Besluit vaststelling minimumeisen bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan [...] verantwoording antibioticagebruik varkenssector (PVV) 2011

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 27-04-2014 t/m 31-12-2014

Besluit van het bestuur van het Productschap Vee en Vlees van 30 juni 2011 houdende vaststelling van minimumeisen voor een bedrijfsgezondheidsplan en een bedrijfsbehandelplan in het kader van de Verordening registratie en verantwoording antibioticagebruik varkenssector (PVV) 2011 (Besluit vaststelling minimumeisen bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan Verordening registratie en verantwoording antibiotica gebruik varkenssector (PVV) 2001)

Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Verordening registratie en verantwoording antibioticagebruik varkenssector (PVV) 2011;

Gehoord het advies van de Adviescommissie Varkens,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In de bijlage bij dit besluit zijn minimumeisen opgenomen voor het bedrijfsgezondheidsplan en het bedrijfsbehandelplan als bedoeld in artikel 3 van de Verordening registratie en verantwoording antibioticagebruik varkenssector (PVV) 2011.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling minimumeisen bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan Verordening registratie en verantwoording antibioticagebruik varkenssector (PVV) 2011.

  • 2 Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verorderingenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking met ingang van de dag na publicatie.

Zoetermeer, 30 juni 2011

S.W.A. Lak

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Bijlage 1. bij het Besluit vaststelling minimumeisen bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan Verordening registratie en verantwoording antibioticagebruik varkenssector (PVV) 2011

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Verordening registratie en verantwoording antibioticagebruik varkenssector (PVV) 2011 worden de volgende minimumeisen gesteld aan het bedrijfsgezondheidsplan en het bedrijfsbehandelplan.

BEDRIJFSGEZONDHEIDSPLAN

Per UBN dient 1 bedrijfsgezondheidsplan te worden opgesteld.

Voor het bedrijfsgezondheidsplan gelden de volgende minimumeisen:

  • a. Het document heeft duidelijk als titel: Bedrijfsgezondheidsplan;

  • b. De naam en handtekening van de houder en van de betrokken dierenarts worden geplaatst;

  • c. Het UBN van het bedrijf en de datum van het opstellen van de plannen worden vermeld;

  • d. Gehouden diercategorieën worden vastgelegd;

  • e. Het document wordt gebaseerd op de resultaten van de periodieke bedrijfsbegeleiding (daarin benoemde actiepunten en bevindingen). De periodieke bedrijfsbegeleiding vindt voor bedrijven waar het gemiddeld aantal gehouden varkens dertig of meer bedraagt, ten minste maandelijks plaats;

  • f. Managementmaatregelen (bijvoorbeeld op het gebied van hygiëne maatregelen, huisvesting, voeding en aanvoer van varkens) die het komende jaar genomen worden om het antibioticagebruik structureel te verlagen en/of om de gezondheid van de varkens structureel te verbeteren worden met heldere doelstellingen en tijdspad vastgelegd;

  • g. De aandachts- en verbeterpunten naar aanleiding van het voorgaande jaar worden vastgelegd;

  • h. Het bedrijfsgezondheidsplan bevat een schriftelijke overeenkomst met de dierenarts ter zake van de begeleiding bij de bedrijfsvoering.

Indien blijkt dat op een varkensbedrijf de dierdagdoseringen het door de SDa ingestelde actieniveau overschrijden gelden de minimumeisen uit het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan.

BEDRIJFSBEHANDELPLAN

Per UBN dient 1 bedrijfsbehandelplan te worden opgesteld. Voor het bedrijfsbehandelplan gelden de volgende minimumeisen:

  • a. Het document heeft duidelijk als titel: Bedrijfsbehandelplan;

  • b. De naam en handtekening van de houder en van de betrokken dierenarts worden geplaatst;

  • c. Het UBN van het bedrijf en de datum van het opstellen van de plannen worden vermeld;

  • d. Vermeld worden de meest voorkomende aandoening(en) en ziekte(n), en de voorgestelde behandeling, inclusief het aantal behandelingen en de producten of middelen. Volstaan kan worden met de werkzame stof, mits dan in een addendum een lijst met te gebruiken diergeneesmiddelen, inclusief merknaam, REG NL-nummer, wachttijd, dosering en behandelduur wordt opgenomen. Indien deze lijst met diergeneesmiddelen wijzigt volstaat de toevoeging van een addendum aan het bedrijfsspecifieke behandelplan.

  • e. Alle op het bedrijf toegepaste vaccinatieschema's worden aangegeven.

Aanvullend bedrijfsgezondheidsplan:

Indien blijkt dat op een varkensbedrijf de dierdagdoseringen het door de SDa ingestelde actieniveau overschrijden, dient het bedrijfsgezondheidsplan te worden aangevuld als volgt:

  • 1. De houder bespreekt met diens dierenarts welke antibiotica (productnaam of werkzame stof) verantwoordelijk is/zijn voor de overschrijding van het actieniveau en legt dit vast of laat dit vastleggen in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan. Voorts wordt vastgelegd voor welke aandoeningen de antibiotica is toegediend;

  • 2. De houder bespreekt met diens dierenarts bij welke diercategorie (verder uitgesplitst in leeftijd, gewicht, etc.) deze antibiotica worden ingezet en legt dit vast of laat dit vastleggen in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan;

  • 3. De houder analyseert met zijn dierenarts risicofactoren, waaronder ingaande en uitgaande routes (schone weg/vuile weg), en onderliggende oorzaken van deze punten en legt dit vast of laat dit vastleggen in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan;

  • 4. De houder formuleert in samenspraak met zijn dierenarts verbeterpunten waarmee de onder punt 3 genoemde risicofactoren en onderliggende oorzaken worden gereduceerd of, waar mogelijk, worden weggenomen en legt dit vast of laat dit vastleggen in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan.

Voor de verbeterpunten die in het aanvullende bedrijfsgezondheidsplan worden vastgelegd, wordt een actieplan opgesteld.

Actieplan per (waarschijnlijkheids-) diagnose moet ten minste het volgende bevatten:

In het geval van een nieuw probleem: doorloop stap 1 t/m 4, zoals hierboven beschreven (zie voorwaarden aanvullend bedrijfsgezondheidsplan).

Voor een eerder geconstateerd (langdurig) probleem moet dus een evaluatie van het huidige/vorige bedrijfsgezondheidsplan worden uitgevoerd. Zijn de opgenomen actiepunten uitgevoerd? Zo niet, geef redenen waarom de evaluatie niet is uitgevoerd. Zo ja, met welk resultaat? Bij onvoldoende resultaat (antibioticagebruik niet onder het actieniveau), wordt er over een volgende periode wel verwacht dat de gewenste reductie wordt behaald? Zo niet, welke aanvullende verbeterpunten worden geformuleerd?

Naar boven