Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 18 oktober 2012, nummer
312645;
Gelet op artikel 36 van de Politiewet 2012;
De Raad van State gehoord (advies van 2 november 2012, nr. W03.12.0431/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 22 november
2012, nummer 324461;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
2 Onze Minister bepaalt op basis van de in het eerste lid bedoelde operationele sterkte
van de politie de omvang van de in het betreffende begrotingsjaar te realiseren operationele
sterkte voor de landelijke eenheden en de ondersteunende diensten, bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder b en c, van de wet.
-
3 De omvang van de te realiseren operationele sterkte van de regionale eenheden is zo
groot als de omvang van de te realiseren operationele sterkte, bedoeld in het eerste
lid, verminderd met de operationele sterkte, bedoeld in het tweede lid.
Onze Minister geeft jaarlijks een raming van de door de korpschef te realiseren operationele
sterkte voor de drie op het begrotingsjaar volgende jaren en, met inachtneming van
het in artikel 3, vierde lid, bedoelde aandeel, een raming van de verdeling van deze sterkte over de regionale
en landelijke eenheden en ondersteunende diensten en een raming van het in artikel
3, vijfde lid, bedoelde percentage.
-
1 Indien de begroting tijdens het begrotingsjaar wordt gewijzigd, kan Onze Minister
de door de korpschef te realiseren operationele sterkte, bedoeld in artikel 3, eerste lid, wijzigen.
-
2 Indien de meerjarenraming, bedoeld in artikel 34 van de wet, wordt gewijzigd, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de raming van
de operationele sterkte, bedoeld in artikel 4.
-
1 Indien werkzaamheden worden overgeheveld van een regionale of landelijke eenheid of
ondersteunende dienst naar een andere regionale of landelijke eenheid of ondersteunende
dienst, als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet wordt de op die werkzaamheden betrekking hebbende operationele sterkte eveneens overgeheveld.
-
2 In afwijking van artikel 3, tweede of vierde lid, kan een eenheid of ondersteunende dienst over extra operationele sterkte beschikken
indien deze voor een specifiek onderdeel van de politietaak aan de eenheid of ondersteunende
dienst is toegekend.
-
2 In het beheersplan, bedoeld in artikel 37, eerste lid van de wet, wordt een verdeling gemaakt van de niet-operationele sterkte over de onderdelen
van de politie, waarbij wordt aangegeven welk deel daarvan ter beschikking wordt gesteld
aan de Politieacademie en aan de Politieonderwijsraad.
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verdeling sterkte en middelen politie.
[Red: Wijzigt dit besluit.]