Beleid inzake omzettingszaken
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
In het geval een veroordeelde in het kader van zijn gratieverzoek vraagt de hem opgelegde
straf om te zetten in een taakstraf, wordt het verzoek, overeenkomstig de normale
gratieprocedure, voor advies toegezonden aan de adviserende instantie(s) zoals genoemd
in artikel 5, vierde en vijfde lid, Gratiewet. Indien vervolgens geadviseerd wordt de opgelegde straf om te zetten in een taakstraf,
wordt, indien de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dit advies overneemt,
de beslissing op het gratieverzoek voor de periode van een jaar aangehouden. Gedurende
deze termijn heeft betrokkene de gelegenheid de taakstraf te verrichten. Indien betrokkene
buiten zijn schuld de taakstraf niet binnen de termijn heeft verricht, kan deze periode
hooguit één keer met een jaar worden verlengd.
Na het verstrijken van de volledige termijn zal worden beoordeeld of betrokkene de
taakstraf goed en naar behoren heeft verricht. De uitkomst van deze beoordeling wordt
vervolgens gebruikt voor de verdere afhandeling van het ingediende gratieverzoek.
Hiervoor gelden de volgende maatstaven:
-
• indien betrokkene de taakstraf verwijtbaar niet, niet volledig of niet goed heeft
verricht, zal het gratieverzoek volledig worden afgewezen;
-
• indien betrokkene de taakstraf volledig en naar behoren heeft verricht, zal Hare Majesteit
de Koningin worden geadviseerd het gratieverzoek in te willigen