgenomen. Verder kunnen in de regieruimte een coach, een gedrags- en/of een materiedeskundige aanwezig zijn.
De kindvriendelijke studio is in beginsel bestemd voor het verhoren van minderjarigen onder de 12 jaar. Daarnaast kunnen de betrokken opsporingsambtenaren onder bepaalde omstandigheden besluiten om ook minderjarigen boven de 12 jaar of personen met een verstandelijke beperking in deze studio te horen.
Voordat een verhoor van een minderjarige getuige onder de 12 jaar plaatsvindt, vindt altijd een belangenafweging plaats, waarbij het belang van die minderjarige wordt afgezet tegen dat van het opsporingsonderzoek. Hierbij dient de checklist verhoorwaardigheid van getuigen te worden gevolgd. Indien besloten wordt het verhoor te laten afnemen, dan dient dat uiteraard volgens de regels van deze aanwijzing en protocol plaats te vinden.
De procedures m.b.t. planning, inzet en informatievoorziening worden opgenomen in de afzonderlijke brancherichtlijn verhoor van jonge kinderen.
3. Procedure opmaken proces-verbaal van verhoor
[Vervallen per 01-11-2018]
Opnamen als aanvullend hulpmiddel
[Vervallen per 01-11-2018]
Uitgangspunt blijft een zakelijke schriftelijke vastlegging van een verhoor in een proces-verbaal. In de in de Aanwijzing genoemde gevallen wordt deze schriftelijke vastlegging aangevuld met auditieve of audiovisuele registratie. Als er registraties zijn gemaakt, moet dit blijken uit de processtukken (zie het arrest genoemd in voetnoot 4 op pagina 13).
Geen woordelijke uitwerking
[Vervallen per 01-11-2018]
Uitgangspunt is dat geen woordelijke uitwerking van geregistreerde verhoren plaatsvindt. Zo wordt onnodige administratieve belasting voorkomen. In bepaalde situaties, bijvoorbeeld op verzoek van een getuige-deskundige, kan het voorkomen dat de OvJ/A-G of R-C opdracht geeft het verhoor gedeeltelijk of geheel woordelijk uit te werken.
Wanneer het PV opgemaakt dient te worden
[Vervallen per 01-11-2018]
Het proces-verbaal van verhoor dient altijd zo spoedig mogelijk te worden opgemaakt. In een aantal situaties is het verstandig het proces-verbaal van verhoor door een derde verbalisant in de regiekamer te laten opmaken. Zeker in gecompliceerde verhoren verdient dit aanbeveling.
5. Procedure kennisneming & verstrekking van registraties
[Vervallen per 01-11-2018]
[Vervallen per 01-11-2018]
Auditieve en audiovisuele registraties van verhoren vallen onder de Wet Politiegegevens en Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens. Het verstrekkingenregime van deze wetten zorgt ervoor dat de verstrekking van gegevens beperkt is. Wanneer het om bescherming van de registraties gaat, dus het voorkomen dat derden er oneigenlijk gebruik van maken, bieden de Wet politiegegevens en de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens voldoende bescherming. Aan verstrekkingen op grond van deze wetten kunnen voorwaarden worden gesteld met betrekking tot het doel.
Voor zover er buiten het kader van het strafrechtelijk onderzoek beslissingen aan de orde zijn omtrent het ter inzage geven of verstrekken van registraties, wordt hierover overleg gepleegd met de privacymedewerker van het betreffende dienstonderdeel. Deze neemt zo nodig contact op met de privacy helpdesk van het Parket-Generaal.
Kennisneming van registraties door verdachte en/of diens raadsman
[Vervallen per 01-11-2018]
De verdediging heeft geen recht op verstrekking van een kopie van de registratie, maar wel recht op kennisneming van de registratie. Het recht op kennisneming van deze registraties heeft de Hoge Raad erkend in het in voetnoot 4 op pagina 13 genoemde arrest. Dit recht op kennisneming is gebaseerd op beginselen van behoorlijke procesorde. Als er registraties zijn gemaakt moet de verdediging in de gelegenheid zijn om aan te geven welke delen daarvan naar haar oordeel als processtukken in het dossier moeten worden gevoegd. De verdediging krijgt de beschikking over de mogelijkheid de registratie te (doen) starten, te (doen) stoppen, vooruit en terug te (doen) spoelen en het geluidsvolume te (doen) regelen.
Uit het arrest van de HR van 7 mei 1996, NJ 1996, 687 kan worden opgemaakt dat het recht op kennisneming van een hulpmiddel – in dat geval een fotoboek, in dit geval de opname – niet onbeperkt is. In het stadium waarin de opname nog geen processtuk vormt, kan een afweging plaatsvinden van opsporingsbelangen en verdedigingsbelangen op grond waarvan het inzagerecht – uiteindelijk door de rechter – kan worden ingeperkt. Naar analogie van de onder voetnoot 6 aangehaalde uitspraak is het ook denkbaar dat de bescherming van (kwetsbare) getuigen een rol speelt bij de afweging van belangen op grond waarvan het recht op kennisneming van opnamen kan worden ingeperkt.
Ook in geval (delen van) opnamen door de OvJ of de rechter aan het procesdossier zijn toegevoegd betekent dit niet dat er ook kopieën van (delen van) opnamen zouden moeten worden verstrekt aan de verdachte of diens raadsman. Blijkens jurisprudentie van de Hoge Raad kan onder omstandigheden het zoveel mogelijk waarborgen van de privacy van getuigen prevaleren boven het recht van de verdachte op afschriften van de processtukken.
Verstrekking van registraties ten behoeve van het uitbrengen van een deskundigenrapport
[Vervallen per 01-11-2018]
Indien een verhoor is geregistreerd en een gedragsdeskundige van de OvJ, R-C of de verdediging de opdracht krijgt een verhoor te beoordelen kan hij de officier van justitie of A-G verzoeken om een kopie van de registratie. De officier van justitie of A-G willigt dit verzoek in, mits de deskundige schriftelijke verklaart dat hij de registratie uitsluitend gebruikt voor het opstellen van de gevraagde rapportage en dat hij de registratie terugzendt zodra de rapportage is gemaakt. Nadat de ondertekende verklaring is ontvangen, wordt de kopie van de registratie rechtstreeks aan de deskundige verstrekt.
6. Afwijkingen ten opzichte van het Protocol
[Vervallen per 01-11-2018]
In uitzonderlijke gevallen kan in opdracht van de OvJ/A-G afgeweken worden van de regels van het Protocol. Denkbaar is bijvoorbeeld dat in het geval van een bedreigde getuige afgeweken wordt van het Protocol. De uitzonderingspositie is hier opgenomen om bijzondere situaties ook op een goede bijzondere manier tegemoet te kunnen treden en daar transparant over te zijn door dit ook expliciet in het Procesdossier op te nemen. De rechter is dan altijd in staat de uitzondering te toetsen.