Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 december 2010, kenmerk DWJZ/SWW-3039313, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Gelet op de artikelen 5, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, 9, onder b, en 32b van de Warenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 januari 2011, nummer W.13.10.0555/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 april 2011, kenmerk DWJZ/G&E-3058832, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan: