Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van
20 maart 2012, nr. WJZ / 12037272, gedaan na overleg met Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
Gelet op de artikelen 25g, tweede lid, onderdeel d, en 25m van de Mededingingswet,
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 mei 2012, nr. W15.12.0094/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
van 31 mei 2012, nr. WJZ / 12060173, uitgebracht na overleg met Onze Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder de wet: de Mededingingswet.
Artikel 2. Overheidsbedrijf
Een publiekrechtelijke rechtspersoon is in staat in een onderneming het beleid te
bepalen in de zin van artikel 25g, eerste lid, onder a, van de wet:
-
a. indien hij, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen,
een bindende voordracht kan doen of kan laten doen voor de benoeming van meer dan
de helft van de leden van het bestuur of het toezichthoudend orgaan van de rechtspersoon
van de onderneming;
-
b. indien de onderneming een dochtermaatschappij is in de zin van artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van een rechtspersoon waarvoor onderdeel a van toepassing is.
Artikel 3. Uitgangspunten kostendoorberekening
De doorberekening van de integrale kosten van goederen of diensten, bedoeld in artikel 25i, eerste lid, van de wet, geschiedt op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen bedrijfseconomische
principes, met dien verstande dat de kosten worden berekend met toepassing van een
stelsel van baten en lasten.
Artikel 4. Categorieën van goederen en diensten
Indien bij het verrichten van economische activiteiten verscheidene soorten goederen
of diensten worden aangeboden, kan de kostendoorberekening, bedoeld in artikel 25i, eerste lid, van de wet, voor deze goederen of diensten gezamenlijk geschieden voor zover die goederen of
diensten tot dezelfde markt behoren.
Artikel 6. Kosten inzake activa
Indien voor de kostendoorberekening, bedoeld in artikel 25i, eerste lid, van de wet, kosten worden bepaald die betrekking hebben op activa, wordt daarbij uitgegaan van
de jaarstukken, voor zover deze relevante gegevens betreffende die activa bevatten,
en van de regels die bij of krachtens wet inzake de waardering en afschrijving van
activa zijn bepaald, onverlet het bepaalde in artikel 3.
Artikel 7. Vermogenskosten
Indien voor de kostendoorberekening, bedoeld in artikel 25i, eerste lid, van de wet, de in artikel 25i, derde lid, van de wet bedoelde vermogenskosten worden bepaald,
wordt daarbij uitgegaan van de gewogen gemiddelde kosten van het vermogen dat wordt
aangewend voor de financiering van de desbetreffende economische activiteiten, tenzij
het activiteiten betreft waarvoor afzonderlijke financiering plaatsvindt.
Ongeacht of het directe of indirecte kosten betreft, worden bij de kostendoorberekening,
bedoeld in artikel 25i, eerste lid, van de wet, de kosten van productiemiddelen die geheel of gedeeltelijk worden aangewend voor
het leveren van goederen of het verrichten van diensten naar rato van het gebruik
van die productiemiddelen toegerekend aan die goederen of diensten.
Als bevoordeling in de zin van artikel 25j, eerste lid, van de wet wordt aangemerkt de toekenning van een subsidie waarvoor ondernemingen die geen deel
uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon en die geen overheidsbedrijf zijn,
niet in aanmerking komen.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit markt en overheid.