Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 september 2010, nr. WJZ/236440 (2708), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op de artikelen 66, 110, derde lid, 120, tweede lid, 127, derde lid, en artikel 164, derde lid, van de Wet primair onderwijs BES;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 oktober 2010, No. W05.10.462/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 31 januari 2011, nr. WJZ 255975 (2708), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Hebben goedgevonden en verstaan: