-
1. De aannemer is verplicht het werk uit te voeren naar de bepalingen van de overeenkomst
zonder aanspraak op verrekening, bijbetaling of schadevergoeding te kunnen doen gelden
dan in de gevallen, waarin dat bepaaldelijk voorgeschreven of kennelijk bedoeld is.
Hij is verplicht al datgene te verrichten, wat naar de aard van de overeenkomst door
de wet, de billijkheid of het gebruik wordt gevorderd of tot een behoorlijke aanwending
der bouwstoffen behoort.
-
2. De aannemer is verplicht het werk uit te voeren volgens de door de directie te verstrekken
en de door haar goed te keuren tekeningen. Hij is verplicht de orders en aanwijzingen
op te volgen, die hem door de directie worden gegeven.
-
3. De verplichtingen van de aannemer omvatten mede:
-
a. de levering van de nodige bouwstoffen en het verrichten van de nodige werkzaamheden;
-
b. de beschikbaarstelling van gereedschap, materieel,
hulpmaterialen, hulpstoffen, hulpwerken en andere hulpmiddelen, nodig voor de uitvoering
van het werk en het verrichten van de nodige hulpwerkzaamheden;
-
c. de betaling van precario, kosten van aansluiting van hulpleidingen en dergelijke.
-
4. Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor rekening van de aannemer met ingang van
de datum van aanvang of zoveel eerder als de aannemer ingevolge § 7, tweede lid, met
het werk begint, tot en met de dag waarop het werk overeenkomstig het bepaalde in
§ 10, eerste of tweede lid, als opgeleverd wordt beschouwd. Onder het werk en de uitvoering
daarvan worden mede begrepen de voorbereiding, de aanvoer van bouwstoffen, de uitvoering
van hulpwerken, de doelmatigheid en capaciteit van werktuigen en gereedschappen.
-
5. De uitvoering van het werk moet zodanig zijn, dat de totstandkoming van het werk overeenkomstig
de volgens § 8, eerste lid, in het bestek voorgeschreven termijn verzekerd is.
-
6. De wijze van uitvoering van het werk moet zodanig zijn, dat voor de opdrachtgever
dan wel voor derden geen nodeloze hinder is te duchten. De aannemer dient het werk
zodanig uit te voeren, dat daardoor schade aan personen, goederen of milieu zoveel
mogelijk wordt beperkt.
-
7. Onvoldoend werk wordt binnen een door de directie in billijkheid te stellen termijn
tot haar genoegen door de aannemer verbeterd of vernieuwd. Deze verbetering of vernieuwing
geschiedt op kosten van de aannemer, tenzij het onvoldoend werk het gevolg is van
een omstandigheid die voor rekening van de opdrachtgever komt.
-
8. De aannemer is aansprakelijk voor schade aan met het werk in verband staande werken
van de opdrachtgever en aan andere werken en eigendommen van de opdrachtgever, voor
zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en is toe te rekenen aan
nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de aannemer, zijn personeel,
zijn onderaannemers of zijn leveranciers.
-
9. De aannemer vrijwaart de opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding
van schade, voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en is toe
te rekenen aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de aannemer,
zijn personeel, zijn onderaannemers of zijn leveranciers.
-
10. De aannemer zorgt voor de tijdige verkrijging van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke
toestemmingen, die hij nodig heeft of wenst, voor zover zij niet behoren tot die,
waarvoor de opdrachtgever ingevolge het bepaalde in § 5, eerste lid, sub a zorg draagt.
-
11. De aannemer wordt geacht bekend te zijn met de voor de uitvoering van het werk van
belang zijnde wettelijke voorschriften en beschikkingen van overheidswege, voor zover
deze op de dag van aanbesteding in werking zijn getreden. De aan de naleving van deze
voorschriften en beschikkingen verbonden gevolgen zijn voor zijn rekening.
-
12. De gevolgen van de naleving van voorschriften van bijzondere aard zijn voor rekening
van de aannemer, tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat hij deze voorschriften
niet behoefde te kennen. In dit laatste geval heeft hij aanspraak op bijbetaling.
-
13. De gevolgen van de naleving van wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege,
die na de dag van aanbesteding in werking treden, komen voor rekening van de opdrachtgever,
tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de aannemer die gevolgen reeds op
de dag van aanbesteding had kunnen voorzien. Indien echter in de overeenkomst bepalingen
zijn opgenomen betreffende de verrekening van wijzigingen van lonen en sociale lasten
of van prijzen, huren en vrachten, komen de gevolgen daarvan slechts voor rekening
van de opdrachtgever, indien en voor zover zulks uit die bepalingen voortvloeit.
-
14. Indien de constructies, werkwijzen, orders en aanwijzingen, bedoeld in § 5, tweede
lid, dan wel de bouwstoffen of hulpmiddelen, bedoeld in § 5, derde lid, klaarblijkelijk
zodanige fouten bevatten of gebreken vertonen, dat de aannemer in strijd met de eisen
van redelijkheid en billijkheid zou handelen door zonder de directie daarop te wijzen
tot uitvoering van het desbetreffende onderdeel van het werk over te gaan, is hij
voor de schadelijke gevolgen van zijn verzuim aansprakelijk. Het in dit lid bepaalde
is van overeenkomstige toepassing op de in § 5, vierde lid, en deze paragraaf, zevenentwintigste
lid, bedoelde gevallen.
-
15. Indien de aannemer meent, behalve op de aannemingssom, op de vergoeding van de omzetbelasting
en op de verrekening ingevolge de §§ 35 tot en met 39, nog andere aanspraken jegens
de opdrachtgever te hebben, geeft hij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk aan
deze kennis en in elk geval op zodanig tijdstip dat de directie de ter zake nodige
gegevens kan verzamelen. Aan het verzamelen van die gegevens verleent de aannemer
zijn medewerking. De opdrachtgever of de directie kan van de aannemer nadere inlichtingen
verlangen omtrent de door hem kenbaar gemaakte aanspraken.
-
16. De aannemer zorgt voor orde en veiligheid op het werk. Hij zorgt tevens voor een zodanige
verlichting, dat een goede uitvoering van het werk gewaarborgd is.
-
16a. Wanneer bij de uitvoering van het werk voorwerpen of stoffen worden aangetroffen,
waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen,
goederen of milieu, brengt de aannemer dit onmiddellijk ter kennis van de directie.
Hij neemt terstond, zo mogelijk in overleg met de directie, de door de omstandigheden
vereiste veiligheidsmaatregelen.
-
17. De aannemer is verplicht alle onbekwame dan wel ongeschikte personen, die van zijnentwege
of vanwege een onderaannemer of leverancier op het werk aanwezig zijn, op verlangen
van de directie onverwijld daarvan te doen verwijderen.
-
18. De aannemer moet gedurende de uitvoering van het werk op of in de nabijheid van de
plaats, waar het wordt uitgevoerd, aanwezig zijn, tenzij de directie zulks onnodig
oordeelt of een gevolmachtigde hem overeenkomstig § 4 vertegenwoordigt.
-
19. De aannemer zorgt er voor, dat bij de uitvoering van het werk, tenzij hijzelf of zijn
gevolmachtigde ter plaatse is, steeds een persoon aanwezig is, die de opdracht heeft
orders of aanwijzingen van de directie op te volgen en deze onverwijld aan hem of
zijn gevolmachtigde over te brengen.
-
20. De aannemer verleent toegang tot het werk en het werkterrein aan de personen, die
door de opdrachtgever of de directie tot toegang zijn gemachtigd, voor zover hij daartegen
geen redelijke bezwaren heeft.
-
21. Behalve het te werk gestelde personeel en uit anderen hoofde bevoegde personen mag
de aannemer andere personen op het werk en het werkterrein toelaten voor zover de
opdrachtgever of de directie daartegen geen redelijke bezwaren kenbaar maakt.
-
22. De aannemer zorgt er voor, dat de directie en door de directie aangewezen personen,
voor zover fabrieksgeheim zich daartegen niet verzet, vrije toegang hebben tot de
terreinen, fabrieken, werkplaatsen en loodsen, zowel van de aannemer als van onderaannemers
en leveranciers, waar werkzaamheden ten behoeve van het werk worden verricht of voor
het werk bestemde bouwstoffen zijn opgeslagen, teneinde de werkzaamheden respectievelijk
de bouwstoffen te inspecteren.
-
23. Indien uit hoofde van fabrieksgeheim vrije toegang als bedoeld in het voorgaande lid
niet of niet ten volle kan worden gegeven, moet hiervan kennis worden gegeven:
-
a. bij de inschrijving, indien de bevoegdheid tot het verlenen van vrije toegang bij
de aannemer berust;
-
b. bij de aanvraag tot goedkeuring van de betrokken onderaannemer of leverancier, indien
de bevoegdheid bij een van hen berust.
Een kennisgeving als bedoeld onder a zal niet worden aangemerkt als een aan de inschrijving
verbonden voorwaarde.
-
24. Indien twee of meer personen tezamen een werk hebben aangenomen, zijn zij hoofdelijk
voor de gehele uitvoering daarvan aansprakelijk. Zij zijn verplicht een van hen schriftelijk
aan te wijzen om hen in alle opzichten te vertegenwoordigen.
-
25. De aannemer mag het werk niet geheel of ten dele aan een ander overdragen zonder schriftelijke
goedkeuring van de opdrachtgever.
-
26. De aannemer kan bepaalde onderdelen van het werk in onderaanneming laten uitvoeren,
mits voor de keuze van deze onderdelen en van de daarvoor in te schakelen onderaannemers
de schriftelijke goedkeuring van de directie is verkregen; deze goedkeuring zal niet
mogen worden onthouden op onredelijke gronden. De aannemer blijft niettemin jegens
de opdrachtgever voor die onderdelen ten volle verantwoordelijk.
-
27. Indien door of namens de opdrachtgever het inschakelen van een bepaalde onderaannemer
of leverancier is of wordt voorgeschreven, is de aannemer voor wat het presteren van
die onderaannemer of leverancier betreft jegens de opdrachtgever tot niet meer gehouden
dan tot datgene, waartoe de aannemer die onderaannemer of leverancier kan houden krachtens
de voorwaarden door deze gehanteerd en zoals deze door de opdrachtgever zijn aanvaard
of goedgekeurd.
Indien de voorgeschreven onderaannemer of leverancier niet, niet tijdig of niet deugdelijk
presteert en de aannemer het redelijkerwijs nodige heeft gedaan om nakoming en/of
schadevergoeding te verkrijgen, zal de opdrachtgever de voor de aannemer ontstane
meerdere kosten aan hem vergoeden, voor zover deze hem niet zijn vergoed door de onderaannemer
of leverancier.
Daartegenover zal de aannemer, op eerste verzoek van de opdrachtgever, aan deze zijn
vordering op de voorgeschreven onderaannemer of leverancier cederen tot aan het door
de opdrachtgever aan hem vergoede bedrag.
-
28. Indien onderdelen van het werk in onderaanneming worden uitgevoerd, zal de aannemer
de onderaannemer volledig inlichten omtrent de bepalingen van het bestek, die bij
het desbetreffende onderdeel van belang kunnen zijn, en omtrent de wijze van uitvoering.
-
29. Orders en aanwijzingen betreffende die onderdelen zullen door de directie uitsluitend
aan de aannemer worden kenbaar gemaakt en zullen door deze aan de onderaannemer worden
doorgegeven, tenzij de aannemer na overleg met de onderaannemer schriftelijk verzoekt
bedoelde orders en aanwijzingen tevens rechtstreeks aan de onderaannemer mede te delen.
-
30. De aannemer is verplicht ter zake van de overeenkomst in Nederland domicilie te hebben
voor zover hij niet reeds in Nederland is gevestigd.