Beschikking Vriendenloterij 2011

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 13-10-2024.
Geldend van 06-08-2013 t/m heden

Beschikking van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 17 december 2010, nr. 5664428/10/DSP, houdende verlening van een vergunning tot het organiseren van de Vriendenloterij

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Overwegende dat de geldigheidsduur van de Beschikking Vriendenloterij 2006 op 31 december 2010 verstrijkt;

Overwegende dat Vriendenloterij N.V. op 24 juni 2010 heeft verzocht haar opnieuw vergunning te verlenen tot het organiseren van de Vriendenloterij;

Gelet op de artikelen 3, 5 en 34 van de Wet op de kansspelen, en de artikelen 2 en 5 van het Kansspelenbesluit;

Gezien het advies van het College van toezicht op de kansspelen van 19 augustus 2010, nr. C.668/10;

Besluit:

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b. het besluit: het Kansspelenbesluit;

  • c. de staatssecretaris: de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

  • d. de vennootschap: Vriendenloterij N.V., gevestigd te Amsterdam;

  • e. de holding: Holding Nationale Goede Doelen Loterijen N.V., gevestigd te Amsterdam;

  • f. de stichting aandelen: Stichting Aandelen Nationale Goede Doelen Loterijen, gevestigd te Amsterdam;

  • g. begunstigden: de overeenkomstig artikel 13, derde lid, toegelaten instellingen;

  • h. Vriendenloterij: een kansspel als bedoeld in artikel 1, onder a, van de wet, zijnde een loterij waarbij door de onderscheidene deelnemers wordt aangegeven aan welke begunstigde 50% van hun inleg ten goede dient te komen, dan wel waar de deelnemers hun inleg ten goede laten komen aan de door de vennootschap voorgestelde begunstigden. De Vriendenloterij wordt gespeeld als de ‘Vriendenloterij’ waarvan de deelnemers meedoen middels aan hen toegekend lotnummer, waarbij het mobiele nummer van de deelnemer beginnend met 06 dan wel een fictief toegewezen nummer, aangevuld met twee letters, deel uitmaakt van het lotnummer;

  • i. sponsorcertificaat: deelnemingsbewijs aan de Vriendenloterij, dat werd verstrekt aan degene die een terug te vorderen bedrag van € 453,78 aan de vennootschap heeft voldaan. Vanaf 1 mei 1999 is deze deelnamemogelijkheid beëindigd;

  • j. toegevoegd spel: een gelegenheid als bedoeld in artikel 1, onder a, van de wet, waaraan de deelnemers aan de Vriendenloterij kunnen deelnemen middels door de vennootschap om niet verstrekte deelnemingsbewijzen;

  • k. het college: het College van toezicht op de kansspelen als bedoeld in artikel 33 van de wet.

Artikel 2

  • 1 Aan de vennootschap wordt voor de duur van vier jaren, te rekenen vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2014, vergunning verleend tot het organiseren van de Vriendenloterij en het toegevoegd spel.

  • 2 De vergunning wordt verleend onder de voorwaarde dat en is slechts geldig indien de holding enig aandeelhouder van de vennootschap is, en onder gehoudenheid van de stichting aandelen respectievelijk de holding in te staan voor de nakoming van alle verplichtingen van de vennootschap onder de vergunning.

  • 3 Aan de in het eerste lid bedoelde vergunning worden de in artikel 3 tot en met artikel 15 vervatte voorschriften verbonden, die zonodig kunnen worden gewijzigd en aangevuld.

Artikel 3

  • 1 De Vriendenloterij en het toegevoegde spel worden georganiseerd met inachtneming van de statuten en reglementen van de vennootschap.

  • 2 De statuten en reglementen van de vennootschap, alsmede wijziging daarvan, behoeven de voorafgaande goedkeuring van de staatssecretaris, gehoord het college.

  • 3 De reglementen behelzen in ieder geval bepalingen inzake de deelname-voorwaarden, de prijzenschema’s, de prijsbepaling, de toelating van begunstigden en de verdeling van de opbrengst van de krachtens deze vergunning georganiseerde kansspelen.

Artikel 4

  • 1 De vennootschap zorgt voor een doelmatige administratie, organisatie en uitvoering van de krachtens deze vergunning georganiseerde kansspelen.

  • 2 De vennootschap neemt de nodige maatregelen met het oog op de naleving van de aan deze vergunning verbonden voorschriften en de op grond daarvan opgestelde reglementen door de organisaties en personen die op enigerlei wijze bij de administratie, organisatie en uitvoering van de Vriendenloterij en het toegevoegde spel zijn betrokken.

Artikel 5

  • 1 In alle aankondigingen en voor openbaarmaking of verspreiding bestemde stukken dient te worden vermeld dat voor de Vriendenloterij en het toegevoegde spel vergunning is verleend door de staatssecretaris, onder aanhaling van datum en kenmerk van deze beschikking.

  • 2 Op alle in het eerste lid vermelde aankondigingen en stukken dient voorts, voor zover praktisch mogelijk, duidelijk te worden vermeld:

    • a. de naam van de vennootschap en het adres waar inlichtingen omtrent de Vriendenloterij en het toegevoegde spel verkrijgbaar zijn;

    • b. de bestemming van de afdracht overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, eerste lid;

    • c. het bedrag van de inleg;

    • d. de wijze waarop aan de Vriendenloterij en het toegevoegde spel kan worden deelgenomen;

    • e. plaats en tijdstip van de trekkingen.

  • 3 De vennootschap draagt er zorg voor dat aan wervings- en reclameactiviteiten op zorgvuldige en evenwichtige wijze vorm wordt gegeven, waarbij in het bijzonder wordt gewaakt tegen het aanzetten tot onmatige deelneming aan de door de vennootschap georganiseerde kansspelen.

  • 4 De vennootschap neemt bij haar wervings- en reclameactiviteiten de haar door de staatssecretaris gegeven aanwijzingen, gehoord het college, in acht.

Artikel 6

Eventuele provisie aan verkopers van deelnemingsbewijzen dient te worden beperkt tot ten hoogste 10% van de nominale waarde van de door hun bemiddeling geplaatste deelnemingsbewijzen.

Artikel 7

  • 1 De vennootschap organiseert ten hoogste tweeënvijftig keer per jaar de Vriendenloterij, bestaande uit één wekelijkse (nummerloterij) trekking.

  • 2 De inleg voor deelneming aan de Vriendenloterij bedraagt ten hoogste € 22,69 per geheel lot. De inleg per deellot wordt naar evenredigheid berekend. Deelloten geven aanspraak op een evenredig deel van de daarop gevallen prijs.

  • 3 De vennootschap organiseert ten hoogste eenmaal per maand het toegevoegde spel, bestaande uit één maandelijkse (bingo) trekking.

  • 4 De vennootschap organiseert per jaar ten hoogste vier extra (nummerloterij) trekkingen.

Artikel 8

Alle houders van een sponsorcertificaat als bedoeld in artikel 1, onder i, hebben recht op restitutie van de volledige inleg. De vennootschap houdt een reserve aan om claims op nog niet ingeloste sponsorcertificaten te kunnen honoreren.

Artikel 9

  • 1 De prijsbepaling en de vaststelling van de winnaars van de krachtens deze vergunning georganiseerde kansspelen geschiedt in het openbaar, onder toezicht en verantwoordelijkheid van een notaris, die het verloop van de prijsbepaling en de vaststelling van de winnaars telkens bij proces-verbaal constateert.

  • 2 De prijsbepaling en de vaststelling van de winnaars geschiedt op een door een notaris in een trekkingsprocedure vastgelegde wijze, welke deel uitmaakt van de reglementen van de vennootschap.

Artikel 10

Onverminderd de voorschriften bij en krachtens de Wet op de kansspelbelasting dienen na elke prijsbepaling de prijzen onverkort zo spoedig mogelijk aan de winnaars te worden uitgekeerd. Indien dit niet mogelijk is, dienen de prijzen overeenkomstig artikel 38 van de wet gedurende één jaar na de prijsbepaling te hunner beschikking te worden gehouden.

Artikel 11

  • 1 De mechanische, elektrische en elektronische processen die gebezigd worden bij de deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars van de krachtens deze vergunning georganiseerde kansspelen, zijn onderworpen aan een voorafgaande goedkeuring en periodieke controle door één of meer door de staatssecretaris aangewezen onafhankelijke deskundigen of keuringsinstellingen.

  • 2 Van de bevindingen van de in het eerste lid bedoelde onafhankelijke deskundigen en keuringsinstellingen wordt uiterlijk binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar verslag gedaan aan de staatssecretaris en het college.

Artikel 12

  • 1 Gerekend over een kalenderjaar bedraagt de afdracht ten minste 50% van de nominale waarde van de verkochte deelnemingsbewijzen.

  • 2 Als noodzakelijke kosten van de vennootschap worden uitsluitend aangemerkt die kosten die rechtsreeks verband houden met het organiseren van de kansspelen krachtens deze vergunning en die gerekend kunnen worden tot de normale bedrijfskosten.

  • 3 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kan ten behoeve van de continuïteit van de exploitatie een reservering worden gevormd. De omvang van deze reservering mag aan het einde van een kalenderjaar, ongeacht de periode waarin deze is opgebouwd, ten hoogste 2,5% bedragen van de nominale waarde van de in dat kalenderjaar verkochte deelnemingsbewijzen. De staatssecretaris kan in bijzondere gevallen de omvang van de reservering op een hoger bedrag bepalen.

Artikel 13

  • 1 De afdracht wordt aangewend ter verwezenlijking van doeleinden van algemeen belang, gelegen op het terrein van de cultuur, het maatschappelijk welzijn, de volksgezondheid, de sport en de lichamelijke vorming, de humanitaire hulpverlening en het natuurbehoud.

  • 2 Van de inleg dient ten minste 50% ten goede te komen aan de door de deelnemers dan wel de vennootschap aangewezen begunstigden.

  • 3 Als begunstigden worden door de vennootschap slechts toegelaten instellingen die hun aandeel in de opbrengst aanwenden in overeenstemming met het bepaalde in het eerste lid.

  • 4 Uiterlijk binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar vindt door de vennootschap de afdracht over dat kalenderjaar plaats aan de in het tweede lid genoemde instellingen. Daarvan wordt verslag gedaan in de in artikel 14, eerste lid, bedoelde jaarrekening.

Artikel 14

De vennootschap zendt binnen één maand na het einde van elk kwartaal aan de staatssecretaris en het college een verslag betreffende het financiële verloop, alsmede andere door de staatssecretaris noodzakelijk geachte gegevens, over dat kwartaal.

Artikel 15

  • 1 De vennootschap stelt een jaar rekening en een jaarverslag op welke voldoen aan de eisen gesteld in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek. De vergunninghouder kan de jaarrekening en het jaarverslag laten opstellen door de holding, zolang in de jaarrekening en het jaarverslag verantwoording wordt afgelegd over de verschillende kansspelen waarop de jaarrekening en het jaarverslag betrekking hebben. De staatssecretaris kan, gehoord het college, aanwijzingen geven ontrent de inrichting van de jaarrekening en het jaarverslag.

  • 2 De vennootschap verleent aan een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opdracht tot onderzoek van de jaarrekening. De uitslag van dit onderzoek wordt weergegeven in een verslag en een verklaring als bedoeld in onderscheidenlijk het vierde en vijfde lid van artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het onderzoek dient mede betrekking te hebben op de naleving door de vennootschap van het bepaalde in deze beschikking.

  • 3 De vennootschap voert een zodanig beheer dat een goedkeurende verklaring als bedoeld in het tweede lid kan worden afgegeven.

  • 4 Binnen vier maanden na afloop van een kalenderjaar zendt de vennootschap de jaarrekening met het verslag en de verklaring, alsmede het jaarverslag aan de staatssecretaris en het college.

Artikel 16

  • 2 De jaarlijkse vergoeding bedoeld in artikel 3a van het besluit bedraagt € 2.268,– en dient binnen vier weken na aanvang van een kalenderjaar door de vennootschap te worden voldaan aan de staatssecretaris.

Artikel 17

  • 1 De door de staatssecretaris aangewezen ambtenaren en andere personen zijn bevoegd inlichtingen van de vennootschap te verlangen, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde ambtenaren en andere personen zijn bevoegd inzage te verlangen van zakelijke gegevens en bescheiden van de vennootschap, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.

  • 3 Zij zijn bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.

  • 4 Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, zijn zij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hen af te geven schriftelijk bewijs.

Artikel 18

Na de inwerkingtreding van deze beschikking berusten de krachtens de Beschikking Vriendenloterij 2006 (Stcrt. 2006, 49) vastgestelde besluiten op deze beschikking.

Artikel 19

Deze beschikking wordt aangehaald als: Beschikking Vriendenloterij 2011.

Artikel 20

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2011 en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 17 december 2010

De

Staatssecretaris

van Veiligheid en Justitie,
namens deze,

M.C.J. Groothuizen,

Directeur Sanctie- en Preventiebeleid