Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m 20-10-2011

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Paragraaf 1. : Algemeen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • band: een groep muzikanten, ensemble of andersoortig muzikaal samenwerkingsverband dat regelmatig in vaste samenstelling optreedt, dan wel een solo-muzikant of dj;

  • bestuur: de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

  • festival: reeks van onderling samenhangende activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode onder een gemeenschappelijk noemer worden georganiseerd;

  • Fonds Podiumkunsten: de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

  • Nederland: Het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Artikel 1.2. Subsidievormen

Het bestuur kan subsidie verstrekken in de volgende vormen:

  • a. programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen;

  • b. programmeringssubsidie kleinschalige of incidentele programmering;

  • c. programmeringssubsidie bestaande festivals;

  • d. programmeringssubsidie nieuwe festivals;

  • e. programmeringssubsidie podia popmuziek;

  • f. programmeringssubsidie incidentele concerten popmuziek;

  • g. programmeringssubsidie festivals popmuziek.

Artikel 1.3. Beperking

Een instelling kan nooit over enige periode tegelijkertijd meerdere subsidies ontvangen op basis van deze regeling.

Artikel 1.4. Aanvraag of verzoek

  • 1 Een aanvraag of verzoek wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier voor de betreffende subsidievorm.

  • 2 Het bestuur kan een of meer aanvraagrondes per subsidievorm vaststellen. De bijbehorende indiendata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

  • 3 Een aanvraag of verzoek wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Fonds Podiumkunsten en vergezeld gaat van de op het formulier vermelde bijlagen.

  • 4 Het bestuur kan digitale indiening mogelijk maken. Het bepaalde in lid een tot en met drie is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1.5. Procedure

  • 1 Het bestuur kan advies vragen over ingediende verzoeken om aanwijzing of aanvragen om subsidie. Adviseurs beoordelen de aan hen voorgelegde aanvragen en verzoeken met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.

  • 2 Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken na de uiterlijke indiendatum schriftelijk over zijn besluit. Als voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar een over de aanvraag uitgebracht advies wordt de tekst van het advies aan de aanvrager toegezonden.

Artikel 1.6. Subsidieplafond

  • 1 Het bestuur kan een of meer subsidieplafonds vaststellen voor de in deze regeling opgenomen subsidievormen.

  • 2 Het bestuur kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

  • 3 Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Artikel 1.7. Verdeling budget

  • 1 Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen worden onderverdeeld in drie categorieën:

    • a: honoreren;

    • b: honoreren voor zover het budget dat toelaat; en

    • c: niet honoreren.

  • 2 Als een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen in de categorieën a en b te honoreren, plaatst het bestuur de aanvragen in categorie b in een rangorde op basis van de criteria voor de betreffende aanvragen.

  • 3 Het bestuur honoreert eerst de aanvragen in categorie a voor het geadviseerde subsidiebedrag en vervolgens de aanvragen in categorie b voor het geadviseerde subsidiebedrag in volgorde van de rangorde totdat het subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.

  • 4 Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst het subsidiebedrag van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was gehonoreerd alsnog verhoogd tot het geadviseerde subsidiebedrag.

  • 5 Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor subsidievormen als bedoeld in de paragrafen 7 en 8, waarvoor geldt dat het subsidie in dat geval wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de complete aanvraag, en voor de subsidievormen als bedoeld in de paragrafen 3 en 6, waarvoor geldt dat alle aanvragers eenzelfde percentage van het subsidiebedrag ontvangen waarop zij recht zouden hebben als het budget wel toereikend zou zijn.

Artikel 1.8. Algemene weigeringsgronden

Het bestuur kan, onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, subsidie weigeren:

  • a. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

  • b. als reeds tweemaal eerder voor dezelfde activiteit subsidie is aangevraagd;

  • c. als de aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

  • d. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

  • e. als de aanvrager reeds een instellingssubsidie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of een vierjarige subsidie dan wel een meerjarige productiesubsidie van het Fonds Podiumkunsten ontvangt;

  • f. als de aanvrager niet voldoet aan de voor de betreffende instelling gebruikelijke normen met betrekking tot good governance op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording.

Paragraaf 2. : Programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen

Artikel 2.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor voorstellingen en concerten in theater- of concertzalen om bij te dragen aan een gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig podiumkunstenaanbod in Nederland.

