C. Voorschriften bij de berekening
[Regeling vervallen per 31-12-2011]
-
1. Er geldt geen maximale consumentenprijs.
-
2. Er dient te worden bepaald welk jaarkilometrage in de categorieën A, B en C het meest
de werkelijkheid zal benaderen. Voor de categorieën A, B en C geldt de normkilometerprijs
bij 30.000 km per jaar met een looptijd van 4 jaar of 60.000 km per jaar met een looptijd
van 2 jaar. Voor de categorieën D en E geldt slechts de normkilometerprijs bij 60.000
km per jaar met een looptijd van twee jaar.
-
3. Om voor de onder 2 vastgestelde jaarkilometrage(s) en de daaraan gekoppelde looptijd(en)
de kilometerprijs vast te stellen en daarmee te bepalen of het voertuig binnen de
Rijksnormering past, zal bij de geselecteerde externe wagenparkbeheerder, een schriftelijke
normcalculatie moeten worden opgevraagd. Deze normcalculatie is enkel en alleen bedoeld om te bepalen of het gewenste voertuig
mag worden aangeschaft. De normcalculatie dient alle gegevens te bevatten die in deze Rijksnormering zijn
vermeld. Dus alle vereiste/gewenste functionele eisen dienen te worden meegenomen.
Een lijst met mogelijke functionele eisen is als bijlage 2 bijgevoegd.
Alleen de eisen ten aanzien van extra beveiligingsvoorzieningen zoals kogelwerend
glas, kogelwerend folie etc. ten behoeve van de auto’s van de bewindslieden (Rijksnormering
categorie E) kunnen voor de normcalculatie buiten beschouwing worden gelaten.
-
4. Om na te gaan of de aan te schaffen auto past binnen de Rijksnormering mag bij de
berekening (de onder 3 genoemde normcalculatie) beslist geen korting worden meegenomen.
-
5. Wanneer de auto volgens de normcalculatie binnen de norm past en ook wordt aangeschaft,
dient bij de bestelling gebruik te worden gemaakt van de kortingen die zijn gecontracteerd
in de raamovereenkomsten voortgekomen uit de aanbesteding levering civiele dienstauto’s
ten behoeve van het rijksbrede wagenpark.
-
6. Er is geen restrictie verbonden aan de brandstofsoort.
-
7. In de te berekenen normkilometerprijs moeten alle optionals c.q. accessoires vanuit de fabriek, evenals de eventueel achteraf aan te
brengen accessoires worden meegenomen.
De verplichting om alle optionals c.q. accessoires mee te nemen in de berekening moet
voorkomen dat de norm wordt opgerekt door later de optionals aan te schaffen. Bij
het later aanschaffen en monteren van optionals is dan ook een herberekening van de
normkilometerprijs noodzakelijk. Alleen dan kan worden vastgesteld of de aanschaf
en montage van de optional(s) is toegestaan.
-
8. Voor wat betreft reeds gebruikte accessoires die later ingebouwd worden (bijv. standkachel)
geldt dat voor de normberekening de nieuwprijs moet worden gehanteerd. Bij de berekening
blijven extra beveiligingsvoorzieningen en communicatiemiddelen (zoals FAX, telefoon/mobilofoon
etc.) buiten beschouwing. Om misverstanden te voorkomen, een navigatiesysteem wordt
tot de optionals gerekend en dient daarom ook in de berekening te worden opgenomen,
evenals de kosten voor het maken van de communicatieaansluitingen.
-
9. Voor de bepaling van de normkilometerprijs geldt dat slechts met een marktconforme
restwaarde, gekoppeld aan de vastgestelde looptijd en normkilometrage, mag worden
gerekend. Dit is de restwaarde die elke doorsnee burger ontvangt. Dit dient uitdrukkelijk
bij de offerteaanvraag aan de wagenparkbeheerder te worden vermeld.
-
10. In de te berekenen normkilometerprijs moeten alle kosten zijn opgenomen zoals de houderschapsbelasting,
de kosten voor het omslagstelsel (de ‘verzekeringspremie’ van Loyalis BSA Schaderegeling),
evenals de brandstofkosten aflever- en leges kosten e.d.
-
11. Departementen die zijn vrijgesteld van het betalen van houderschapsbelasting en omslagstelsel
dienen, vanwege de transparantie en uniformiteit bij deze items toch de bedragen in
te vullen, om zodoende bij de berekening van de normkilometerprijs vast te stellen
of het voertuig voldoet aan de Rijksnormering.