-
1. De minimumbemanning van schepen voor dagtochten bestaat uit:
Groep
|
Bemanningsleden
|
Aantal bemanningsleden bij de exploitatiewijze A1, A2 of B en voor de uitrustingsstandaard
S1 of S2
|
A1
|
A2
|
B
|
S1
|
S2
|
S1
|
S2
|
S1
|
S2
|
1
|
Toegestaan aantal passagiers tot en met 75
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist
|
1
–
–
1
–
–
|
|
2
–
–
1
–
–
|
|
2
–
–
2
–
–
|
2
–
1
–
1
–
|
2
|
Toegestaan aantal passagiers van 76 tot en met 250
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist
|
1 of
–
–
1
1
–
|
1
–
–
–
–
1
|
1
–
–
1
1
–
|
2
–
–
–
11
1
|
|
2
–
–
1
11
1
|
3
|
Toegestaan aantal passagiers van 251 tot en met 600
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos.
lichtmatroos
machinist
|
1 of
–
1
–
–
1
|
1
–
1
–
2
–
|
1
–
1
–
1
–
|
2
–
–
1
–
1
|
2
–
–
–
1
1
|
3
–
–
1
–
1
|
3
–
–
–
1
1
|
4
|
Toegestaan aantal passagiers van 601 tot en met 1.000
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist
|
1
1
–
1
11
1
|
1
1
–
–
21
1
|
2
–
–
2
–
1
|
2
–
1
–
1
1
|
3
–
–
2
–
1
|
3
–
1
–
1
1
|
5
|
Toegestaan aantal passagiers van 1.001 tot en met 2.000
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist
|
2 of
–
–
3
–
1
|
2
–
–
2
2
1
|
2
–
1
1
1
1
|
2
–
–
3
11
1
|
2
–
1
1
21
1
|
3
–
–
3
11
1
|
3
–
1
1
21
1
|
6
|
Toegestaan aantal passagiers meer dan 2.000
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist
|
2
–
–
3
11
1
|
2
–
1
1
21
1
|
2
–
–
4
–
1
|
2
–
1
2
1
1
|
3
–
–
4
11
1
|
3
–
1
2
21
1
|
1 De lichtmatroos of één van de lichtmatrozen mag worden vervangen door een deksman.
-
2. De minimumbemanning van stoomschepen voor dagtochten bestaat uit:
Groep
|
Bemanningsleden
|
Aantal bemanningsleden
bij de exploitatiewijze A1, A2 of B en voor de uitrustingsstandaard S1, S2
|
A1
|
A2
|
B
|
S1
|
S2
|
S1
|
S2
|
S1
|
S2
|
1.
|
Toegestaan aantal passagiers:
van 501 tot en met 1.000
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist2
|
1
1
1
1
–
2
|
1
1
1
–
1
2
|
2
–
1
1
–
2
|
2
–
1
–
1
2
|
3
–
1
1
–
3
|
3
–
1
–
1
3
|
2.
|
Toegestaan aantal passagiers:
van 1.001 tot en met 2.000
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
Machinist2
|
2 of
–
–
3
–
3
|
2
–
–
2
2
3
|
2
–
1
1
1
3
|
2
–
–
3
11
3
|
2
–
1
1
21
3
|
3
–
–
3
11
3
|
3
–
1
1
21
3
|
1 De lichtmatroos of één van de lichtmatrozen mag worden vervangen door een deksman.
2 De Commissie van Deskundigen bepaalt of machinisten vereist zijn en vult dit onder
nummer 52 van binnenschipcertificaat in.
-
3. De minimumbemanning van hotelschepen bestaat uit:
Groep
|
Bemanningsleden
|
Aantal bemanningsleden bij de exploitatiewijze A1, A2 of B en voor de uitrustingsstandaard
S1 of S2
|
A1
|
A2
|
B
|
S1
|
S2
|
S1
|
S2
|
S1
|
S2
|
1
|
Toegestaan aantal bedden:
tot en met 50
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist
|
1
–
1
–
–
1
|
1
–
–
–
2
1
|
2
–
–
1
–
1
|
2
–
–
–
1
1
|
3
–
–
1
–
1
|
3
–
–
–
1
1
|
2
|
Toegestaan aantal bedden: van 51 tot
100
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist
|
1
1
–
1
–
1
|
1
1
–
–
1
1
|
2
–
–
1
–
1
|
2
–
–
–
1
1
|
3
–
–
1
–
1
|
3
–
–
–
1
1
|
3
|
Toegestaan aantal bedden meer dan 100
|
schipper
stuurman
volmatroos
matroos
lichtmatroos
machinist
|
1 of
1
–
2
–
1
|
1
1
–
1
2
1
|
1
1
–
1
1
1
|
2
–
–
3
–
1
|
2
–
1
1
1
1
|
3
–
–
3
–
1
|
3
–
1
1
1
1
|
-
4. Voor passagiersschepen, zoals bedoeld in het eerste en het derde lid, die zonder passagiers
aan boord varen, wordt de minimumbemanning bepaald overeenkomstig artikel 3.15.
-
5. De voorgeschreven matrozen overeenkomstig de in het eerste lid genoemde tabel mogen
door lichtmatrozen worden vervangen die de minimumleeftijd van 17 jaar hebben bereikt,
zich ten minste in het derde leerjaar bevinden en een jaar vaartijd in de binnenvaart
kunnen aantonen.
-
6. De minimumbemanning overeenkomstig de in het eerste lid genoemde tabel (schepen voor
dagtochten), kan
-
a) in de groep 2, exploitatiewijze A1, Standaard S2,
-
b) in de groep 3, exploitatiewijze A1, Standaard S1,
-
c) in de groep 4, exploitatiewijze A1, Standaard S2,
-
d) in de groep 5, exploitatiewijze A1, Standaard S1, exploitatiewijze A2, Standaard S2
en exploitatiewijze B, Standaard S2 en
-
e) in de groep 6, exploitatiewijze A1, Standaard S2 en exploitatiewijze B, Standaard
S2,
voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden per kalenderjaar met een lichtmatroos
worden verminderd, als deze lichtmatroos gedurende deze tijd een schippersschool bezoekt.
Opeenvolgende periodes met een gereduceerde bemanning moeten door een periode van
minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden
aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden
en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven. De eerste zin, onderdeel
c, d en het tweede en derde alternatief van onderdeel e zijn slechts van toepassing
wanneer gedurende de tijd dat de ene lichtmatroos een schippersschool bezoekt, de
tweede lichtmatroos aan boord is. Deze bepalingen gelden niet voor de lichtmatroos
zoals bedoeld in het vijfde lid.
-
7. De minimumbemanning overeenkomstig de in het eerste lid genoemde tabel (stoomschepen
voor dagtochten), kan
-
a) in de groep 2, exploitatiewijze A1, Standaard S1,
-
b) in de groep 2, exploitatiewijze A2, Standaard S2, en
-
c) in de groep 2, exploitatiewijze B, Standaard S2,
voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden per kalenderjaar met een lichtmatroos
worden verminderd, als deze lichtmatroos gedurende deze tijd een schippersschool bezoekt.
Opeenvolgende periodes met een gereduceerde bemanning moeten door een periode van
minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden
aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden
en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven. De eerste zin, onderdeel
b en c zijn slechts van toepassing wanneer gedurende de tijd dat de ene lichtmatroos
een schippersschool bezoekt, de tweede lichtmatroos aan boord is. Deze bepalingen
gelden niet voor de lichtmatroos zoals bedoeld in het vijfde lid.
-
8. De minimumbemanning overeenkomstig de in het eerste lid genoemde tabel (hotelschepen)
kan
-
a) in de groep 1, exploitatiewijze A1, Standaard S2 en
-
b) in de groep 3, exploitatiewijze A1, Standaard S1,
voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden per kalenderjaar met een lichtmatroos
worden verminderd, als deze lichtmatroos gedurende deze tijd een schippersschool bezoekt.
Opeenvolgende periodes met een gereduceerde bemanning moeten door een periode van
minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden
aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden
en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven.
-
9. Bij dagtochtschepen met passagiers waarvan het aantal voor vertrek vaststaat en tijdens
de vaart niet wijzigt (chartervaart), kan de overeenkomstig de groepen 2 tot en met
6 voorgeschreven minimumbemanning worden gereduceerd tot de eerst lagere groep, op
voorwaarde dat het overeenkomstig de groepen 1 tot en met 6 toegelaten aantal passagiers
tijdens de vaart lager is dan dit toegestane aantal. De eisen van hoofdstuk 5, alsmede
de eisen die gelden voor de bemanning en het boordpersoneel uit hoofde van de veiligheidsrol
gelden onverminderd.
-
10. De machinisten die zijn voorgeschreven overeenkomstig de in het eerste tot derde lid
genoemde tabellen mogen door bijkomende volmatrozen worden vervangen. Deze volmatrozen
mogen door bijkomende matrozen worden vervangen, wanneer het aantal volmatrozen dat
als minimumbemanning overeenkomstig de in het eerste tot derde lid genoemde tabellen
is voorgeschreven, overeenstemt met het aantal te vervangen machinisten.