Artikel 2.2. Aanvrager

  • 1 Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon die artistiek en financieel eindverantwoordelijk is voor de programmering van een of meer theater- of concertzalen binnen één locatie waar in het seizoen voorafgaand aan het seizoen waarvoor subsidie wordt aangevraagd minimaal 100 voorstellingen of concerten op het gebied van professionele podiumkunsten plaatsvonden.

  • 2 Het bestuur kan nadere eisen stellen met betrekking tot het aandeel in de programmering van voorstellingen of concerten die dankzij een financiële bijdrage van een overheid tot stand zijn gekomen of die betrekking hebben op niet uit Nederland afkomstig aanbod en deze eisen differentiëren op basis van de vestigingsplaats van de aanvrager.

Artikel 2.3. Subsidieaanvraag

  • 1 Een aanvraag omvat de totale programmering van een aanvrager, tenzij deze ervoor kiest subsidie aan te vragen voor een specifieke zaal, in welk geval de eisen uit artikel 2.2 gelden voor de programmering van de betreffende zaal.

  • 2 Een aanvraag moet betrekking hebben op activiteiten die plaatsvinden in een periode van 24 maanden die start op 1 augustus en eindigt op 31 juli.

  • 3 Aanvragen worden in één gezamenlijke ronde behandeld die eens per twee jaar plaatsvindt.

Artikel 2.4. Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a) kwaliteit van het programmeringsprofiel;

  • b) positionering en inbedding in de omgeving;

  • c) ondernemerschap;

  • d) bijdrage aan diversiteit;

  • e) bijdrage aan geografische spreiding.

Artikel 2.5. Hoogte subsidie

  • 1 Het subsidie bedraagt minimaal € 25.000 en maximaal € 50.000 per 12 maanden en wordt verstrekt voor 24 maanden.

  • 2 De hoogte van het subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten.

Paragraaf 3. : Programmeringssubsidie kleinschalige of incidentele programmering

Artikel 3.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor het op kleine schaal of incidenteel programmeren van voorstellingen en concerten om bij te dragen aan een gevarieerd podiumkunstenaanbod in Nederland.

Artikel 3.2. Verzoek tot aanwijzing

  • 1 Instellingen die in aanmerking willen komen voor subsidie in het kader van deze paragraaf, kunnen een verzoek doen aan het bestuur om aangewezen te worden.

  • 2 Een verzoek tot aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan worden gedaan door een rechtspersoon die artistiek en financieel eindverantwoordelijk is voor de programmering van een reeks concerten op een locatie en kan aantonen daar een reeks van minimaal 6 subsidiabele voorstellingen of concerten per kalenderjaar te realiseren.

  • 3 Verzoeken tot aanwijzing worden in één gezamenlijke ronde behandeld die eens per twee jaar plaatsvindt en betrekking heeft op twee kalenderjaren.

  • 4 In afwijking van het bepaalde in het derde lid heeft de eerste ronde op basis van deze paragraaf betrekking op drie kalenderjaren.

Artikel 3.3. Beoordeling

  • 1 Verzoeken tot aanwijzing wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a) kwaliteit van het programmeringsprofiel;

    • b) bijdrage aan diversiteit;

    • c) bijdrage aan geografische spreiding.

  • 2 Op basis van de aard en omvang van de programmering wordt een aanvrager ingedeeld in categorie 1, 2 of 3.

Artikel 3.4. Subsidieaanvraag

  • 1 Subsidie wordt na afloop van ieder kalenderkwartaal verstrekt op basis van een aanvraag van een in het kader van deze paragraaf aangewezen instelling.

  • 2 Een aanvraag kan worden gedaan door het indienen van de relevante financiële gegevens op een door het bestuur te bepalen wijze.

  • 3 Aanvragen moeten zijn ontvangen op de laatste dag van de kalendermaand volgend op het kwartaal waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 4 Het bestuur kan bij de subsidieverstrekking bepalen dat deze plaatsvindt onder de voorwaarde dat de aanvrager over een of meer door het bestuur te bepalen voorstellingen of concerten aanvullende informatie instuurt waarmee kan worden aangetoond dat de activiteit werkelijk heeft plaatsgevonden en voldoet aan de eisen om voor subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 3.5. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie komen in aanmerking voorstellingen of concerten op het terrein van professionele podiumkunsten die openbaar toegankelijk zijn en waarvoor betaalde entree geldt.

Artikel 3.6. Hoogte subsidie

  • 1 Voor een aanvrager uit categorie 1 bedraagt het subsidie per voorstelling of concert 50% van het verschil tussen de betaalde uitkoopsommen of brutogages verhoogd met 25% min de gerealiseerde inkomsten uit entreegelden, maar nooit meer dan € 5.000 per kalenderjaar.

  • 2 Voor een aanvrager uit categorie 2 of 3 bedraagt het subsidie per voorstelling of concert 50% van het verschil tussen de betaalde uitkoopsommen of brutogages en de gerealiseerde inkomsten uit entreegelden, maar nooit meer dan € 15.000 per kalenderjaar voor een aanvrager uit categorie 2 en € 25.000 per kalenderjaar voor een aanvrager uit categorie 3.

Paragraaf 4. : Programmeringssubsidie bestaande festivals

Artikel 4.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies als bijdrage in de programmeringskosten van festivals om bij te dragen aan het bereiken van een zo groot mogelijk publiek met podiumkunstuitingen met voldoende artistiek-inhoudelijke kwaliteit in Nederland.

Artikel 4.2. Aanvrager

Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die primair gericht is op het organiseren van een festival waarbij een substantieel aandeel podiumkunsten wordt geprogrammeerd.

Artikel 4.3. Subsidieaanvraag

  • 1 Een aanvraag moet betrekking hebben op de programmering van een of twee edities van een reeds langer bestaand festival.

  • 2 Op het moment van indiening van de aanvraag moeten minimaal 2 edities van het festival waarvoor subsidie wordt aangevraagd hebben plaatsgevonden.

  • 3 Aanvragen worden in één gezamenlijke ronde behandeld die eens per twee jaar plaatsvindt en betrekking heeft op twee kalenderjaren.

Artikel 4.4. Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a) kwaliteit van het programmeringsprofiel op het gebied van podiumkunsten;

  • b) positionering en inbedding in de omgeving;

  • c) ondernemerschap;

  • d) bijdrage aan diversiteit;

  • e) bijdrage aan geografische spreiding.

Artikel 4.5. Hoogte subsidie

  • 1 Het subsidie bedraagt minimaal € 12.500 en maximaal € 50.000 per festivaleditie en wordt verstrekt voor 24 maanden.

  • 2 De hoogte van het subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten op het terrein van de professionele podiumkunsten.

Paragraaf 5. : Programmeringssubsidie nieuwe festivals

Artikel 5.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor nieuwe festivals om bij te dragen aan de diversiteit binnen en vernieuwing van het podiumkunstenaanbod in Nederland.

Artikel 5.2. Aanvrager

  • 1 Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die een festival wil organiseren waarbij een substantieel aandeel podiumkunsten wordt geprogrammeerd.

  • 2 Een instelling die verantwoordelijk is voor de programmering of exploitatie van een of meer theater- of concertzalen komt niet voor subsidiering in aanmerking.

Artikel 5.3. Subsidieaanvraag

  • 1 Een aanvraag moet betrekking hebben op de programmering van één editie van een festival dat maximaal viermaal eerder heeft plaatsgevonden en waarvoor niet reeds driemaal eerder subsidie is verstrekt door het Fonds Podiumkunsten.

  • 2 Aanvragen worden in twee rondes per jaar behandeld.

Artikel 5.4. Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a) innovatieve waarde;

  • b) kwaliteit van het programmeringsprofiel;

  • c) ondernemerschap.

Artikel 5.5. Hoogte subsidie

  • 1 Het subsidie wordt toegekend voor één festivaleditie en bedraagt maximaal € 25.000.

  • 2 De hoogte van het subsidie wordt vastgesteld op basis van de aard en omvang van de activiteiten op het terrein van de professionele podiumkunsten.

Paragraaf 6. : Programmeringssubsidie podia popmuziek

Artikel 6.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor concerten van Nederlandse bands in gespecialiseerde zalen om bij te dragen aan de ontwikkeling in de popmuziek in Nederland.

Artikel 6.2. Verzoek tot aanwijzing

  • 1 Instellingen die in aanmerking willen komen voor subsidie in het kader van deze paragraaf, kunnen een verzoek doen aan het bestuur om aangewezen te worden.

  • 2 Een verzoek tot aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die zowel artistiek als financieel verantwoordelijk is voor de programmering van een zaal.

  • 3 Aanwijzing in het kader van deze paragraaf kan eenmaal per jaar worden aangevraagd op een door het bestuur vast te stellen moment en vindt plaats voor onbepaalde tijd.

Artikel 6.3. Beoordeling verzoek

  • 1 Om aangewezen te worden is vereist dat een instelling kan aantonen te beschikken over een vaste zaal met voldoende faciliteiten en daar een brede programmering te verzorgen die overwegend gericht is op popmuziek, voldoende professioneel te werken, en voor concerten die subsidiabel zouden zijn op basis van deze paragraaf sprake is van redelijke toegangsprijzen, redelijke gages en voldoende publieksbereik.

  • 2 Aanwijzing vindt plaats als respectievelijk Kernpodium A, B of C waarbij geldt dat:

    • als een instelling in het afgelopen jaar minimaal 10 concerten heeft georganiseerd van subsidiabele bands en de zaalcapaciteit minimaal 200 en maximaal 350 bezoekers is, deze wordt aangewezen als Kernpodium C;

    • als een instelling in het afgelopen jaar minimaal 20 concerten heeft georganiseerd van subsidiabele bands en de zaalcapaciteit meer dan 350 bezoekers is, deze wordt aangewezen als Kernpodium B;

    • als een instelling in het voorgaande jaar was aangewezen als Kernpodium B, in dat jaar meer dan 100 concerten heeft georganiseerd, waarvan minimaal 25 van bands waarvoor in het kader van deze paragraaf subsidie mogelijk is, het gemiddeld aantal bezoekers bij deze concerten boven het gemiddelde ligt van Kernpodia B en de zaalcapaciteit minimaal 450 bezoekers is, deze wordt aangewezen als Kernpodium A.

Artikel 6.4. Subsidieaanvraag

  • 1 Subsidie wordt na afloop van iedere kalendermaand verstrekt op basis van een aanvraag van een in het kader van deze paragraaf aangewezen instelling.

  • 2 Een aanvraag kan worden gedaan door het indienen van de relevante gegevens op een door het bestuur te bepalen wijze.

  • 3 Aanvragen moeten zijn ontvangen op de laatste dag van de kalendermaand volgend op de maand waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 4 Het bestuur kan bij de subsidieverstrekking bepalen dat deze plaatsvindt onder de voorwaarde dat de aanvrager over een of meer door het bestuur te bepalen concerten aanvullende informatie instuurt waarmee kan worden aangetoond dat het concert werkelijk heeft plaatsgevonden en voldoet aan de eisen om voor subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 6.5. Subsidiabele activiteiten

  • 1 Voor subsidie komen in aanmerking concerten:

    • a. waarbij een of meer Nederlandse bands optreden;

    • b. die zijn opgenomen in het publiciteitsmateriaal van de betreffende zaal;

    • c. die openbaar toegankelijk zijn;

    • d. die plaatsvinden op het podium;

    • e. waarvoor de toegangsprijs minimaal € 2,50 bedraagt;

    • f. niet zijnde benefietconcerten of concerten voor een goed doel.

  • 2 Een band wordt aangemerkt als Nederlandse band als minimaal de helft van de leden woonachtig is in Nederland op basis van een geldige verblijfstitel

  • 3 Een concert komt alleen in aanmerking voor subsidie als het totaal van de betaalde brutogages of uitkoopsommen voor de Nederlandse bands binnen de volgende normen vallen:

    • minimaal € 225,– als het concert één Nederlandse band betreft en het optreden plaatsvindt in combinatie met een optreden van een band waarvan meer dan de helft van de leden niet woonachtig is in Nederland of minimaal € 450,– als het concert uitsluitend één Nederlandse band betreft en maximaal € 2.300,–;

    • minimaal € 575,– en maximaal € 2.550,– als het concert twee Nederlandse bands betreft;

    • minimaal € 800,– en maximaal € 2.800,– als het concert drie Nederlandse bands betreft;

    • minimaal € 1.025,– en maximaal € 3.050,– als het concert vier Nederlandse bands betreft.

  • 4 Als de instelling is aangewezen als Kernpodium A geldt in plaats van het in het vorige lid genoemde maximale bedrag voor de betaalde brutogages of uitkoopsommen het bedrag dat het product is van de entreeprijs van het concert maal de bezoekerscapaciteit van de betreffende zaal.

Artikel 6.6. Hoogte subsidie

  • 1 Het subsidie per concert bedraagt maximaal 50% van het totaal van de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor Nederlandse bands na verhoging met € 400,–, tenzij dit meer dan € 1.000 is, in welk geval het subsidie per concert maximaal € 1.000,– bedraagt.

  • 2 Het subsidie per concert is gelijk aan het verschil tussen de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor alle bands verhoogd met € 400,– en de gerealiseerde inkomsten uit entreegelden met inachtneming van het in het eerste lid opgenomen maximum.

  • 3 Het bestuur kan een maximum subsidiebedrag per aanvrager per kalenderjaar vaststellen.

Artikel 6.7. Verplichtingen

  • 1 Een instelling organiseert:

    • minimaal 10 subsidiabele concerten per kalenderjaar als de instelling is aangewezen als Kernpodium C;

    • minimaal 20 subsidiabele concerten per kalenderjaar als de instelling is aangewezen als Kernpodium B;

    • minimaal 25 subsidiabele concerten per kalenderjaar als de instelling is aangewezen als Kernpodium A.

  • 2 Het publieksbereik van alle subsidiabele concerten ligt:

    • niet meer dan 25% onder het gemiddelde van de gezamenlijke Kernpodia B als de instelling is aangewezen als Kernpodium B of onder het gemiddelde van de gezamenlijke Kernpodia C als de instelling is aangewezen als Kernpodium C;

    • boven het gemiddelde van de gezamenlijke Kernpodia B als de instelling is aangewezen als Kernpodium A.

Paragraaf 7. : Programmeringssubsidie incidentele concerten popmuziek

Artikel 7.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor het incidenteel organiseren van concerten van Nederlandse bands om bij te dragen aan de ontwikkeling in de popmuziek in Nederland.

Artikel 7.2. Aanvrager

Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die zowel artistiek als financieel verantwoordelijk is voor de programmering van een zaal en daar in het jaar voorafgaand aan dat waarvoor de aanvraag wordt ingediend minimaal 6 concerten op het gebied van popmuziek heeft georganiseerd.

Artikel 7.3. Subsidieaanvraag

  • 1 Aanvragen moeten uiterlijk 4 weken na het plaatsvinden van het laatste concert waarop de aanvraag betrekking heeft zijn ontvangen,

  • 2 Alle concerten moeten in dezelfde zaal en in hetzelfde kalenderjaar hebben plaatsgevonden.

Artikel 7.4. Subsidiabele activiteiten

  • 1 Voor subsidie komen in aanmerking concerten:

    • waarbij één of meer Nederlandse bands optreden aan wie een gage of uitkoopsom is betaald;

    • die zijn opgenomen in het publiciteitsmateriaal van de betreffende zaal;

    • die openbaar toegankelijk zijn;

    • waarvoor de toegangsprijs minimaal € 2,50 bedraagt;

    • niet zijnde benefietconcerten of concerten voor een goed doel.

  • 2 Een band wordt aangemerkt als Nederlandse band als minimaal de helft van de leden woonachtig is in Nederland op basis van een geldige verblijfstitel.

Artikel 7.5. Hoogte subsidie

  • 1 Het subsidie per concert bedraagt nooit meer dan 50% van het totaal van de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor subsidiabele bands na verhoging met € 400,–, tenzij dit meer dan € 1.000 is, in welk geval het subsidie maximaal € 1.000,– per concert bedraagt.

  • 2 Het subsidie per concert is gelijk aan het verschil tussen de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor alle bands verhoogd met € 400,– en de gerealiseerde inkomsten uit entreegelden met inachtneming van het in het eerste lid opgenomen maximum.

  • 3 Als het totale subsidie voor alle in een aanvraag opgenomen concerten minder zou bedragen dan € 250,– wordt het subsidie op nihil vastgesteld.

  • 4 Aan een aanvrager wordt per kalenderjaar nooit meer dan € 2.500,– subsidie verstrekt.

Paragraaf 8. : Programmeringssubsidie festivals popmuziek

Artikel 8.1. Doel

Het bestuur verstrekt programmeringssubsidies voor festivals op het gebied van popmuziek waar concerten van Nederlandse bands plaatsvinden om bij te dragen aan de ontwikkeling in de popmuziek in Nederland.

Artikel 8.2. Aanvrager

  • 1 Een aanvraag kan worden gedaan door een rechtspersoon zonder winstoogmerk die vanuit een artistiek-inhoudelijk uitgangspunt een festival organiseert waarbij concerten van Nederlandse bands een substantieel aandeel van de programmering vormen.

  • 2 Een aanvrager kan niet vaker dan eenmaal per jaar subsidie ontvangen op basis van deze paragraaf.

Artikel 8.3. Subsidieaanvraag

  • 1 Aanvragen moeten uiterlijk 8 weken na het plaatsvinden van het festival zijn ontvangen.

  • 2 Het festival waarvoor wordt aangevraagd dient niet vaker dan eenmaal per jaar plaats te vinden, minimaal 4 bands op het gebied van popmuziek te programmeren, openbaar toegankelijk te zijn, een omzet van maximaal € 250.000,– te hebben en geen benefietfestival te zijn.

Artikel 8.4. Subsidiabele activiteiten

  • 1 Voor subsidie komen in aanmerking concerten op het festival van Nederlandse bands.

  • 2 Een band wordt aangemerkt als Nederlandse band als minimaal de helft van de leden woonachtig is in Nederland op basis van een geldige verblijfstitel.

Artikel 8.5. Hoogte subsidie

  • 1 Het subsidie is gelijk aan het gerealiseerde tekort op de totale exploitatie van de betreffende editie van het festival tot een bepaald maximum.

  • 2 Als de aanvraag betrekking heeft op een festival met een omzet groter dan € 25.000 of op een festival dat minimaal 3.000 bezoekers heeft getrokken, bedraagt het subsidie nooit meer dan 50% van de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor Nederlandse bands waarvoor het betaalde brutogage of uitkoopsom minimaal € 225,– en maximaal € 2.500,– bedraagt en nooit meer dan € 2.750,– per festival. In alle andere gevallen bedraagt het subsidie nooit meer dan 50% van de betaalde uitkoopsommen of brutogages voor Nederlandse bands en nooit meer dan € 1.500 per festival.

  • 3 Als het subsidie op basis van het eerste dan wel tweede lid minder zou bedragen dan € 250,– wordt het subsidie op nihil bepaald.

Paragraaf 9. : Overige bepalingen

Artikel 9.1. Aan het subsidie verbonden verplichtingen

  • 1 De ontvanger van het subsidie meldt onverwijld aan het bestuur van het fonds als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b. niet of niet geheel aan de aan het subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c. er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2 De ontvanger van het subsidie plaatst het logo of de naam van het Fonds Podiumkunsten op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten en stuurt exemplaren van drukwerk dat betrekking heeft op de officiële programmagegevens aan het Fonds Podiumkunsten.

  • 3 Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan het subsidie verbinden.

Artikel 9.2. Verantwoording subsidies nieuwe festivals

  • 1 Voor subsidies die zijn verstrekt op basis van paragraaf 5, kan het bestuur na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum de ontvanger van het subsidie verzoeken bewijsstukken te overleggen waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 2 Als de ontvanger van het subsidie niet kan aantonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt hebben plaatsgevonden, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 3 Binnen 22 weken na het verstrijken van de in de aanvraag opgenomen afrondingsdatum stelt het bestuur van het fonds het subsidie ambtshalve vast, tenzij dit niet mogelijk is omdat het bestuur de ontvanger van het subsidie heeft verzocht bewijsstukken als bedoeld in het eerste lid in te sturen.

Artikel 9.3. Verantwoording subsidies reguliere programmering en bestaande festivals

Voor subsidies die zijn verstrekt op basis van de paragrafen 2 en 4 stuurt de ontvanger van het subsidie binnen 3 maanden na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum een korte verantwoording in over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

Artikel 9.4. Intrekking van het subsidie of de aanwijzing

  • 1 Als op enig moment blijkt dat niet is voldaan aan een enige verplichting, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 2 Als blijkt dat een aangewezen instelling niet langer aan de voorwaarden voor aanwijzing voldoet of als blijkt dat niet is voldaan aan een enige verplichting kan het bestuur de aanwijzing intrekken. Intrekking van de aanwijzing kan tegen het einde van een kalenderkwartaal.

  • 3 De instelling wordt vooraf geïnformeerd over een voornemen tot intrekking van het subsidie of van de aanwijzing.

Artikel 9.5. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 9.6. Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Het bestuur kan aanvragers wiens aanvraag om subsidie op basis van paragraaf 3 voor de periode 2011–2012 wordt geweigerd terwijl zij wel subsidie ontvingen in de periode 2009–2010 op basis van de Deelregeling Kleinschalige Podia van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 2009–2010 een subsidie verstrekken voor een periode van maximaal 6 maanden om hen in de gelegenheid te stellen reeds geplande voorstellingen en concerten te realiseren.

  • 3 In afwijking op het bepaalde in paragraaf 6 geldt voor podia die voor 2010 door het bestuur waren aangemerkt als groot podium of kernpodium in het kader van de Deelregeling Nederlands Popmuziek Plan dat zij door het bestuur ambtshalve aangewezen kunnen worden als Kernpodium A, B of C in het kader van deze regeling met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 9.8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+

,
namens deze:

G. Lawson,

directeur / voorzitter Raad van Bestuur.

Naar boven