Richtlijn rijden onder invloed, art. 8, lid 1 WVW 1994 5.21

[Regeling vervallen per 01-03-2015.]
Geraadpleegd op 09-12-2024.
Geldend van 01-06-2011 t/m 28-02-2015

Richtlijn rijden onder invloed, art. 8, lid 1 WVW 1994 5.21

Beschrijving

Deze richtlijn ziet op het besturen van een voertuig onder invloed van een stof, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het betreft daarbij niet noodzakelijkerwijs alcohol. Deze richtlijn kan derhalve betrekking hebben op bestuurders onder invloed van alcohol, waarbij om enige reden, een op incorrecte wijze of in het geheel geen alcoholgehalte van adem, bloed of urine is vastgesteld. Het kan ook handelen om bestuurders onder invloed van andere middelen of een combinatie van middelen.

In eerste instantie wordt de ernst van het delict bepaald door het voertuig waarmee het delict werd begaan. Tevens dient in aanmerking genomen te worden of het besturen van het voertuig ernstig gevaar op kon leveren, geleverd heeft, of zelfs tot ongeval heeft geleid. Indien verdachte in kennelijke staat van dronkenschap verkeerde of een daarmee gelijk te stellen toestand dient dit als verzwarend te worden beoordeeld. Tenslotte kan de mate van niet in staat zijn, zoals beoordeeld door het NFI, tot strafverzwaring leiden.

Aard van de richtlijn

Verkeer

Basisdelicten

  • Besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • Besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

  • Besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel of een gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • Besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

  • Besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • Besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

Wettekst

Toelichting: de volgende nieuwe basisdelicten zijn aan de richtlijn toegevoegd.

Basisdelict besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand 5.21.01

Beschrijving

Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1, van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie. Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

34 punten

Strafbeschikking

In principe landelijk

Basisfactoren

Soort voertuig

Er is sprake van een (bestel)auto of motor

0 pt

Er is sprake van een vrachtwagen/trekker, al dan niet met aanhanger/oplegger, of een autobus

4 pt

Rijgedrag (auto)

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

4 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

4 pt

+dagvaarden

Mate van niet in staat zijn

Niet in staat het voertuig naar behoren te besturen.

0 pt

In ernstige mate niet in staat het voertuig naar behoren te besturen.

8 pt

Kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

16 pt

Recidive bij rijden onder invloed (auto)

Geen recidive

0 pt

1 maal

4 pt

Meermalen

4 pt

   

+dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

  • OBM regeling rijden onder invloed motorvoertuigen

Bijzonderheden

Geen

Basisdelict besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht. 5.21.04

Beschrijving

Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1, van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie. Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

34 punten

Strafbeschikking

Indien van toepassing: afhankelijk van beleid van het parket

Basisfactoren

Soort voertuig

Er is sprake van een (bestel)auto of motor

0 pt

Er is sprake van een vrachtwagen/trekker, al dan niet met aanhanger/oplegger, of een autobus

4 pt

Rijgedrag (auto)

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

4 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

4 pt

 

+dagvaarden

 

Mate van niet in staat zijn (auto).

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen,

 

en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

= 0 punten

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was

= 8 punten.

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen.

 

en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.

= 8 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen

 

en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was

= 16 pt

Recidive bij rijden onder invloed (auto)

Geen recidive

0 pt

1 maal

4 pt

Meermalen

4 pt

   

+dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

  • OBM regeling rijden onder invloed motorvoertuigen

Bijzonderheden

Geen

Toelichting: omdat er een afwijkende versie is gemaakt van de basisfactor rijgedrag voor de bromfietsers (zie hieronder bij 3.01.57) is achter onderstaande versie het voertuig opgenomen.

Rijgedrag (auto) 3.01.56

Beschrijving

In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 en 2 WVW94, dient de beoordeling mede te worden verricht op basis van de gevaarzetting. De kans op ongevallen hangt nauw samen met de hoogte van het AAG/BAG. Naarmate het alcoholgehalte hoger is, is ook de gevaarzetting groter en komt een hogere straf in aanmerking. Deze relatie tussen hoeveelheid genuttige alcohol en gevaarzetting is in beginsel verdisconteerd in het schalensysteem.

Is er naast het alcoholgebruik in concreto echter sprake geweest van roekeloos of zeer onvoorzichtig rijgedrag of vond er (mede) door toedoen van verdachte een ongeval plaats met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis dan dient – indien daarvoor geen aparte vervolging wordt ingesteld – dat als strafverzwarende omstandigheid te worden aangemerkt en zijn de straffen uit een hogere schaal toepasselijk.

Het begrip ‘meer dan geringe materiële schade’ doelt op schade die omvangrijker is dan een enkele deuk en/of kras. Met ‘letsel van enige betekenis’ wordt gedoeld op ernstiger letsel dan oppervlakkige schaafwonden, ontvellingen en snijwondjes, haematomen en lichte kneuzingen.

Zowel het roekeloos of onvoorzichtig rijden als het medeschuldig zijn aan een verkeersongeval verhogen het aantal strafpunten met 4. De medeschuld aan een verkeersongeval levert daarnaast een indicatie op om te dagvaarden. Doen beide factoren zich cumulatief voor dan dient derhalve voor laatsgenoemde gekozen te worden.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

4 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

4 pt

   

+ dagvaarden

Uitgangspunt indien onbekend

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht

  • besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (motorvoertuig op twee of meer wielen)

  • als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

Toelichting: De mate van niet in staat zijn (auto) is een geheel nieuwe basisfactor

Mate van niet in staat zijn (auto). 3.01.53

Beschrijving

In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 WVW94, dient bij gemotoriseerde verkeersdeelnemers de beoordeling mede te worden verricht op basis van de mate van niet in staat zijn het voertuig naar behoren te besturen. Deze wordt hier beoordeeld aan de hand van de conclusie van het NFI na onderzoek van bij de verdachte afgenomen bloed of urine. Wordt een eerste vermoeden van niet in staat zijn bevestigd door bepaalde gedragingen van de verkeersdeelnemer, zoals bijvoorbeeld waggelende gang, onhandige motoriek, moeizame articulatie, dan versterkt dat de conclusie van ‘niet in staat zijn’.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen, en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

0 pt

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was

8 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

8 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was

16 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Uitgaan van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig is beïnvloed

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • Besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

Toelichting: omdat er een afwijkende versie is gemaakt van de basisfactor recidive voor de bromfietsers (zie hieronder bij 3.01.60) is achter onderstaande versie het voertuig opgenomen.

Recidive bij rijden onder invloed (auto) 3.01.59

Beschrijving

De invloed van recidive op het aantal strafpunten wijkt bij handelen in strijd met artikel 8 WVW af van dat bij andere Polaris delicten. De strafverhogende werking bij de 8 WVW-delicten is gebaseerd op de systematiek van vroegere richtlijnen en het schalentarief van artikel 8, lid2, van de Wegenverkeerswet, volgens hetwelk elke schaal hoger vier extra strafpunten betekent. Is er sprake van recidive, dan wordt het aantal strafpunten eveneens met vier verhoogd.

Recidive dient bepaald te worden door te tellen hoe vaak in de 5 jaar voorafgaand aan de datum waarop het nieuwe feit is gepleegd een soortgelijk delict heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling danwel strafbeschikking of tot een betaalde transactie. Het begrip ‘soortgelijk’ heeft zowel betrekking op de aard van het delict als de omvang er van. Beleidssepots dienen bij de recidivebepaling buiten beschouwing gelaten te worden.

Aan first offenders en eenmalige recidivisten kan, indien het aantal sanctiepunten dat toelaat, een transactie worden aangeboden of een strafbeschikking worden uitgevaardigd. Meermalen recidive is altijd een indicatie voor dagvaarden, ongeacht het aantal sanctiepunten.Bij ernstige vormen van recidive kan natuurlijk worden afgeweken van de door de Polaris-richtlijnen aangegeven straf.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Geen recidive

0 pt

1 maal

4 pt

Meermalen

4 pt

   

+ dagvaarden

Uitgangspunt indien onbekend

Geen recidive

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht

  • besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (motorvoertuig op twee of meer wielen)

  • als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

Basisdelict besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand 5.21.03

Beschrijving

Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie. Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een fiets of een gehandicaptenvoertuig zonder motor.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

5 punten

Strafbeschikking

In principe landelijk

Basisfactoren

Rijgedrag (fiets)

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

4 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

4 pt + dagvaarden

Recidive bij rijden onder invloed (fiets)

Geen recidive

0 pt

1 maal

4 pt

Meermalen

4 pt + dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Geen

Basisdelict besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht. 5.21.06

Beschrijving

Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat daarbij wordt bestuurd is maatgevend voor de basis van de sanctie. Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een fiets of een gehandicaptenvoertuig zonder motor.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

5 punten

Strafbeschikking

Indien van toepassing: afhankelijk van beleid van het parket

Basisfactoren

Rijgedrag (fiets)

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

4 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

4 pt

   

+dagvaarden

Mate van niet in staat zijn (fiets).

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.

0 pt

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was.

4 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.

4 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was.

8 pt

Recidive bij rijden onder invloed (fiets)

Geen recidive

0 pt

1 maal

4 pt

Meermalen

4 pt

   

+dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Geen

Toelichting: omdat er een afwijkende versie is gemaakt van de basisfactor rijgedrag voor de bromfietsers (zie hieronder bij 3.01.57) is achter onderstaande versie het voertuig opgenomen.

Rijgedrag (fiets) 3.01.58

Beschrijving

In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 en 2 WVW94, dient de beoordeling mede te worden verricht op basis van de gevaarzetting. De kans op ongevallen hangt nauw samen met de hoogte van het AAG/BAG. Naarmate het alcoholgehalte hoger is, is ook de gevaarzetting groter en komt een hogere straf in aanmerking. Deze relatie tussen hoeveelheid genuttige alcohol en gevaarzetting is in beginsel verdisconteerd in het schalensysteem.

Is er naast het alcoholgebruik in concreto echter sprake geweest van roekeloos of zeer onvoorzichtig rijgedrag of vond er (mede) door toedoen van verdachte een ongeval plaats met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis dan dient – indien daarvoor geen aparte vervolging wordt ingesteld – dat als strafverzwarende omstandigheid te worden aangemerkt en zijn de straffen uit een hogere schaal toepasselijk.

Het begrip ‘meer dan geringe materiële schade’ doelt op schade die omvangrijker is dan een enkele deuk en/of kras. Met ‘letsel van enige betekenis’ wordt gedoeld op ernstiger letsel dan oppervlakkige schaafwonden, ontvellingen en snijwondjes, haematomen en lichte kneuzingen.

Zowel het roekeloos of onvoorzichtig rijden als het medeschuldig zijn aan een verkeersongeval verhogen het aantal strafpunten met 4. De medeschuld aan een verkeersongeval levert daarnaast een indicatie op om te dagvaarden. Doen beide factoren zich cumulatief voor dan dient derhalve voor laatsgenoemde gekozen te worden.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

4 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

4 pt + dagvaarden

Uitgangspunt indien onbekend

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht

  • besturen van fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor)

Toelichting: Nieuwe basisfactor Mate van niet in staat zijn (fiets)

Mate van niet in staat zijn (fiets). 3.01.55

Beschrijving

In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 WVW94, dient bij verkeersdeelnemers de beoordeling mede te worden verricht op basis van de mate van niet in staat zijn het voertuig naar behoren te besturen. Deze wordt hier beoordeeld aan de hand van de conclusie van het NFI na onderzoek van bij de verdachte afgenomen bloed of urine. Wordt een eerste vermoeden van niet in staat zijn bevestigd door bepaalde gedragingen van de verkeersdeelnemer, zoals bijvoorbeeld waggelende gang, onhandige motoriek, moeizame articulatie, dan versterkt dat de conclusie van "niet in staat zijn".

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

0 pt

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was

4 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen. en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.

4 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was

8 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

Toelichting: omdat er een afwijkende versie is gemaakt van de basisfactor recidive voor de bromfietsers (zie hieronder bij 3.01.60) is achter onderstaande versie het voertuig opgenomen.

Recidive bij rijden onder invloed (fiets) 3.01.61

Beschrijving

De invloed van recidive op het aantal strafpunten wijkt bij handelen in strijd met artikel 8 WVW af van dat bij andere Polaris delicten. De strafverhogende werking bij de 8 WVW-delicten is gebaseerd op de systematiek van vroegere richtlijnen en het schalentarief van artikel 8, lid 2, van de Wegenverkeerswet, volgens hetwelk elke schaal hoger vier extra strafpunten betekent. Is er sprake van recidive, dan wordt het aantal strafpunten eveneens met vier verhoogd.

Recidive dient bepaald te worden door te tellen hoe vaak in de 5 jaar voorafgaand aan de datum waarop het nieuwe feit is gepleegd een soortgelijk delict heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling danwel strafbeschikking of tot een betaalde transactie. Het begrip ‘soortgelijk’ heeft zowel betrekking op de aard van het delict als de omvang er van. Beleidssepots dienen bij de recidivebepaling buiten beschouwing gelaten te worden.

Aan first offenders en eenmalige recidivisten kan, indien het aantal sanctiepunten dat toelaat, een transactie worden aangeboden of een strafbeschikking worden uitgevaardigd. Meermalen recidive is altijd een indicatie voor dagvaarden, ongeacht het aantal sanctiepunten.Bij ernstige vormen van recidive kan natuurlijk worden afgeweken van de door de Polaris-richtlijnen aangegeven straf.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Geen recidive

0 pt

1 maal

4 pt

Meermalen

4 pt + dagvaarden

Uitgangspunt indien onbekend

Geen recidive

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht

  • besturen van fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor)

Toelichting: Aan de richtlijn zijn twee basisdelicten met betrekking tot bromfietsers toegevoegd.

Basisdelict besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW 94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand 5.21.02

Beschrijving

Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie. Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

17 punten

Strafbeschikking

In principe landelijk

Basisfactoren

Rijgedrag (bromfiets)

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

3 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

3 pt

   

+dagvaarden

Is er sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daaraan gelijk te stellen toestand

Er is geen sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen toestand

0 pt

Er is sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen toestand

3 pt

Recidive bij rijden onder invloed (bromfiets)

Geen recidive

0 pt

1 maal

3 pt

Meermalen

3 pt

   

+dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

  • OBM regeling rijden onder invloed bromfietsen

Bijzonderheden

Geen

Basisdelict besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht. 5.21.05

Beschrijving

Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van een stof(niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie. Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

17 punten

Strafbeschikking

Indien van toepassing: afhankelijk van beleid van het parket

Basisfactoren

Rijgedrag (bromfiets)

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

3 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

3 pt

   

+dagvaarden

Mate van niet in staat zijn (bromfiets)

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen, en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

0 pt

   

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was.

3 pt

   

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.

3 pt

   

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig is beïnvloed.

6 pt

Recidive bij rijden onder invloed (bromfiets)

Geen recidive

0 pt

1 maal

3 pt

Meermalen

3 pt

   

+dagvaarden

Delictspecifieke factoren

Geen

Wettelijke factoren

Geen

Recidiveregeling

Geen

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

  • OBM regeling rijden onder invloed bromfietsen

Bijzonderheden

Geen

Toelichting: Aan deze richtlijn zijn afwijkende basisfactoren voor de bromfietser bij 8.1 (en 8.2) WVW toegevoegd.

Rijgedrag (bromfiets) 3.01.57

Beschrijving

In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 en 2 WVW94, dient de beoordeling mede te worden verricht op basis van de gevaarzetting. De kans op ongevallen hangt nauw samen met de hoogte van het AAG/BAG. Naarmate het alcoholgehalte hoger is, is ook de gevaarzetting groter en komt een hogere straf in aanmerking. Deze relatie tussen hoeveelheid genuttigde alcohol en gevaarzetting is in beginsel verdisconteerd in het schalensysteem.

Is er naast het alcoholgebruik in concreto echter sprake geweest van roekeloos of zeer onvoorzichtig rijgedrag of vond er (mede) door toedoen van verdachte een ongeval plaats met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis dan dient – indien daarvoor geen aparte vervolging wordt ingesteld – dat als strafverzwarende omstandigheid te worden aangemerkt en zijn de straffen uit een hogere schaal toepasselijk.

Het begrip ‘meer dan geringe materiële schade’ doelt op schade die omvangrijker is dan een enkele deuk en/of kras. Met ‘letsel van enige betekenis’ wordt gedoeld op ernstiger letsel dan oppervlakkige schaafwonden, ontvellingen en snijwondjes, haematomen en lichte kneuzingen.

Zowel het roekeloos of onvoorzichtig rijden als het medeschuldig zijn aan een verkeersongeval verhogen het aantal strafpunten met 3. De medeschuld aan een verkeersongeval levert daarnaast een indicatie op om te dagvaarden op. Doen beide factoren zich cumulatief voor dan dient derhalve voor laatstgenoemde gekozen te worden.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

0 pt

Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.

3 pt

Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging ex art.6 WVW94 ingesteld).

3 pt

   

+dagvaarden

Uitgangspunt indien onbekend

Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • besturen van een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van een stof(niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

  • besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

  • weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (bromfiets, snorfiets, brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor)

Is er sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daaraan gelijk te stellen toestand 3.01.41

Beschrijving

De strafmaat voor het niet in staat zijn naar behoren een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gemotoriseerd gehandicaptenvoertuig te besturen komen overeen met die van de bij de richtlijn 8 lid 2 WVW94 behorende schaal V. Is er echter sprake van kennelijke dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand, dan dienen de straffen van schaal VI als uitgangspunt genomen te worden.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Er is geen sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen toestand

0 pt

Er is sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen toestand

3 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Er is geen sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen toestand

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

Recidive bij rijden onder invloed (bromfiets) 3.01.60

Beschrijving

De invloed van recidive op het aantal strafpunten wijkt bij handelen in strijd met artikel 8 WVW af van dat bij andere Polaris delicten. De strafverhogende werking bij de 8 WVW-delicten is gebaseerd op de systematiek van vroegere richtlijnen en het schalentarief van artikel 8, lid2, van de Wegenverkeerswet, volgens hetwelk elke schaal hoger vier extra strafpunten betekent. Is er sprake van recidive, dan wordt het aantal strafpunten eveneens met vier verhoogd.

Recidive dient bepaald te worden door te tellen hoe vaak in de 5 jaar voorafgaand aan de datum waarop het nieuwe feit is gepleegd een soortgelijk delict heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling danwel strafbeschikking of tot een betaalde transactie. Het begrip ‘soortgelijk’ heeft zowel betrekking op de aard van het delict als de omvang er van. Beleidssepots dienen bij de recidivebepaling buiten beschouwing gelaten te worden.

Aan first offenders en eenmalige recidivisten kan, indien het aantal sanctiepunten dat toelaat, een transactie worden aangeboden of een strafbeschikking worden uitgevaardigd. Meermalen recidive is altijd een indicatie voor dagvaarden, ongeacht het aantal sanctiepunten. Bij ernstige vormen van recidive kan natuurlijk worden afgeweken van de door de Polaris-richtlijnen aangegeven straf.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Geen recidive

0 pt

1 maal

3 pt

Meermalen

3 pt

   

+dagvaarden

Uitgangspunt indien onbekend

Geen recidive

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • Besturen bromfiets, waaronder begrepen snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • Besturen van een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

  • Besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • Als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer

  • Weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (bromfiets, snorfiets, brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor)

Toelichting: Aan de richtlijn is een nieuwe basisfactor: Mate van niet in staat zijn bromfiets toegevoegd.

Mate van niet in staat zijn (bromfiets) 3.01.54

Beschrijving

In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 WVW94, dient bij gemotoriseerde verkeersdeelnemers de beoordeling mede te worden verricht op basis van de mate van niet in staat zijn het voertuig naar behoren te besturen. Deze wordt hier beoordeeld aan de hand van de conclusie van het NFI na onderzoek van bij de verdachte afgenomen bloed of urine. Wordt een eerste vermoeden van niet in staat zijn bevestigd door bepaalde gedragingen van de verkeersdeelnemer, zoals bijvoorbeeld waggelende gang, onhandige motoriek, moeizame articulatie, dan versterkt dat de conclusie van ‘niet in staat zijn’.

Soort factor

Basisfactor

Antwoordmogelijkheden

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

0 pt

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was

3 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen

 

en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

3 pt

Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was

6 pt

Uitgangspunt indien onbekend

Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was

Bijzonderheden

Geen

Zie basisdelicten

  • Besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets, c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.

Toelichting: De bestaande OBM-regeling rijden onder invloed bromfietsers is vervangen door de onderstaande regeling.

OBM regeling rijden onder invloed bromfietsen 4.01.02

Beschrijving

Binnen de verkeersrichtlijnen is de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen één van de mogelijke onderdelen van de eis ter terechtzitting of de strafbeschikking. Onderstaande regeling is van toepassing in geval van delicten die relatie hebben met ‘rijden onder invloed’ met een bromfiets, snorfiets of een gehandicaptenvoertuig met motor. In dat geval dient – afhankelijk van de ernst van het delict – naast een geldboete ook een onvoorwaardelijke ontzegging te worden geëist of in een strafbeschikking opgelegd. De hoogte van elk van deze sancties kan worden afgelezen uit onderstaande tabel, die gerelateerd is aan het bij artikel 8, tweede lid, van de WVW 1994 behorende schalentarief. Voor het besturen onder invloed van andere motorrijtuigen dan de hiergenoemde en voor het delict ‘verlaten plaats ongeval’ bestaan aparte ontzeggingsregelingen.

Uitwerking

Indien deze OBM regeling van toepassing is, gelden in afwijking van andere Polaris-regels, de onderstaande sancties als uitgangspunt voor de strafmaat. Indien de sanctie uitsluitend een geldbedrag betreft, dient (indien niet op andere gronden dagvaarden is geïndiceerd) een transactie te worden aangeboden of een strafbeschikking inhoudende een geldboete te worden uitgevaardigd.

Schaal I:

5 strafpunten

€ 140

Schaal II:

8 strafpunten

€ 230, indien sprake van meermalen recidive € 230 en 4 mnd OBM ov

Schaal III:

11 strafpunten

€ 310, indien sprake van meermalen recidive € 310 en 4 mnd OBM ov

Schaal IV:

14 strafpunten

€ 400 en 4 mnd OBM ov

Schaal V:

17 strafpunten

€ 490 en 5 mnd OBM ov

Schaal VI:

20 strafpunten

€ 550 en 6 mnd OBM ov

Schaal VII

23 strafpunten

€ 650 en 7 mnd OBM ov

Schaal VIII

26 strafpunten

€ 750 en 8 mnd OBM ov

Extra schaal:

29 strafpunten

€ 800 en 9 mnd OBM ov

Extra schaal:

32 strafpunten

€ 900 en 10 mnd OBM

Gebruikte afkortingen:

OBM: ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen – ov: onvoorwaardelijk(e veroordeling) – mnd: maanden.

De regels van het afnemend strafnut zijn niet van toepassing op de OBM. Als OBM geïndiceerd is, zal het aantal strafpunten dat de duur van die OBM aangeeft meteen het aantal sanctiepunten voor de OBM zijn.

Factoren

Geen

Zie basisdelicten

  • besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand

  • besturen van een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht

  • besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer

  • weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek (bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor)